In de aanloop naar de play-off 2-finale van zaterdag onderging KRC Genk een metamorfose op bestuursniveau. Regisseur daarvan is voorzitter Herbert Houben. Aan Sport/Voetbalmagazine geeft hij uitleg bij die veranderingen.
Na het missen van play-off 1 en de bekerfinale kan KRC Genk enkel nog een Europees ticket pakken door zaterdag STVV te verslaan en daarna de testmatch tegen KV Oostende te winnen. Zal dat bepalen of dit seizoen de boeken ingaat als mislukt of niet? Voorzitter Herbert Houden nuanceert: ‘Ik ben tevreden over het seizoen, ook als we geen Europees ticket pakken. We zagen prachtig voetbal van onze ploeg, volgens sommigen het mooiste van België. We hebben weer een sterk team, een goede technische commissie en goede trainers. Daarnaast was er onze geweldige Europese campagne.’
Op aansturen van Houben kwam er vorig jaar een statutenwijziging bij KRC Genk. Het effect daarvan was groot bij de verkiezing van de nieuwe raad van bestuur vorige week. Het aantal leden slonk van zeven naar drie: Peter Croonen, Mathieu Cilissen en Houben.
Onverwacht, geeft die laatste toe: ‘Vermoedelijk was de gedachtegang bij enkelen: als ik alleen op mezelf stem, maak ik mijn concurrent niet sterker. Ik ging ervan uit dat iedereen zou stemmen in het belang van de club. Dat we nu maar met drie zijn, heeft als nadeel dat je in moeilijke periodes mogelijk een kleiner draagvlak hebt in de algemene vergadering.’
Verankerd
Maar is het nog van deze tijd dat een club die 25 miljoen euro winst boekt in een vzw-structuur werkt? Houben: ‘Belangrijk vind ik dat de club goed bestuurd wordt en verankerd is in de omgeving. Met onze huidige structuur kunnen wij niet overgenomen worden door pakweg een Thai. Maar er zijn nog structuren waarin dat niet evident is: kijk naar de cvba in Gent.’
‘Ik heb niks tegen Thailanders of Chinezen, maar ik geloof niet dat de lokale verankering gewaarborgd blijft als zij hier een club overnemen. En ik zou nooit kunnen verdragen dat dat met KRC Genk zou gebeuren. De structuur waarin we werken, is daar ondergeschikt aan. Die structuur moet bepaald worden door wat het beste is voor de club. En dan zou je kunnen zeggen dat je via aandeelhouders meer geld kan vergaren, maar KRC Genk kampt niet met een gebrek aan middelen.’
‘Wat wij niét kunnen in de huidige structuur, is: elk jaar zeggen dat we kampioen willen spelen. Daarvoor moet je over risicokapitaal beschikken. Maar ik denk niet dat we dat moeten nastreven. Ik geloof niet in de duurzaamheid van dat model.’
Houben weet nog niet of hij na dit seizoen doorgaat als voorzitter van de Limburgse club. ‘De combinatie met mijn beroeps- en privéleven is bijzonder zwaar. Voor mezelf hoeft het niet echt meer. De vraag is wat het beste is voor de club. Zit er bij mij nog voldoende rek op het elastiek? En kan en wil een van van de twee andere bestuurders het doen?’
Een vraag die binnenkort antwoord krijgt.
