‘Ik ben eerlijk. En dat is niet altijd nodig in het voetbal’

© KOEN BAUTERS
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Dinsdag is er de kwartfinale in de Croky Cup bij zijn ex-werkgever KV Kortrijk en straks wachten nog confrontaties bij Standard, Charleroi en het Anderlecht van Hein Vanhaezebrouck. Yves Vanderhaeghe, het nieuwe opperhoofd van de Buffalo’s, is strijdvaardig. ‘Ik vind dat we soms nog veel te braaf zijn.’

Hij zet zelf koffie voor ons, maar van lange interviews houdt de hoffelijke West-Vlaming Yves Vanderhaeghe (47) nog altijd niet. ‘Je verliest er niet alleen kostbare tijd mee, je moet ook altijd heel erg opletten wat je zegt’, merkt hij op. ‘Je kunt 99 goeie gesprekken hebben, maar het is die ene keer dat je iets verkeerds zegt die je zal blijven achtervolgen. Dat wil ik graag vermijden. Daarom ben ik voorzichtiger geworden.

‘Met de jaren verdween de openheid. Ik wil met iedereen praten, ik ben sociaal, maar ik sta ik niet te springen om dagelijks met mijn hoofd in de kranten te staan. Laat anderen het maar uitleggen. Analisten worden daarvoor betaald, ik niet.

‘Deze job slorpt me op. Het gebeurt vaak dat ik hier van 8 tot 19 uur ben, zelfs tot 22 uur als ik de beloften volg. Afreageren doe ik door thuis eens goed zelf te sporten, door te gaan lopen en tennis of padel te spelen. Dat maakt van mij een ander mens.’ Grinta is nog altijd wat de ex-international typeert.

Zijn ontslag bij KV Oostende zorgde voor een kras op zijn ziel, maar getormenteerd is hij niet.

Je kunt 99 goeie interviews doen, maar het is die ene keer dat je iets verkeerds zegt die je zal blijven achtervolgen. Dat wil ik vermijden.’ Yves Vanderhaeghe

In welke mate ben je tot nu toe tevreden bij AA Gent?

YVES VANDERHAEGHE: ‘Momenteel zijn de punten het allerbelangrijkste. Er schuilt in mijn groep een bepaalde kwaliteit die ervoor zorgt dat we wedstrijden naar ons toe kunnen halen. Het is natuurlijk nog niet altijd met uitmuntend of frivool voetbal, met splijtende acties of prachtige combinaties. Ik ben vooral tevreden met de basis: de stevigheid achteraan, de omschakeling van mijn middenvelders, Simon die als buitenspeler bij balverlies goed terugkomt. Ze willen allemaal vechten voor het resultaat. Als we eens knullig de bal verliezen, spurten ze meteen met vijven of zessen terug.’

Wat voor een spelersgroep trof je hier op 4 oktober aan?

VANDERHAEGHE: ‘Het was logisch dat er wat minder vertrouwen in zat. Ze twijfelden, ze wisten het niet goed. De durf was weg.’

Zoals bij KV Oostende, waar je op 19 september werd ontslagen?

VANDERHAEGHE: ‘Die vergelijking moet ik niet maken. Ik vond dat ze bij Gent meer aangeslagen waren.’

Waaruit bleek dat?

VANDERHAEGHE: ‘In Oostende bleven ze allemaal lachen. Hier zagen ze duidelijk de ernst van de situatie in. Het moest gewoon anders en beter.’

Hoe dan wel?

VANDERHAEGHE: ‘Vóór mijn komst gingen wedstrijden vaak verloren omdat ze te gemakkelijk doelpunten binnenkregen. Met vieren achterin kwam er meer stabiliteit en zekerheid. Maar ook omdat de twee spelers die symbool stonden voor de 3-4-3, Foket en Saief, nog altijd niet topfit waren. Vóór de verdediging opteerde ik voor Dejaegere en Esiti, jongens met de juiste mentaliteit. Dan staat er toch al een mooi blok. Offensief hebben die vier anderen dan wat meer vrijheid. Ik vind wel dat we op sommige momenten nog veel te braaf zijn. Als je met 6 op 24 start en op twee na laatste staat, krijg je natuurlijk een tik telkens je naar het klassement kijkt. Maar nu kunnen we de schouders al wat meer rechten. We mogen fier zijn op ons parcours, maar we zijn er nog niet.’

Mentaliteit

Ook bij KV Oostende hoorden we je geregeld zeggen dat spelers te braaf waren en niet stevig genoeg in duel gingen. Had je er onvoldoende inspraak in de transferpolitiek?

VANDERHAEGHE: ‘Ik wil daar eigenlijk niet veel op zeggen. Bij Oostende vroeg ik stevige spelers van minimum 1,85 meter. Dan mogen ze misschien technisch iets minder zijn. Alleen kreeg ik die niet. Tussen de lijnen misten we iemand met een beetje body.’

Bovendien verloor je stevige jongens als Marusic en Dimata.

VANDERHAEGHE: ‘Inderdaad, twee beren, maar laat het ons over Gent hebben. Die stevigheid is tegenwoordig op elk niveau belangrijk. Je vindt niet overal uitzonderlijke talenten als DriesMertens, jongens met zijn profiel die overeind blijven tussen twee stevige centrale verdedigers. Daarvoor moet je echt al bijzonder goed zijn, zeker tegen goed georganiseerde ploegen. Je moet doorgaans toch ook vanuit het duel eens een kans kunnen creëren. Dat type missen we hier.’

