De 5 geboden van René Weiler

© GETTY
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Ruim een half jaar had René Weiler nodig om van een zootje ongeregeld een geloofwaardige titelkandidaat te maken. Reconstructie aan de hand van Weilers vijf geboden.

1. GIJ ZULT DE GROEP NIET DESTABILISEREN

Hamdi Harbaoui beschreef René Weiler onlangs als een trainer zonder persoonlijkheid. Anderen noemen hem zelfs een charlatan. De enige waarheid zit hem in de feiten: Anderlecht leidt de dans in België en staat met anderhalf been in de 1/8 finales van de Europa League. Dat lukt alleen maar als de sleutelspelers mee zijn in het verhaal. In de mindset van René Weiler is niemand groter dan de ploeg. Niet de aanvoerder, niet de speler met de langste anciënniteit en niet de speler met het grootste salaris. Wie de groepsharmonie verstoort, mag beschikken. ‘Bij Aarau had hij een conflict met een aanvaller die gaandeweg gemakzuchtig begon te worden’, vertelt Igor Nganga, die twee jaar Weilers aanvoerder was bij de Zwitserse club. ‘Weiler heeft hem opzijgeschoven. Toen de titel binnen was, hebben we voor aanvang van de laatste match bij Weiler aangedrongen om de speler in kwestie op te nemen in de selectie. Hij heeft geen duimbreed toegegeven. Zijn redenering was simpel: we hebben de titel zonder hem gewonnen, dus we hebben hem nu ook niet nodig.’

Spelers die in opstand durven komen tegen zijn regime, worden een kopje kleiner gemaakt. Figuurlijk welteverstaan. Daarom kregen ambetante spelers als De Maio, Okaka en Harbaoui een vrijgeleide om te vertrekken. Het risico op besmetting was te groot. Na de overwinning in Oostende verwoordde Leander Dendoncker perfect de nieuwe dynamiek op Neerpede. ‘We zijn bereid om voor elkaar te vechten. De voorbije jaren was dat niet het geval.’

Op zomerstage probeert Weiler de fundamenten te leggen van een stevig collectief. Mimespelletje, hindernissenrace of triatlon: elke intellectuele of fysieke krachtmeting is goed om de echte krijgers van de losers te onderscheiden. Tegelijk vijst de 43-jarige Zwitser de discipline aan. Laatkomers – al is het slechts één minuut – worden op de vingers getikt, geen koptelefoons in de massageruimte en geen gsm aan tafel. ‘Er waren dagen dat ik mijn smartphone thuis liet’, aldus Fabrice N’Sakala, die bijna drie maanden met Weiler werkte alvorens te worden uitgeleend aan het Turkse Alanyaspor. ‘Als je niet op je telefoon aan het tokkelen bent, ga je automatisch het menselijke contact opzoeken. Zo heb ik Trezeguet leren kennen.’

2. GIJ ZULT MIJN WERK NIET IN TWIJFEL TREKKEN

Gemiddeld spendeert Weiler zo’n tien minuten aan de analyse van de tegenstander tijdens de theorie voor de match. In de kleedkamer is er ruimte voor discussie, daarbuiten wil hij spelers die zijn programma verdedigen. Loyauteit is een breekpunt voor Weiler. Van zijn aanvoerder verwacht hij een onvoorwaardelijke loyauteit. De kapitein is zijn running mate, zijn vertrouwensman, de speler aan wie hij boodschappen doorgeeft die bestemd zijn voor heel de ploeg. ‘Soms nam Weiler mij apart wanneer hij twijfelde tussen twee spelers’, aldus Igor Nganga. ‘Hij vroeg mijn mening over die spelers, maar hij had het laatste woord.’

‘Een speler die geen problemen wil met Weiler moeten twee zaken onthouden: hou je dikdoenerij voor jezelf en plooi je dubbel voor je ploegmaats.’

Igor Nganga

In november betaalt Sofiane Hanni, die in de zomer de aanvoerdersband erfde van Steven Defour, een zware prijs voor zijn kortstondige gebrek aan loyauteit. Na de 3-2 tegen Zulte Waregem laat de Algerijn zijn frustraties de bovenhand nemen en plaatst hij vraagtekens achter de tactiek van Weiler. Vier dagen later tegen Saint-Etienne begint Hanni op de bank en tijdens de nabespreking volgend op dat duel wordt hij neergesabeld. Nganga: ‘Weiler doet niet zomaar iets. Als hij een speler frontaal aanvalt, zit daar altijd een reden achter. Een speler die geen problemen wil met Weiler moeten twee zaken onthouden: hou je dikdoenerij voor jezelf en plooi je dubbel voor je ploegmaats.’

