Interview met Gianluigi Buffon: ‘Soms ben ik beschaamd om mezelf’

© GETTY

Eind volgende week wordt Juventusdoelman Gianluigi Buffon veertig. Een mijlpaal, maar geen stoplicht.

De drieduizendmetertoppen boven Vinovo, het dorpje waar de spelers van Juventus dagelijks trainen, liggen met sneeuw bedekt. De weg naar de ingang voert langs herinneringen aan alle 33 landstitels die de Italiaanse recordkampioen behaalde. Binnen wacht de beroemdste speler van deze generatie, een doelman die op 28 januari zijn 40e verjaardag viert en die net nog door de gezaghebbende sportkrant Gazzetta dello Sport werd uitgeroepen tot Man van het Jaar, de uitschakeling voor het WK tegen Zweden ten spijt.

Na die uitschakeling kondigde je je afscheid aan bij de nationale ploeg. Later zei je op de vraag of het EK 2020 nog een doel is: ik sluit niets uit. Wat is het juiste antwoord?

GIANLUIGI BUFFON: ‘Ik weet zelf niet meer wat ik op die vraag moet zeggen. Stop ik, stop ik niet? Ik voel me een soldaat in dienst van mijn club en mijn land. Het algemeen belang vond ik altijd op de eerste plaats komen, boven mijn eigen belang. Dat is mijn visie op mijn werk. Waarschijnlijk stop ik, maar blijf ik ter beschikking van mijn club en de nationale ploeg. Zelfs op mijn tachtigste mogen ze me oproepen als ze plots zonder keeper zitten. Dan train ik even en kan ik zo weer tussen de palen.’

Straks in maart speelt de Squadra opnieuw. Ten laatste dan zal je opnieuw moeten zeggen wat je van plan bent.

BUFFON: ‘Ik heb gezegd wat ik te zeggen heb. Een man van 40 heeft de plicht plaats te maken voor anderen. Ik weet goed genoeg dat ik voor anderen de weg kan blokkeren, en dat wil ik niet. Met die stellingname toon ik respect voor anderen.’

Fabriekseigenaar

De beroemde quote van Gary Lineker, ‘voetbal is een simpel spel: het duurt 90 minuten en op het einde winnen de Duitsers’, gold lange tijd ook voor Italië. Waarom werkt dat nu niet meer?

Ook op je 40e kan je nog beter worden.

Gianluigi Buffon

BUFFON: ‘Meestal komen we na een tegenslag sterk terug. We speelden een afschuwelijk WK, en twee jaar later stonden we in de finale van het EK. Ook het WK 2014 was slecht, maar op het volgende EK gingen we er pas na penalty’s uit tegen Duitsland. Ons DNA is niet veranderd, de inzet en strijdlust is er ook nog, maar wanneer het talent ontbreekt, volstaat dat niet.’

Is er toch niet één deugd met de jaren verloren gegaan? Met name het winnaarsgen?

BUFFON: ‘Dat denk ik niet. Dat zit nog altijd in ons DNA. Wat we wel niet meer hebben, is een speler die de sleutel heeft om kampioen te worden.’

Iemand als Roberto Baggio, Alessandro Del Piero of Andrea Pirlo, bedoel je?

BUFFON: ‘Tot een jaar of tien geleden hadden we zulke spelers nog. Nu niet meer. Dat is een zware handicap.’

Heeft het probleem van de Squadra ook niet te maken met een gebrek aan autoriteit bij de bondscoaches? Tijdens het WK 2014 moesten de ouderen in het team al ingrijpen, dit jaar werd de bondscoach nog weggestuurd uit de kleedkamer.

