De roots van Hamdi Harbaoui: ‘Wat hij doet, is voor de ziel van zijn papa’

© Belga Image
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Woensdag was Hamdi Harbaoui matchwinnaar voor Zulte Waregem in de finale van Play-off 2, zondag wil de topschutter van de Jupiler Pro League hetzelfde doen op het veld van KRC Genk, in de barragematch voor het vijfde en laatste Europese ticket. Sport/Voetbalmagazine sprak vier jaar geleden in Tunis met familie, vrienden en kennissen van de Tunesische spits. Herlees.

Deze reportage verscheen eerder in Sport/Voetbalmagazine in 2014

Even vrezen we voor handgemeen. De taxibestuurder die ons lijmde, blijkt niet de eerste in de rij wachtenden te zijn en wordt daar door een van zijn collega ’s agressief op aangesproken. Na tussenkomst van een politieagent moeten we uiteindelijk van taxi wisselen. Het zijn spannende tijden in Tunesië. Dictator Ben Ali is sinds 14 januari 2011 verjaagd, maar voor het volk is er nog maar weinig beterschap merkbaar. Onze chauffeur windt zich op over de gestegen prijs van onder meer het vlees en een blik tomaten, over de opkomst van de islampolitiek, de moord op twee oppositieleiders en de terugloop van het aantal toeristen. “Minder veiligheid, minder werk en meer kosten: wat wil je dat ik daarvan vind?!”

La Marsa

Hamdi Harbaoui groeide met zijn jongere broer en drie oudere zussen op in El Ouardia en in El Mourouj, buitenwijken van Tunis. Maar intussen woont zijn moeder in een appartementje in La Marsa, een badplaats nabij de hoofdstad. Het is zijn jongste zus, Salwa, die ons over de middag tussen haar werk door komt oppikken. Ze is commercieel directeur bij een firma die in medische apparatuur doet, vertelt ze onderweg, en speelde vijftien jaar volleybal. “Op een dag nam ik Hamdi mee naar de training en om zich wat bezig te kunnen houden terwijl ik aan het trainen was, gaf ik hem een volleybal. Maar na een tijdje zag ik dat hij naar een veldje was gegaan waar de jeugd van Club Africain aan het voetballen was. Om daar een test af te leggen (lacht). Hij was toen zeven à acht. Zo is zijn carrière begonnen.”

Eind 2004 overleed vader Abdelmajid Harbaoui. Hij was directeur in een zuivelfabriek, vernemen we van Salwa. Haar jongste broer, Khalil, speelde basket en vertrok naar Qatar om er in een bank te gaan werken. Haar oudste zus, Soumaya, is styliste-modéliste en de andere, Boutheina, geeft les op de universiteit. Moeder Mabrouka is de enige van de familie die geen Frans spreekt. Maar het onthaal is daarom niet minder hartelijk. Ze brengt ons een glas fruitsap en een plateau met Tunesische petitfours. Het zijn wel vooral haar mondige dochters die het woord zullen voeren.

Soumaya: “Hamdi is een beetje …”

Salwa: “… koppig…”

Soumaya: “Enthousiast. Vurig. Als hij boos wordt…”

Boutheina: “… wordt hij makkelijk zenuwachtig.” (lacht)

Soumaya: “Hij is dynamisch.”

Salwa: “Maar hij lacht ook graag.”

Boutheina: “Hamdi heeft het talent om zelfs problemen met humor te benaderen. Zijn broer is het tegenovergestelde van hem: zo rustig en zo zacht.”

Salwa: “Dat heeft hij van zijn vader. Die was ook heel zachtaardig. Hamdi heeft een beetje het karakter en de sterke persoonlijkheid van zijn moeder.”

Boutheina: “Ik heb niet diezelfde moed. Salwa wel. Maar we zijn allemaal gevoelig.”

