‘Het signaal van de voetbalbond en de Pro League aan de clubs in 1B: jullie interesseren ons niet!’

© Belga Image

De nieuwe eersteklasser heet dus Cercle Brugge. Over een heel seizoen bekeken mag de Vereniging zich terecht de beste van 1B noemen. Eerste in de eindstand na de reguliere competitie, winnaar van de tweede periode, over twee wedstrijden de betere van Beerschot Wilrijk in de finale. Of ons voetbal blij moet zijn met dit filiaal van AS Monaco is een andere vraag. En vijf West-Vlaamse clubs in 1A is echt wel veel te veel.

Op sites die live voetbalwedstrijden streamen zou een waarschuwing moeten staan, zoals op een pakje sigaretten: ‘Voetbal kijken kan uw gezondheid schaden’. Het was zaterdagavond, ik zat niet op de tribune van mijn favoriete clubje naar een groot scherm te staren, 1) door een waanzinnige flater van het bestuur dat abonnees niet de voorkeur gaf bij het reserveren van plaatsen, waardoor het stadion vooral werd gevuld met successupporters, en 2) omdat ik een griepje zat uit te zweten. Dus werd het hesgoal.com. Waar de beeldverbinding één minuut voor de aftrap uitviel.

If Lags, Refresh the Channel‘ stond er onder het beeldscherm – vrij vertaald: als het beeld blijft hangen, ververs dan het kanaal -, dus dat doe je dan maar. Pas na vier minuten en flink wat gevloek was de verbinding er terug. Ze viel nog een paar keer kort weg, om bij de strafschopfase helemaal op het eind tilt te slaan. Ik zag de bal nog net in doel verdwijnen. Ik wil maar zeggen: als supporter zit je sowieso met toegeknepen billen naar zo’n terugwedstrijd te kijken en dan begint de technologie ook nog eens tegen te wringen. Irritant.

Als supporter met een paarswit hart, huil ik nog wat na. Wat een unieke, gemiste kans. Als journalist en voor een stukje altijd toch nog objectief waarnemer, kon ik er wel mee leven. Cercle was over twee wedstrijden nipt de betere, over de hele competitie bekeken zelfs iets ruimer.

En die strafschop, ach, je kan ‘m fluiten. Had de Beerschot Wilrijk-verdediger maar niet moeten tackelen op die plek, zo kun je het ook bekijken. Maar de supporter in mij, ja, die moet even bekomen.

Gedrocht

Eigenlijk is het signaal van de voetbalbond en de Pro League aan de clubs van 1B: jullie interesseren ons niet

Het is nu al het tweede seizoen dat 1B met acht teams wordt betwist. Profclubs, officieel, in werkelijkheid clubs die ternauwernood kunnen overleven en die buitenlandse mecenassen nodig hebben om de boekhouding nog enigszins te doen kloppen. Vorig jaar promoveerde Antwerp, nadat het in de reguliere competitie pas als derde was geëindigd, ná Lierse – dat niet eens de finale mocht spelen – en Roeselare.

Een anomalie, maar typisch voor het Belgisch voetbal, waar lucratieve play-offs belangrijker worden geacht dan een fair competitiesysteem. Waar punten worden gehalveerd om toch nog een beetje spanning te creëren. Waar de kampioen met de punten niet noodzakelijk triomfeert.

Het had ook zaterdagavond zomaar gekund, zonder die penalty in de 90ste minuut. Dan zou na Antwerp ook Beerschot Wilrijk als derde in de eindstand kampioen zijn geworden. Ik zou dan wel gejuicht hebben, maar toch met een wrange nasmaak.

1B is een gedrocht. Een poging om de vroegere tweede klasse meer allure te geven, door er een ‘1’ voor te zetten, weliswaar met een ‘B’ erachteraan. De boodschap is: jullie zijn tweede keuze, maar we noemen jullie voor de aardigheid eerste keuze. In de economie heet dat window dressing. Eigenlijk is het signaal van de voetbalbond en de Pro League aan de clubs van 1B: jullie interesseren ons niet!

Ga er maar aan staan: acht clubs, achtentwintig wedstrijden, vier keer tegen elkaar spelen. Vier keer tegen, pakweg, Tubize of Westerlo. Twee keer een risicowedstrijd Lierse-Beerschot Wilrijk, waar de hevigste fans van de thuisploeg en de bezoekers op werpafstand in dezelfde tribune staan, waarschijnlijk bedacht door iemand met nostalgische gevoelens naar het Heizeldrama.

Ook na die vier onderlinge confrontaties mocht je overigens concluderen: Cercle was de betere. Het won drie van de vier competitieduels.