Weiler heeft de reputatie een stijfkop te zijn, maar op zijn eigenzinnige manier slaagt hij er ook in om zijn fouten toe te geven. Bij Aarau deelde Weiler tijdens de nabespreking op zondag ooit complimenten uit aan een speler om hem twee dagen later tijdens een onaangekondigde vergadering met de grond gelijk te maken. Weiler had de beelden herbekeken en hij was tot de vaststelling gekomen dat de speler weinig had gelopen. Iedereen was verdwaasd over die terechtwijzing. ‘Na een wedstrijd zit Weiler dikwijls in zijn eigen wereld’, herinnert Nganga zich. ‘Hij zal na een overwinning iedereen feliciteren, maar hij zal nooit op tafel dansen. De dag erna ging je als spelers wel met een ei in de broek naar de nabespreking. Hij zei niets, want vaak spraken de beelden voor zich, en dan confronteerde hij ons op een genadeloze manier met onze fouten.’

Een ex-speler van Nürnberg noemt Weiler een kleine Napoleon. ‘Als je het niet gewend bent, kan de houding van Weiler dictatoriaal overkomen’, zegt Fabrice N’Sakala. ‘Ik zal je meteen geruststellen: in Frankrijk zijn alle trainers kleine dictators.’

3. GIJ ZULT BLIJVEN LOPEN TOT GE ERBIJ NEERVALT

Geen speler die meer het Anderlecht 2.0 belichaamt dan Youri Tielemans. Onder John van den Brom en Besnik Hasi sjokte Tielemans vaakover het veld en was hij een alibivoetballer die rond de middencirkel bleef zwerven om zijn passes te versturen. Nu duikt het jeugdproduct made in Neerpede in de hoeken en zet hij meestal de indrukwekkende pressing van de ploeg in gang. Hetzelfde verhaal bij Massimo Bruno, die nu wel aan de fysieke standaarden van Weiler voldoet. De 23-jarige aanvaller werd de voorbije wedstrijden vaak al na een uur stikkapot van het veld gehaald, maar het is een opoffering die Weiler weet te appreciëren.

‘Voor elke positie heeft Weiler een minimumvereiste wat het aantal afgelegde kilometers betreft. Je mag daar niet onder gaan’, zo weet N’Sakala. ‘Bij conditionele testen mochten we niet trager dan 16 km per uur lopen. Op training was er een regel: je moet altijd in beweging zijn, al is het maar lichtjes joggen. Word je betrapt op stappen, dan moet je pompen. Eigenlijk zoekt hij constant de limieten op van een speler, zodat hij voor zichzelf de lat hoger legt. Ik kan mij vergissen, maar de meeste spelers van Anderlecht zullen Weiler later dankbaar zijn. In feit doet Weiler niets speciaals, hoor. In Frankrijk heb ik erger gekend: daar zat je haast op een militair kamp.’

‘Voor elke positie heeft Weiler een minimumvereiste wat het aantal afgelegde kilometers betreft. Je mag daar niet onder gaan.’

Fabrice N’Sakala

Niet alleen de afgelegde afstand, maar ook het aantal sprints en de intensiteit van de sprints zijn parameters waar Weiler veel belang aan hecht. Hij is vooral veeleisend voor de jongens die op de flank staan. In zijn spelconcept moet een winger evenveel verdedigen als aanvallen. Hij huivert alleen al bij de gedachte dat een offensieve speler rustig terug wandelt na een inspanning. Van een flankverdediger verwacht de ex-trainer van Nürnberg dan weer dat hij verschillende zones bezet en veel overlappingen voor zijn rekening neemt.

Weilers drang naar perfectie is herkenbaar voor Nganga. ‘Op training bij Aarau moesten we elke keer voluit gaan. Soms tot op het randje. Ik kan je verzekeren dat er gesakkerd werd op Weiler. Na zijn vertrek misten we die zware trainingsarbeid. Soms dachten we: met Weiler hadden we die match nooit verloren. Conditioneel waren we zo sterk dat we erop en erover zouden gaan.’