Salwa: “Hamdi ook, maar hij verbergt zijn gevoelens. Hij zegt niet veel en kan goed luisteren, maar hij verdedigt zijn rechten. En van klein af droomde hij ervan om voetballer te worden. Wanneer we hem in zijn kamer staken, maakte hij een bal van papier en begon hij ook daar te voetballen.” (lacht)

Boutheina: “We waren nochtans helemaal geen mensen die gefascineerd waren door voetbal. Maar onze ouders lieten het hem proberen en begeleidden er hem nauw bij uit schrik dat hij in slecht gezelschap zou geraken. Allemaal zijn we praktiserende moslims van wie ons geloof deel uitmaakt van ons dagelijks gedrag.”

Salwa: “Onze levenswijze lijkt erg op die in Europa. We zijn vrij en er is niets dat ons bang maakt.”

Boutheina: “In Tunesië is er nooit een probleem van geloofsextremisme geweest. Tot voor de revolutie van drie jaar geleden was er alleen een probleem van corruptie door de clan van de vrouw van de president. Dat sijpelde door in het hele systeem, in de politiek, de economie, zelfs in de onderwijsstructuren, en dat weerspiegelde zich in de eenvoudigste dingen van ons dagelijks leven. Maar onze vader benadrukte altijd het belang van opvoeding en vorming, van studeren en werken en de resultaten die daar het gevolg van zijn. Gelukkig zijn we nu op weg van herstel. Het zal tijd vergen, maar we zijn heel optimistisch over de toekomst van ons land.”

Het familiealbum wordt erbij gehaald. We krijgen een foto toegestopt van Hamdi in het rood-wit gestreepte shirt van Club Africain met zijn ploegmaats én met Bobby Charlton.

Boutheina: “Die dateert van 25 maart 1996. Hij is genomen in het stadion van Espérance ter gelegenheid van een jeugdtoernooi waarvoor de verantwoordelijken Bobby Charlton hadden uitgenodigd.”

Op de achterkant staat een Arabische tekst.

Boutheina: “Papa schreef er zijn wensen op. (leest luidop) Ik hoop dat God toelaat dat mijn speler in de toekomst een grote speler wordt. Hamdi was toen elf.”

Kort daarna is hij voor Espérance gaan spelen, merkt zijn moeder op. Dat werd een succes. Op zijn achttiende debuteert hij er in de eerste ploeg en wordt meteen topschutter. Tot plots zijn vader aan een hartaanval overlijdt en de problemen zich opstapelen.

Salwa: “Nochtans, de maandag overleed papa en de zaterdag was er de topper tegen Club Africain en speelde Hamdi een geweldige wedstrijd. Hoewel hij helemaal gedemoraliseerd was.”

Boutheina: “Onze vader en Hamdi waren altijd samen. Hij volgde hem overal, zelfs tijdens trainingen. Altijd kon Hamdi met alles bij hem terecht. In zekere zin deed hij ook zo zijn best in het voetbal om aan de verlangens van zijn papa te voldoen. De dag dat die wegviel, voelde hij zich helemaal alleen, verloren, en dat zette zich in zijn gedrag voort. Ook omdat hij in zijn adolescentie zat.”

Hij verloor de focus en begon uit te gaan.

Boutheina: “Hij was zich bewust van wat hij aan het doen was en wist dat het niet goed was, maar het ging zijn wil te boven. In die periode kende hij veel problemen met ploegmaats, trainers en met de machtige voorzitter.”

Salwa: “Hij besliste om Tunesië te verlaten, maar de club wilde hem niet laten gaan.”

Arabische krantenartikels uit die tijd worden ontvouwd.

Boutheina: “Kaiserslautern deed een bod van 400.000 euro, maar Espérance vroeg anderhalf miljoen.”

Uiteindelijk zal hij pas in de zomer van 2007 zijn carrière kunnen hervatten. Via Moeskroen, Visé, OHL en Lokeren werkt hij zich vanuit de Belgische derde klasse op tot in de top van de topscorerslijst van de Jupiler Pro League.

