De voor- en nadelen van Coutinho

© BELGAIMAGE
Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Door het geld van de transfer van Neymar meteen op te souperen op de transfermarkt vergooit FC Barcelona een unieke kans.

Afgelopen weekend raakte bekend dat Philippe Coutinho (25) naar FC Barcelona verhuist. Barça betaalde daarvoor ongeveer 120 miljoen euro aan Liverpool. Met de 105 miljoen euro die het afgelopen zomer ophoestte voor Ousmane Dembélé, is het geld dat het ontving voor Neymar dan ook al helemaal opgesoupeerd. Nochtans had voorzitter Josep Bartomeu laten verstaan dat hij al die centen niet louter aan transfers wilde spenderen.

De komst van Coutinho lijkt meer nadelen dan voordelen te hebben voor Barcelona. Een voordeel is dat coach Ernesto Valverde zijn elftal gevoelig versterkt ziet. Coutinho wordt beschouwd als de gedoodverfde opvolger van Andrés Iniesta, die in mei 34 wordt. Iniesta kan op die manier wat vaker gespaard worden met het oog op de Champions Leaguecampagne, waar Coutinho toch niet meer speelgerechtigd is. Een en ander laat Valverde ook toe om de Braziliaanse middenvelder rustig te laten integreren in de groep. Zo kan hij ook al wennen aan de Spaanse competitie, toch veel minder fysiek dan de Engelse.

Maar er zijn ook nadelen verbonden aan de komst van Coutinho. Er wordt immers gewag gemaakt van een jaarsalaris van 12 miljoen euro voor de Braziliaan. Dat zou niet alleen voor onenigheid kunnen zorgen in de kleedkamer, het zou ook de loonlast, die vóór het vernieuwde contract van Lionel Messi al 63 procent bedroeg, nóg verhogen. FC Barcelona geeft sowieso al meer geld uit aan spelerslonen dan Real Madrid, Manchester City of PSG. De club voorziet wel een recordcijfer qua inkomsten voor het financiële jaar 2017-2018 van 897 miljoen euro, maar de salarismassa dreigt er ongezond hoog te worden.

Dat laatste is ook het resultaat van een ongelukkige transferpolitiek. Al jaren aan een stuk slaat de Catalaanse club een belabberd figuur op de transfermarkt. De rijkelijk betaalde miskopen – denk maar aan Arda Turan – zijn niet meer te tellen. En afgelopen zomer nog gingen deals met Marco Verratti (PSG) en Jean Michaël Seri (Nice) om onduidelijke redenen de mist in. Vorige maand dreigde Atlético Madrid er ook nog mee om een klacht neer te leggen bij de FIFA omdat Barça toenadering zocht tot Antoine Griezmann.

Ondertussen wordt de harde kern van het dreamteam dat tien jaar geleden aan de hand van Pep Guardiola aan een opmars begon er niet jonger op: van het viertal Messi-Piqué-Iniesta-Busquets is alleen die laatste nog geen 30. Hun opvolgers staan nog niet klaar en ze lijken ook niet uit opleidingscentrum La Masía te komen. De vraag rijst dan ook of FC Barcelona het geld van de transfer van Neymar niet beter had geïnvesteerd in de jeugdopleiding in plaats van het uit te geven aan grote namen.

Het contrast met Real Madrid is schril. Daar lijkt Florentino Pérez te zijn afgestapt van zijn politiek om galácticos in te lijven. Afgelopen zomer gaf de Koninklijke ‘slechts’ 40,5 miljoen euro uit: aan de 19-jarige Theo Hernández (24 miljoen) en aan de 20-jarige Dani Ceballos (16,5 miljoen).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content