BUFFON: ‘Toen ik in 1997 debuteerde in de nationale ploeg, was de verhouding tussen bondscoach en spelers nog zoals tussen een fabriekseigenaar en diens werknemers. Dat is sindsdien veranderd, en dat is maar goed ook. Discussies kunnen nuttig zijn. Voor alle duidelijkheid: het is niet zo dat we hem uit de kleedkamer hebben weggestuurd. Hij is voor de play-offwedstrijden tegen Zweden naar AndreaBarzagli, Giorgio Chiellini en mij gekomen en heeft voorgesteld een gesprek met de spelers te organiseren zonder hem. Ik heb daarop geantwoord: ‘Ja, mister (in Italië worden alle trainers traditioneel aangesproken met mister, nvdr), dat is een goed idee.”

We hebben je de laatste jaren steeds vaker in tranen zien uitbarsten na een verloren wedstrijd: na de uitschakeling tijdens het EK 2016, na de verloren Champions Leaguefinale 2017 en nu weer, na de uitschakeling tegen Zweden. Heb je nooit spijt gehad dat je niet vroeger gestopt bent?

BUFFON: ‘Absoluut niet. Ik ben bijna 40 en nog altijd gelukkig met wat ik doe en kan doen. Wie over Buffon praat, doet dat nog altijd in de tegenwoordige tijd. Soms lach ik eens dat het met al die prijzen en onderscheidingen die ik de laatste tijd krijg lijkt alsof ik al gestopt ben. Maar dat is zelfironie. Als ironie een teken is van uiterste vertwijfeling, staat zelfironie volgens mij voor een gelukkig leven. Wat dat betreft, ben ik een gelukkig man.’

Hoe belangrijk had je het gevonden om voor de zesde opeenvolgende keer deel te nemen aan een WK, iets waar tot nu nooit iemand in geslaagd is?

BUFFON: ‘Dat was een record geweest waar ik enorm trots op zou zijn, een bekroning van een mooie carrière die ten einde was gekomen. Maar wat me meer pijn doet, is dat ik niet naar dat WK kan met deze spelers van wie ik er met een aantal al tien, elf jaar samen speel. Met wie ik al eens wereldkampioen ben geworden en met wie ik dit laatste geschenk wilde delen: nog een keer een maand samen doorbrengen en de gevoelens die daarbij horen te delen. Want het sociale aspect bepaalt veel.’

Hoe bedoel je?

BUFFON: ‘Laat het me zeggen met een boutade die Winston Churchill vroeger gebruikte: ‘De Italianen trekken ten oorlog alsof het een voetbalwedstrijd betreft, maar een voetbalwedstrijd spelen ze alsof het een veldslag is.’ Dat vat de ingesteldheid samen waarmee wij een match aanvatten en waarom een soort magie dan neerdaalt over het land. Ik weet dat, omdat ik het als kind zelf meegemaakt heb. Plots kwamen supporters van Juventus, Inter en Napoli samen op straat en werden één.’

Is voetbal dan toch het enige wat Italianen uit noord en zuid verenigt?

BUFFON: ‘Dat klopt. Ook daarom zal ik tot mijn laatste dag spijt hebben dat we ons niet geplaatst hebben voor het WK. We hebben een generatie kinderen de kans ontnomen om tijdens het WK kippenvel te krijgen en samen emoties te beleven. Het ergste moet nog komen, in juni. Ik hoop dat ik, wanneer de openingswedstrijd op gang wordt gefloten, met mijn snorkel al diep onder water zit, en anderhalve maand niet meer boven water kom. Dat wil ik pas opnieuw doen wanneer de finale afgefloten is. Jij lacht, maar dat is waar ik van droom.’

Je foto en het opschrift: ‘Gigi Buffon, trots van het land’ prijkte onlangs op een groot beeld in het stadion. Doet je dat iets?

BUFFON: ‘Eerlijk? Ja. Omdat ik dat een mooie beloning vind voor de weg die ik afgelegd heb. Niet alleen als topsporter, maar ook als mens. Mensen geven je niets cadeau, ook in het leven krijg je niets cadeau. Wanneer je voetbalt of spreekt, word je telkens weer gewikt en gewogen, en alleen goed bevonden wanneer jij degene bent die de sleutel aanreikt die de mensen op dat moment nodig hebben, of denken nodig te hebben.’