Boutheina: “Dankzij zijn wilskracht. Hamdi houdt stevig vast aan wat hij wil realiseren. Hij heeft het profiel van een ondernemer. Wanneer hij een beslissing neemt, zet hij door. Hij is van niets bang en durft risico ’s te nemen.”

Iederéén is nu supporter van hem.

Boutheina: “Natuurlijk. Maar vooral mama volgt het voetbal.”

Moeder merkt op da t elke keer ze gaat kijken Hamdi drie doelpunten maakt.

Boutheina: “Dat zegt ze ter attentie van de verantwoordelijken van Lokeren. (lacht) Maar mijn hart verdraagt nog altijd de stress van zo ’n voetbalwedstrijd niet.”

Soumaya: “Au fond is eigenlijk ook Hamdi daar te gevoelig voor.”

Boutheina: “Hij is héél gevoelig en iemand die bijvoorbeeld ook snel weent. Misschien is het erfelijk, want we zijn allemaal zo.”

Soumaya: “Als we goeie dingen doen, hebben we graag dat mensen dat zeggen.”

Boutheina: “We willen erkentelijkheid voelen.”

Soumaya: “En niet slecht behandeld worden.”

Boutheina: “Kwetsende woorden verdragen we niet. Er zijn mensen die accepteren dat hun fouten op een schokkende manier gezegd worden, maar wij houden er niet van iemand op een onbeleefde, agressieve manier te bekritiseren. Zo zijn we niet.”

Soumaya: “Wanneer Hamdi een inspanning levert, wil hij dat mensen die respecteren. Hij verdraagt niet dat iemand hem gratuit pijn doet. Vooral met trainers kent hij problemen.”

Boutheina: “Met trainers die hem niet begrijpen.”

Soumaya: “Trainers die zijn gevoeligheid interpreteren als: hij wil een ster zijn.”

Boutheina: “Hamdi is opgegroeid in wat wij een mannenmaatschappij noemen. In ons geloof wordt gezegd dat mannen in bepaalde zin … sterker zijn dan vrouwen…”

Soumaya: “Meer favorabel.”

Boutheina: “In de opvoeding probeert men onbewust vanaf jonge leeftijd te waarderen wat jongens doen. Bij ons was dat: van zodra mama Hamdi had, kreeg hij het beste cadeau. Niet dat we hem verwenden, maar we hielden ervan hem te zien spelen, hielden van de moppen die hij vertelde, …”

Salwa: “Van in het begin wilde hij een ster zijn.”

Boutheina: “Als je dan plots je vader verliest, is het normaal dat je helemaal van slag bent. Nu nog is wat hij doet voor de ziel van zijn papa.”

Salwa: “Na elke wedstrijd masseerde onze papa Hamdi.”

Soumaya: “Met olijfolie.”

Salwa: “Zelfs na de training masseerde hij hem.”

Soumaya: “Dat deed hij tot aan zijn dood.”

Boutheina: “Onze papa wijdde heel zijn leven aan ons. Na hun werk gaan mannen hier doorgaans iets drinken met vrienden, maar hij kwam altijd meteen naar huis om bij zijn kinderen te zijn.”

Salwa: “Hij was zo gevoelig en stond zo dicht bij ons…”

Er valt een stilte. Mabrouka zinkt weg in gedachten. Boutheina weent.

Tunis

Het laatavondnieuws meldt een schietpartij tussen het leger en terroristen aan de grens met Libië en Algerije. ’s Anderendaags is er op de middag voor het ministerie van Binnenlandse Zaken in het centrum van Tunis een betoging van het Front Populaire, een linkse coalitie die opkomt voor de realisatie van de doelstellingen van de Tunesische Revolutie. Twee vrouwen met posters van de vorig jaar doodgeschoten politici Chokri Belaïd en Mohamed Brahmi leggen ons uit dat ze elke woensdag van 12 tot 13 uur zullen blijven betogen tot de minister van Binnenlandse Zaken de waarheid vertelt over de opdrachtgevers van de moorden. Volgens hen zijn het leden van de islamitische partij Ennahda. “De minister kent de waarheid, we bezorgden hem alle dossiers, maar hij durft die niet te zeggen.” De taxibestuurder die ons terug naar de luchthaven brengt, troost zich met de gedachte dat het vooruitzicht op democratie in Tunesië beter is dan in zijn buurlanden. De man blijkt een groot voetballiefhebber te zijn en las in de krant dat Hamdi Harbaoui in België zijn neus brak. Hij lacht. “Maar zijn flair, zijn neus voor doelpunten zal hij nooit kwijtraken.”

