Jan Haeverans

Klimaatconferentie nu al mislukt. En dan?

De klimaattop die de komende twee weken in het Zuid-Afrikaanse Durban plaatsvindt, is al mislukt nog voor hij is begonnen. Een akkoord zal er niet uit de bus komen. Maar is dat erg?

Nieuwe, dwingende Kyotonormen die de CO2-uistoot wereldwijd moeten beperken, komen er zo goed als zeker niet op de klimaatconferentie die maandag 28 november in Durban van start gaat, en die duurt tot 9 december. Nochtans zijn die meer dan dringend nodig om de dunne en kwetsbare atmosfeer van onze planeet niet compleet van slag te brengen, en onze kinderen en kleinkinderen in een nog enigszins leefbaar klimaat te kunnen laten opgroeien.

Het probleem in Durban, weten we nu al, is dat de VS en China niet willen weten van bindende afspraken. En zij zijn samen goed voor zo’n 40 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Het beste wat we van de conferentie mogen verwachten, zijn slappe, niet-bindende intentieverklaringen. Een kruidentheetje voor een patiënt die eigenlijk chemotherapie nodig heeft.

Hoop uit onverwachte hoek Moeten we dan maar moedeloos de schouders laten hangen? Of al dansend op het dek van de Titanic naar de haaien gaan? Niet echt. Want er komt hulp uit onverwachte hoek, zo stelt de Nederlandse onderzoeker Herman Verhagen in zijn recente boek De duurzaamheidsrevolutie: van de kant van de bedrijven.

Als we als individu proberen duurzaam te leven, is de directe impact daarvan op het milieu miniem, is een van zijn stellingen. Als we ons groeperen met gelijkgestemden, wordt onze impact al wat groter, maar nog lang niet groot genoeg. Besluit echter een groot bedrijf of multinational te verduurzamen – diepgaand: van de productie en de distributie, tot het papier- en elektriciteitverbruik in de kantoren toe – dan is de impact enorm.

Een voorbeeld uit het boek: “Siemens verkocht in 2009 voor 23 miljard euro aan duurzame producten. Dat komt overeen met bijna een derde van de totale inkomsten. Dankzij die producten verminderde de CO2-uitstoot bij klanten van Siemens met 210 miljoen ton in totaal. Dat is evenveel als de jaarlijkse uitstoot van Berlijn, Londen, München, New York en Tokio samen.”

Bij zulke cijfers verdwijnen onze persoonlijke inspanningen in het niet. Betekent dat dan dat we als individuen dan maar moeten stoppen met duurzamer leven? Uiteraard niet. Bedrijven verduurzamen omdat steeds meer klanten vragen naar milieuvriendelijke producten en bekende vervuilers alsmaar vaker in de rekken laten liggen.

Daarnaast is verduurzamen voor bedrijven ook simpelweg een zaak van kostenefficiëntie. Werken met lokale producten spaart bijvoorbeeld niet alleen transportkosten uit, maar vermindert ook de kwetsbaarheid voor toevoerproblemen. Door verpakking tot een minimum te beperken, kunnen bedrijven tonnen materiaal besparen. En door zo energiezuinig mogelijk te produceren, kunnen ze de steeds stijgende energiekosten beheersen.

Het bedrijf van de 21ste eeuw zal dus duurzaam zijn, of niet zijn, zo stelt Verhagen. Zijn lijst van bedrijven die dat begrepen hebben en die, met vallen en opstaan, een duidelijke en doorgedreven duurzaamheidspolitiek voeren, oogt indrukwekkend. Er zitten kleppers tussen als Unilever, Walmart, Philips en IBM. Voor België krijgt Colruyt goede punten.

De politiek volgt wel Betekent dat dan dat we de politiek niet nodig hebben, dat het er niet toe doet of we in Durban een akkoord bereiken? Het zou een grote vergissing zijn dat te denken. Om succesvol te zijn moet de strijd voor het milieu op alle fronten gevoerd worden: op individueel en lokaal niveau, in de bedrijven, maar zeker ook in de politieke besluitvorming.

Zo plaatst de beslissing van Duitsland om tegen 2015 alle kerncentrales te sluiten, het land meteen in de frontlinie van de duurzame-energieontwikkeling. Terwijl het getalm van België met de kernuitstap enkel nog de achterstand vergroot die we al opgelopen hebben in de sector van de vernieuwbare energie, ook al leveren een aantal bedrijven schitterend werk op dat gebied. Politieke beslissingen kunnen dus wel degelijk een enorme impact hebben.

Maar ook hier is Herman Verhagen er gerust in: politiek creëert zelf zelden vernieuwing, maar volgt meestal wel – zij het soms schoorvoetend – als een voldoende groot deel van het electoraat om verandering roept. En die kritische massa groeit gestaag.

In deze donkere pre-Durbantijden laat Herman Verhagen een hoopvol geluid horen. Dat zich misschien nog het best laat samenvatten door een citaat van Mahatma Gandhi, tevens het motto van dit boek: “Eerst negeren ze je. Dan lachen ze je uit. Dan bevechten ze je. Dan ben je aan de winnende hand.”

Jan Haeverans ‘De duurzaamheidsrevolutie – Hoe mensen organisaties en organisaties de wereld veranderen’ van Herman Verhagen is uitgegeven bij Uitgeverij Jan van Arkel en kost 14,95 euro.

Partner Content