Vroeger verweet men je een ultranationalist te zijn, maar de laatste jaren sprak je je vaker uit tegen racisme of het uitfluiten van het volkslied van de tegenstander. Is het voetbal in die zin een weerspiegeling van wat in de samenleving gebeurt?

De WK-uitschakeling blijft een wonde die zolang ik leef nooit zal helen.

Gianluigi Buffon

BUFFON: ‘Elk land heeft zijn eigen geschiedenis, geschreven op basis van veldslagen, pijn en bloed. Daar moet je respect voor tonen. Daarbij komt dat ik vind dat wij, Italianen, onvoldoende respect hebben voor onszelf. We zijn ons amper bewust van wat we zijn en vooral van wat we zouden kunnen zijn. In wezen zijn we fijngevoelig, gastvrij en bereid tot helpen. Als er dan gefloten wordt wanneer het volkslied van de tegenstander gespeeld wordt, raakt me dat. Dat is een gebrek aan opvoeding en cultuur. Ik weet waarover ik praat, want als jongen heb ik vroeger zelf in zo’n curva gestaan en van alles gezongen.’

Een bekend schrijver als Albert Camus zei dat hij al wat hij in het leven en de moraal belangrijk vond uit het voetbal geleerd had. Je klinkt haast net zoals hij.

BUFFON: ‘Voetbal heeft me ongelofelijk veel bijgebracht. Voetbal is de beste want meest waarachtige spiegel van het leven.’

Klopt het dat je lievelingsploeg een Duits team is?

BUFFON: ‘Ja, sinds ik kind was. Borussia Mönchengladbach. Toen we twee jaar geleden tegen mekaar speelden, wisten die niet dat ik een oude fan van hen ben. Dus werd ik weggestuurd toen ik in hun supportersvak een sjaal wilde gaan halen. Later zijn ze naar de kleedkamer gekomen om zich te excuseren en hebben ze me toch een sjaal cadeau gedaan.’

Wie de ranglijst van ’s werelds beste doelmannen bekijkt, ziet dat daar al meer dan tien jaar bijna dezelfde namen in voorkomen: jij, Manuel Neuer, Iker Casillas. Wat opvalt, is dat je op geen compliment kijkt als het op je collega’s aankomt.

BUFFON: ‘Als je jong bent, praat je niet graag over anderen, ook niet als je mening gevraagd wordt. Maar naarmate je ouder wordt, voelt het goed om over anderen te spreken. Om zelf beter te worden, moet ik mezelf met anderen vergelijken en hun sterke punten onder de loep nemen, of dat nu die van Neuer zijn, van Courtois, Ter Stegen of De Gea.’

Pardon? Ter Stegen?

BUFFON: ‘Die is het afgelopen jaar ongelofelijk veel beter geworden. Niet alleen qua voetenwerk, ook qua beslissende saves, zoals bij ons in Turijn in de 92e minuut. Na die match ben ik naar hem toegestapt en heb hem gevraagd: hoe durf je het, zo’n redding doen in mijn woonkamer?’

In je autobiografie schrijf je: geld is niet alles. Hoe kijk je dan naar de huidige waanzinnige transfersommen die betaald worden voor Neymar & co? Vind je het niet absurd dat miljonairs als Ousmane Dembélé of je nieuwe ploegmaat Federico Bernardeschi oorlog gemaakt hebben met de ploegen waar ze jarenlang gevoetbald hadden, alleen maar om weg te kunnen naar een club waar hen een nog groter contract wachtte?

BUFFON: ‘Nee. Hoe kan je nu een 20-jarige de schuld geven voor zulke zaken? Mochten alle clubeigenaren en clubvoorzitters dat niet gewild hebben, was het nooit gebeurd. Als Manchester United besluit een topper van Juventus te kopen, of PSG geeft 500 miljoen om Neymar te halen, dan zien jonge voetballers hoe volwassen mannen met geld spelen. Ze doen hen gewoon na.’