Schoenen die scoren

Amine Neffati speelde bij de jeugd van Espérance met Hamdi Harbaoui samen en is nog altijd met hem bevriend. We treffen hem op het oefencentrum van de Tunesische topclub. “In elke jeugdreeks was hij topscorer en bij zijn debuut bij de profs werd hij meteen topscorer van de competitie”, vertelt hij. “Wanneer hij eens niet gescoord had, veranderde hij van schoenen.” (lacht) Vader Neffati was bij Espérance zijn eerste jeugdtrainer. “Hij was twaalf, kwam van een beetje een arme familie en was timide, maar zijn vader was hier altijd om hem te begeleiden.” Toen al zag je de kwaliteiten van een midvoor, herinnert hij zich. “Groot, stevig, techniek in beweging, goed kopspel en spel met de rug naar doel, een goeie trap, doelinstinct.”

Na de dood van vader Harbaoui ging het mis. “Hamdi deed toen stommiteiten,” weet Amine, die nu voor Hamman-Lif speelt. “Hij zat in discotheken en zo, raakte geblesseerd en niet meteen weer in de basis door de concurrentie met buitenlandse spitsen. Er ontstonden spanningen met de trainer en ook met club, eerst over een beter contract en daarna over een transfer. Marseille deed een bod van een half miljoen, maar Espérance vroeg een miljoen. Dat was veel voor een jonge speler die hier niet speelde. Uiteindelijk is Hamdi helemaal door het lint gegaan en is hij in Europa gaan testen en blijven testen. Tot hij in België een kans kreeg. Hij heeft een groot hart, hij houdt van uitdagingen, hij is een vechter en hij is koppig en als hij provoceerd wordt, raakt hij snel opgewonden. Ik vergeet nooit dat hij in zijn debuutjaar gelijk maakte tegen Sfaxien en snel de bal uit de netten wilde halen, maar dat de keeper hem aan zijn shirt vasthield. Hij draaide zich om en gaf hem klap, buiten het gezichtsveld van de ref, en maakte wat later ook nog de winning goal.” (lacht)

Zouaoui Lerbi is hoofd opleidingen van Espérance. “Hamdi was een jongen die wou dat je hem respecteerde, als speler en als mens”, zegt hij. “Wie dat begrijpt, kan veel uit hem halen. Hij had het talent en de persoonlijkheid en wou snel doorbreken, misschien te snel. Dat zijn doorbrak er in België kwam, betekent dat hij zich daar integreerde en er het vereiste werkvolume en spelritme oppikte. Ik denk dat hij veel leerde uit zijn moeilijke periode hier.”

Soms laat hij zich nog opmerken met standpunten over de gang van zaken in zijn vaderland. Tijdens de revolutie droeg hij zijn goals op aan zij die hun ziel gaven om Tunesië van de dictatuur te bevrijden en zei hij dat er in het voetbal een gelijkaardige revolutie nodig is. Na de laatste Afrika Cup verklaarde hij live op tv dat er zich tijdens de stage in Dubai spelers aan de drank en de vrouwen begeven hadden. Sindsdien schorste de bondsvoorzitter hem. “Velen waren geschokt omdat hij dat publiekelijk over zijn ploegmaats zei”, aldus Amine. “Hij sprak de waarheid, maar hier houden ze de waarheid liever verdoken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content