4. GIJ ZULT DE BAL ZO SNEL MOGELIJK VOORUIT SPELEN

Vraag aan de romantici onder de Anderlechtsupporters welk soort voetbal ze willen zien en ze zullen ongetwijfeld elementen aanhalen als balbezit hebben, de speelhelft van de tegenstander opvreten, buitenspelers hun tegenstander zien passeren, opkomende backs, inschuivende middenvelders en het toepassen van de vijf- of achtseconderegel – na balverlies meteen pressing zetten en doorgaan. Weiler ziet het voetbal anders: hij hoeft de bal niet – hij is alleszins niet verzot op balbezit – en speelt liever vanuit de reactie. De ideeën van de Zwitser zijn een stijlbreuk met het verleden en het deed de grondvesten van het instituut even wankelen. ‘We hebben vaak kritiek gekregen omdat het spel niet goed was, maar als de punten blijven komen, zal de kritiek wel verstommen’, is de mening van Leander Dendoncker.

Sinds de winterstop is het voetbal geëvolueerd van slordig, monotoon en zelfs contraproductief naar spectaculair. Anderlecht heeft zich gespecialiseerd in een soort blitzkriegvoetbal. Wanneer de tegenstander het niet verwacht, staan ze plots met vier, vijf spelers aan de grote rechthoek. Het uitgangspunt van Weiler is simpel: de verbinding van de tegenstander verbreken, hem afsnijden van de bevoorradingsposten en dan snel uitbreken. Uitvoetballen levert leuk beeldmateriaal op, maar meer niet. Nganga herinnert zich een voorval op training dat de voorkeur voor verticaal voetbal van Weiler onderstreept. ‘Een speler beklaagde zich erover dat we de bal te vaak wild wegtrapten. Hij wilde meer uitvoetballen zoals Barcelona. Weiler heeft de training stilgelegd en de speler mocht het eventjes overnemen. We hebben het geprobeerd, maar het liep voor geen meter. Weet je wat Weiler zei? ‘Ik ben niet dom. Ik ken de gebreken en kwaliteiten van mijn spelers.

5. GIJ ZULT VOOR MIJ DOOR EEN VUUR GAAN

Vanaf dag één maakte Weiler zijn intenties duidelijk: als hij iets te zeggen heeft, dan zal hij het voor heel de groep doen. Het is zijn manier om de spelers op mentaal vlak beter te maken. N’Sakala kan erover meespreken. ‘Het is mij een paar keer overkomen dat Weiler voor iedereen zei: ‘Fabrice, je was vandaag niets waard.‘ Ik trok mij er niet veel van aan want ik had snel door hoe hij functioneerde.’

Weiler weet hoe spelers te bespelen. Hij creëert zelfs goodwill bij de jongens die hij nog voor de zomerstage naar de B-kern degradeert. De timing en de manier waarop de afslanking van de groep tot stand komt, is nochtans ongebruikelijk. Weiler laat alle spelers opdraven in een onderlinge oefenmatch en maakt na negentig minuten een schifting. De ontgoocheling is groot bij de betrokken spelers, maar de keuze wordt zonder veel weerstand aanvaard. ‘Weiler is niet hypocriet en de hiërarchie interesseert hem niet. Daarom konden we ons min of meer verzoenen met zijn beslissing’, getuigt een speler die destijds naar de B-kern werd gestuurd. ‘Hij heeft zelfs met elke jongere individueel gepraat. Zijn discours was overtuigend: hij had een keuze gemaakt, maar hij wilde ons nog niet definitief afschrijven.’

De juiste snaar raken is voor Weiler een routineklus. Nganga: ‘We hadden een speler bij Aarau, Remo Staubli, die altijd met kleine kwetsuren kampte. Elke week was het wel iets anders. Weiler wist precies hoe hij met hem moest omgaan. Soms werd hij op training gespaard. Of hij liet hem een paar matchen op de bank plaatsnemen om hem daarna drie wedstrijden na elkaar in de basis te droppen. Na zijn periode bij Weiler geraakte Staubli niet meer vooruit en hij is zelfs moeten stoppen met voetballen. Weiler gaat graag aan de slag met spelers die niemand nog wil. Hij heeft de gave om een carrière te herlanceren.’

Spelers zijn bereid om een kogel voor Weiler op te vangen. Merkwaardig. Want voor de meesten is hij een wildvreemde. Bij alle clubs waar hij werkt, behoudt hij een veilige afstand met de spelersgroep. Nganga: ‘In vijf jaar heb ik één keer een tête-à-tête met hem gehad buiten het voetbal. Tijdens onze vrije dag zag ik op mijn telefoon plots zijn nummer verschijnen. Hij vroeg of ik iets te doen had en hij nodigde mij uit om een koffie te gaan drinken. We hebben over alles en niets gepraat. Behalve over zijn privéleven, want dat liet hij strikt gescheiden van het voetbal. Wij wisten enkel dat hij een vrouw en een kind had.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content