Wielrennen (piste)

© Reuters

Traditioneel is het jumpingtoernooi (zowel individueel als per team) een clash tussen de VS en de West-Europese landen. In Londen zal dat niet anders zijn.

Om het onevenwicht tussen het aantal olympische pistenummers voor mannen (zeven) en vrouwen (drie) te corrigeren, schrapte het IOC – ondanks luid protest – de individuele achtervolging (m/v), de puntenkoers (m/v) en de ploegkoers (m) ten voordele van de omnium (m/v), de teamachtervolging, de teamsprint en de keirin voor dames.

Na liefst zéven keer goud op tien olympische nummers in Peking, scoorde Groot-Brittannië op het voorbije WK in Melbourne vijf op tien. Een aantal dat ook voor Londen realistisch lijkt.

Sir Chris Hoy (36), de spurtbom die in 2008 drie olympische titels op zak stak en de Britse vlaggendrager op de openingsceremonie, tekent alleen present in de keirin en de teamsprint en niet in de individuele sprint.

In tegenstelling tot Peking kan elk land slechts een kandidaat afvaardigen en de keuze van de Britse bond ging net voor de Spelen naar Jason Kenny.

Niet onlogisch: de zilveren medaillewinnaar van 2008 droogde zijn twaalf jaar oudere landgenoot in de halve finale van het WK in Melbourne met 2-0 af, al verloor Kenny daarna wel de finale van de donkerhuidige Fransman Grégory Baugé. De Brit ‘won’ in 2011 ook al de wereldtitel, maar alleen nadat de resultaten van de Franse sprinter geschrapt werden na het missen van drie dopingtesten.

Ook nu is Parijzenaar Baugé, in 2009 en 2010 ook al de beste op het WK, topfavoriet. Net als in de teamsprint, met ploeggenoten Kevin Sireau en Michaël D’Almeida.
Toch mag het Franse trio stevige concurrentie verwachten van de Australische wereldkampioenen Shane Perkins, Scott Sunderland en Matthew Glaetzer, en van de Britten met naast Hoy en Kenny ook nog Philip Hindes.

Baugé en Hoy kruisen ook de degens in de keirin, het onderdeel waarin de Brit in Melbourne met een sublieme eindjump naar zijn vierde wereldtitel sprintte.

Queen of Sprint

Na Londen trekt Hoy een streep onder zijn loopbaan, net als zijn landgenote Victoria Pendleton (31). The Queen of sprint genaamd want negen keer wereldkampioene (zes keer sprint, tweemaal teamsprint en een keer keirin) én olympisch kampioene van Peking.

Haar bittere rivaliteit met het Australische sprinticoon Anna Meares (28, zilver in 2008 na Pendleton, goud in Athene op de 500 meter) zal in de London Velodrome ongetwijfeld weer hoog oplaaien. Sinds Meares de Britse vijf jaar geleden in Bordeaux bijna in de hekken reed, kunnen de twee elkaars bloed drinken.

Dat Pendleton haar titel zal verlengen, is verre van zeker, want in een BBC-documentaire gaf ze onlangs toe dat ze zich “een gevangene van haar succes voelt” en heel vaak aan zichzelf twijfelt.

De dag dat ze in Peking goud won, noemt de Britse zelfs de “meest triestige dag uit haar carrière”. Haar geheime relatie met Scott Gardner, sportwetenschapper van het team GB, lekte toen uit, wat tot veel negatieve reacties leidde. De twee zijn echter nog altijd samen en zullen trouwen na de Spelen. Al dan niet met een paar nieuwe gouden medailles op zak…

Prestigeslag

Ook de teamachtervolging bij de vrouwen en de mannen wordt een prestigeslag tussen Groot-Brittannië en Australië. De Brit Geraint Thomas bleef zelfs speciaal weg uit de Tour om zich specifiek voor te bereiden op de Spelen. Samen met Team Skyploegmaat Peter Kennaugh, Ed Clancy, Andy Tennant en Steven Burke veroverde hij goud op het WK in Melbourne, bovendien in een nieuwe wereldrecordtijd (3.53.295). Sneller dan het record dat Team GB (met onder meer Bradley Wiggins) in Peking vestigde, en waar het ook olympisch goud won.

Verwacht wordt dat ’s werelds snelste tijd in Londen opnieuw verbeterd wordt, want het Australische kwartet (Glenn O’Shea, Jack Bobridge, Rohan Dennis, Michael Hepburn) zal er alles aan doen om de kloof met de Britten te dichten.

Ook bij de dames wordt het een nagelbijter met de clash tussen twee opkomende sterren: De 21-jarige Australische Annette Edmondson (zilver omnium en ploegenachtervolging op het WK in eigen land) versus de 20-jarige Britse Laura Trott (goud in beide onderdelen).

En de Belgen?

Het Belgische achtervolgingskwartet (Dominique Cornu, Kenny De Ketele, Gijs Van Hoecke en Jonathan Dufrasne, aangevuld met Jasper De Buyst en Moreno de Pauw) mag na een zesde stek op het voorbije WK minstens hopen op een olympisch diploma (top acht).

De Ketele en Van Hoecke werden in Australië wereldkampioen in de madison, maar tot hun frustratie is dat nummer geschrapt van het olympisch programma, net als de puntenkoers waar de Belgen traditioneel veel kans maken.

Van Hoecke (20) neemt nu deel aan het omnium (eliminatie, vliegende ronde, puntenkoers, 500 meter, individuele achtervolging en scratch), maar het is koffiedik kijken of de pistier uit Zaffelare daar op een medaille kan hopen tegen toppers als Glenn O’Shea en Zachary Bell.

Hetzelfde geldt voor Jolien D’Hoore, de 21-jarige Belgische kampioene op de weg en ex-wereldkampioene bij de juniores, die haar studie kinesist en revalidatiewetenschappen tijdelijk stopzette om zich te concentreren op Peking.

Van Hoecke en D’Hoore dwongen het Belgische omniumticket af met een negende plaats op het WK in Australië.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content