Lorenzo Insigne: ‘Elke ochtend hoopte ik dat ik gegroeid was’

© Belga Image
Robin Dekempe
Robin Dekempe Medewerker van Sport/Voetbalmagazine en sportmagazine.be

SSC Napoli doet nog volop mee voor de titel in de Serie A. Lorenzo Insigne vertelt het verhaal van zijn weg naar de top.

The Players’ Tribune is een website waarop topsporters hun verhalen kunnen delen met de rest van de wereld. Onlangs pakte Lorenzo Insigne (26) er uit met een openhartige getuigenis over zijn weg naar de top. Zo praat de Italiaanse flankspeler honderduit over zijn idolen, dromen en zijn jeugd die hij doorbracht in Napels.

‘Voordat ik aan dit verhaal begin, wil ik me verontschuldigen bij God’, schrijft hij. ‘En met God bedoel ik Diego Armando Maradona. Daarnaast wil ik me ook verontschuldigen bij mijn vader, want toen ik acht jaar oud was, beging ik een doodzonde.’

Ronaldo

‘Mijn oudere broer zat vroeger op een voetbalschool. Op een dag mocht ik eens komen kijken hoe hij speelde, maar daar had ik geen zin in. Ik liep op het veld, begon te huilen en deed alsof ik stervende was. Man, het was dramatisch. Uiteindelijk kon de coach het niet meer aanhoren en liet hij me meespelen. Ik toonde wat ik in mijn mars had en werd uiteindelijk toegelaten.

‘Voetbalschoenen had ik nog niet, dus zaagde ik de oren van mijn vader z’n lijf. Ik had echter twee problemen. Frattamaggiore, waar ik mijn jeugd doorbracht, stond bekend als een moeilijke buurt. De jobs lagen er niet voor het grijpen, waardoor mijn familie het niet al te breed had. Daarnaast wilde ik een specifiek paar: de R9’s. Daar had Ronaldo net mee geschitterd op het WK van 1998 in Frankrijk. Elke dag was ik erover bezig. Mijn vader wilde me waarschijnlijk vermoorden. Hij was een hevige Napoli-supporter en Ronaldo speelde toentertijd voor Inter Milaan. Maradona was zijn grote held en hij wilde dan ook dat ik zwarte schoenen droeg. Zoals El Diego.’

‘Toen ik de zilverblauwe botjes met gele accenten voor de eerste keer aantrok, dacht ik bij mezelf: oké, misschien ben ik te klein, te arm en niet goed genoeg, maar nu draag ik toch mooi de schoenen van Ronaldo. Wie weet kan ik hem op een dag evenaren.

‘Ik poetste ze dan ook iedere dag, omdat ik wist wat mijn vader had opgeofferd om me ze te kunnen schenken. Toen ze kapot waren, huilde ik. Ze waren heilig voor me. Als ik daaraan terugdenk, vind ik het nogal grappig. Als profvoetballer krijg je namelijk zo veel schoenen dat ze hun waarde snel verliezen.’

Vuurwerk

‘Mijn grote droom was altijd al om met het Napolishirt in het Stadio San Paolo te spelen. Toen ik bij de jeugdteams van onder andere Inter, Torino en zelfs Napoli testte, hoorde ik echter steeds weer dat ik te klein was. Aan techniek, kracht en snelheid kan je werken, maar aan je lengte kan je niets veranderen. Elke ochtend werd ik wakker en hoopte tevergeefs dat ik gegroeid was.

‘Uiteindelijk gaf Napoli me toch een kans. Mijn familie is altijd hevig supporter geweest, maar we hadden geen geld om naar de wedstrijden te gaan kijken. Dus toen ik in de academie zat, wilde ik iedere match ballenjongen zijn. Zo kon ik aan de zijlijn mijn helden aan het werk zien. Ik dacht: als ik nu één wedstrijd in het Napolishirt mag spelen, kan ik vredig sterven.’

Foggia

‘Ik heb alles te danken aan de club. Ze bleef me trouw, ook in de moeilijke periodes. Na mijn debuut werd ik uitgeleend aan Foggia (Serie C1) en nadien aan Pescara (Serie B). Bij Foggia leerde ik coach Zdenek Zeman kennen. Hij leek recht uit een oude film te komen. Elke morgen liet hij ons in zijn kantoor wegen, terwijl hij er de ene sigaret na de andere opstak. Als je de deur van zijn bureau opende, zag je enkel witte rook. Op een dag had ik er genoeg van en vroeg ik hem of hij het roken zou kunnen laten als er spelers aanwezig waren. Hij nam een trek van zijn sigaret en antwoordde me grappend dat ik het mocht afbollen.

‘We hadden een geweldige relatie en ik maakte dan ook achttien doelpunten bij Foggia. Toen hij aan het einde van het seizoen vertrok, ben ik hem gevolgd naar Pescara. Achteraf gezien was 2011 een belangrijk jaar, want ik leerde mijn vrouw Jenny (Darone, nvdr) toen kennen. Als je Zuid-Italië wat kent, weet je dat haar ouders niet zouden toestaan dat ze mij zou volgen. Dat seizoen had ik dus een dubbele motivatie om goed te spelen: ik zou zo mijn droom bij Napoli in vervulling zien gaan én ik kon vaker bij Jenny zijn. Ik scoorde er negentien keer en na het seizoen had ik een onderhoud met Walter Mazzarri, de toenmalige hoofdcoach van Napoli. “Als je hier een plaatsje wil, moet je dat zelf veroveren”, zei hij. Ik antwoordde dat ik in mijn leven nog nooit iets gratis heb gekregen. Niets kon me dat seizoen stoppen.’

El Diego

‘Soms hoor ik mensen slecht spreken over Napels. Dat doet me pijn, omdat ze de stad niet kennen. Volgens mij is het de mooiste metropool van de wereld. Als je me niet gelooft, kijk maar naar mijn ploeggenoten die naar een grotere club konden en toch bleven. Als ik aan hen vraag waarom, antwoorden ze dat ze van de stad, de fans en het leven hier houden. Dus als mensen slecht spreken over Napels moeten ze wakker worden. Zelfs God houdt van Napels en met God bedoel ik Maradona.

‘Ongelooflijk veel respect heb ik voor Ronaldo, maar nu ik wat ouder ben en mijn geschiedenis beter ken, besef ik meer dan ooit dat Maradona de grootste der aarde was. Ronaldo, je had fantastische schoenen, je was een genie en mijn inspiratie. Maar als Napolitaan ben ik verplicht te zeggen dat er maar één koning is en zijn naam is Diego.’

Vorig jaar vertelde ook Cristiano Ronaldo aan The Players Tribune openhartig zijn levensverhaal en hoe het vaderschap hem als sporter veranderd heeft. Lees.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content