Kort voor het WK 2002 riskeerde je uit de selectie gegooid te worden vanwege een vals diploma. Kort voor het EK 2004 had je een depressie, en kort voor het WK 2006 bezocht de politie je in een onderzoek naar gokken op voetbalwedstrijden. Toch keepte je, ondanks die problemen, telkens op hoog niveau. Heb je stalen zenuwen?

BUFFON: ‘Die heb ik. Maar ik doe ook aan zelfkritiek, en ga altijd voor de spiegel staan. Als ik mijn conclusies getrokken heb, verandert de mening van anderen daar nog zelden iets aan. Soms ben ik beschaamd om mezelf. Wie fouten maakt, moet daar ook de prijs voor betalen.’

Rode wijn

Ondertussen heb je meer dan 1000 competitiewedstrijden en 175 interlands op de teller staan. Wat is je geheim om het op fysiek vlak zo lang vol te houden op het hoogste niveau?

BUFFON: ‘Vooral daar niet te veel over nadenken. Ik probeer natuurlijk wel te leven als een echte prof.’

Past de reclame die je voor rode wijn maakt (vorig jaar verscheen de wijn ‘Buffon’ op de markt, een rode wijn uit Salento bij Lecce in Puglia) daar eigenlijk wel bij?

BUFFON: ‘Toch wel. Twee keer in de week twee glazen wijn drinken is geen probleem. Je moet hooguit ’s anderdaags een half uur extra trainen.’

Intussen blijf je doorgaan met Juventus, dat de afgelopen jaren tot vervelens toe de titel won. Wat is het geheim van die succesformule?

BUFFON: ‘Bij Juventus worden de waarden van spelersgeneratie op spelersgeneratie doorgegeven. De aanzet is gegeven door de eigenaars, de Agnelli‘sdie hun visie op de bedrijfscultuur en hun manier van leven doorgegeven hebben aan de club én elke generatie spelers. De eerste maanden hier zijn moeilijk, waanzinnig zelfs. Toen ik in 2001 van Parma kwam, dacht ik dat ik op een andere planeet beland was. Wat ik niet meteen wist, was of dat aan mijzelf lag of aan de club. Al gauw kwam ik erachter. Hier hangt een mate van ernst en een verbetenheid waarmee men hier zaken beter probeert te maken. Bijna nooit heeft Juventus zulke waanzinnige transfersommen betaald als Real of Barcelona, maar toch heeft het altijd voor de prijzen meegespeeld, ook internationaal.’

Soms liggen winst en verliest kort bij mekaar. Niemand belichaamde dat beter dan Zinédine Zidane, de man die Juventus verliet toen u er als jonge doelman aankwam en die nu al twintig jaar uw tegenstander is, eerst als speler, later als trainer. In de WK-finale in 2006 trapte hij eerst een penalty tegen de lat, om later in de verlengingen wegens een kopstoot van het veld te vliegen. Jij was het die de scheidsrechter daar opmerkzaam op maakte. Heeft hij je dat ooit vergeven?

BUFFON: ‘Tussen ons is een band van wederzijds respect, maar die kopstoot, die was zo duidelijk, zo grof dat ik niet had kunnen doen alsof ik niets gezien had. Het was ook een schok voor mij, ik kon het maar niet geloven. Maar op iemand als Zidane kan je niet kwaad blijven, hij is in se een goed man, die op dat ene moment iets doms heeft gedaan.’

Welke doelen heb je nog?

BUFFON: ‘Ik wil nog altijd beter worden, ook al word ik 40. Ook dan kan dat nog. En met Juventus wil ik tot het laatst om de hoofdprijzen kampen, nationaal en in de Champions League.’

Wie wordt straks wereldkampioen in Rusland?

BUFFON: ‘Omdat ik op dat moment met het hoofd onder water ben, mag de beste winnen. Of het me echt lukt geen minuut te kijken, zoals ik me op dit moment voorneem, weet ik niet, maar deze uitschakeling blijft een wonde die zolang ik leef nooit zal helen.’

Walter Mayr

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content