Mijn bezwaar is dus niet dat mijn clubje het niet heeft gehaald. Wel dat het systeem niet deugt. De kampioen is nu uitgespeeld, bijvoorbeeld, sinds 10 maart 2018 iets voor tienen ’s avonds. Tweeënhalve maand oefenpartijtjes organiseren, nauwelijks inkomsten, een kleine commerciële ramp, maar dat wordt gecompenseerd door de tv-rechten volgend seizoen. Hetzelfde geldt voor de degradant in 1B. Einde seizoen nog vóór half maart. Misschien kunnen Cercle en KV Mechelen nu een tiental onderlinge duels organiseren, kwestie van in beweging te blijven.

Monaco C

Ons voetbalbestel ligt op apegapen, maar de vereniging van profclubs noch de bond willen dit inzien

Onlangs was er een belangrijke vergadering binnen de Pro League. Slechts vijf van de vierentwintig profclubs willen het huidige systeem behouden: AA Gent, RC Genk, Charleroi, STVV en KV Oostende. Dus niet: Anderlecht, Club Brugge of Standard. En al zeker niet: de clubs uit 1B.

Er wordt nagedacht over formules met drie reeksen van acht, het niet langer halveren van de punten in de play-offs, het optrekken van de tv-gelden voor de teams in de Proximus League (oftewel 1B), veertien clubs in 1A en tien in 1B, dat soort dingen. Je kunt het zien als een manier om een rechtvaardigere competitie uit te bouwen. Of als een amechtige poging om het gebrek aan aantrekkelijkheid te camoufleren.

Terwijl er meer aan de hand is. Ons land is niet rijp voor vierentwintig profclubs. Die kunnen hier niet overleven, zonder overnames en/of buitenlandse inbreng. Dan weet je: je krijgt artificiële gedrochten. Zoals Cercle, dat je eigenlijk beter ‘Monaco C’ zou kunnen noemen, met al die spelers die (nog) niet goed genoeg zijn om in het A- of het B-team van AS Monaco uit te komen, en dan maar hier komen roderen in groen en zwart.

Zeven van de acht clubs uit 1B zijn eigendom van een buitenlander, Westerlo is al een hele poos op zoek naar zo’n overnemer. Ons voetbalbestel ligt op apegapen, maar de vereniging van profclubs noch de bond willen dit inzien. Dus blijft het aanmodderen.

Competitie met 12 profclubs

We moeten naar een systeem met hooguit 12 profclubs, dat zou net leefbaar moeten zijn, op voorwaarde dat ze geografisch verspreid liggen en een sterk economisch hinterland kunnen aanspreken

Vijf West-Vlaamse clubs (Club en Cercle Brugge, KV Oostende, KV Kortrijk en Zulte-Waregem, plus Moeskroen vlakbij) in het seizoen 2018/2019, dat is economische waanzin. Van dat kwintet kan alleen Club op eigen houtje overleven.

Mijn conclusie is al een jaar of tien: we moeten naar een systeem met hooguit twaalf profclubs, dat zou net leefbaar moeten zijn, op voorwaarde dat die geografisch een beetje verspreid liggen en een sterk economisch hinterland kunnen aanspreken.

In het verleden pleitte ik voor een gesloten systeem, zoals in de Amerikaanse topsportcompetities. Misschien is dat een stap te ver – we zijn conservatief en nostalgisch in die dingen – en moet er de mogelijkheid blijven op degradatie en promotie, maar dan wel alleen voor clubs die aan bijzonder strenge licentienormen voldoen.

De clubs spelen twee keer tegen elkaar, daarna volgt een opdeling in twee keer zes clubs, die respectievelijk voor de titel en de Europese tickets, of tegen de degradatie spelen, zonder dat de punten na het eerste deel van de competitie worden gehalveerd of gevierendeeld of wat dan ook. Opgeteld 32 wedstrijden, dat is haalbaar, dan blijven onze clubs in de Europa League nog fris.

Onder die profcompetitie zou dan een Eerste Amateurliga van zestien clubs komen, waar we na dertig wedstrijden weten wie er eventueel – mits te voldoen aan de licentievoorwaarden – mag promoveren. Geen play-offs, laat de kampioen maar eens gewoon de kampioen zijn. Geloof me vrij: dit zal niet gebeuren. We zullen blijven verder sukkelen, dure bureaus inschakelen om spuuglelijke competitiesystemen te bedenken, clubs in buitenlandse handen zien verdwijnen.

If Lags, Refresh the Channel‘. Symbolisch geldt dat ook voor ons voetbal.

Partner Content