Yves Vanderhaeghe: 'Ik ben altijd al een onderdanig type geweest, iemand die veel bereikte door hard te werken en door zijn winnaarsmentaliteit.'
Yves Vanderhaeghe: ‘Ik ben altijd al een onderdanig type geweest, iemand die veel bereikte door hard te werken en door zijn winnaarsmentaliteit.’© KOEN BAUTERS

Is je inspraak bij AA Gent groter?

VANDERHAEGHE: ‘Daar wordt aan gewerkt. Het is logisch dat je als club de visie van je trainer kent.’

Wat is jouw visie?

VANDERHAEGHE: ‘De kern moet ingekrompen worden: 32 spelers, zoals nu, is te veel. Ik streef naar 25, plus de keepers. Gelukkig beschikken we hier over voldoende ruimte en een uitgebreide technische staf om die grote groep te managen. We proberen het zo correct mogelijk aan te pakken en niemand over het hoofd te zien. Daar werken we dagelijks aan, om die geblesseerden en ontgoochelden gunstig te stemmen. Ik denk niet dat er in de drie à vier jaar dat ik hoofdtrainer ben één speler is die niet meer met mij door één deur kan.’

Als het over voetbal gaat, hoeft een trainer het niet altijd eens te zijn met zijn bestuurders.’ Yves Vanderhaeghe

Hoe verklaar je dat?

VANDERHAEGHE: ‘Dat is toch ook ergens een sterkte van mezelf, denk ik. Ik ben eerlijk, wat niet altijd nodig is in het voetbal. Maar daardoor ga je wel een soort van tevredenheid terugvinden bij al mijn spelers, ook door de duidelijkheid die ik hen geef. Ik spreek met al mijn spelers, maar met uitleg alleen geraak je niet ver. Spelers moeten soms eens gewoon proberen om zich wat meer te bewijzen.’

Merk je een mentaliteitsverschil in vergelijking met jouw tijd?

VANDERHAEGHE: ‘Ja. Die mannen van het WK in 2002 waren toch allemaal ‘doeners’, gasten die het wilden tonen op het veld. Wij pakten de zaken zelf aan en na een tegenslag gingen we door. Een andere keuze was er ook niet. En als het eens minder ging, gaven we dat openlijk toe. Ook dat is tegenwoordig niet evident. Wij accepteerden iets, ook al was het tegen ons gedacht. Nu moet de jeugd iets graag doen. Alles is maatwerk. Destijds was het: zo en niet anders. Eric Van Meir, Gert Verheyen, Bart Goor, Didier Dheedene, Jacky Peeters, Bernd Thijs, met hen kon je naar de oorlog. Die mentaliteit, scherpte en onverzettelijkheid kwam vanuit henzelf.’

Nu niet meer?

VANDERHAEGHE: ‘Nu moet je hen toch wat vaker meer motiveren. Bij een aantal oefenvormen wil je graag altijd wat meer scherpte en de snelheid van uitvoering die een wedstrijd vereist. Als je het op training aan een lager tempo doet, heb je daar niks aan. Dus moet je die lat hoger proberen te leggen. Die drive bezat ik altijd zelf. Maar let op: ik zie er hier ook wel een paar rondlopen met die kwaliteit, hoor.’

Zoals?

VANDERHAEGHE: ‘Brecht Dejaegere. Die gaat altijd tot het uiterste. Ik merk alleszins ook veel motivatie in de groep om bij de eerste zes te komen. En ik zie ook jongens die ongeduldig zitten te wachten op een kans, zoals Birger Verstraete. Dat stemt me gerust, want ik heb het liefst mannen die staan te springen om te kunnen starten.’

Is dit de spelersgroep met de meeste kwaliteit waar je als coach ooit mee werkte?

VANDERHAEGHE: ‘De beste ploeg is diegene die op het einde de meeste punten behaalde.’

Wat mis je hier nog?

VANDERHAEGHE: ‘We zoeken vooral nog een doelpuntenmaker. We willen in de kern wat ruimte maken om één of twee doelgerichte transfers te doen.’

Welke ervaring neem je uit Oostende mee die je hier van pas kan komen?

VANDERHAEGHE: ‘Mijn nederigheid. Ik ben altijd al een onderdanig type geweest, iemand die veel bereikte door hard te werken en door zijn winnaarsmentaliteit. Daarom wil ik ook niet te veel over mezelf praten. Ik ben goed bezig en hopelijk kan ik met AA Gent nog veel verder geraken. Laat me maar gewoon voortdoen. Voor wat er bij KV Oostende is gebeurd, wil ik best mijn deel van de verantwoordelijkheid opnemen, maar dat moeten zij ook doen. Dan is dat hoofdstuk afgesloten. Het hoort bij een trainersloopbaan. Vanaf de eerste dag wist ik dat ik ooit een keer buitengesmeten kon worden. ’s Anderendaags ben ik nog naar de club geweest om mijn gerief te gaan halen en daarna sprak ik niet meer over Oostende. Ik ben hier niet met een bang hart begonnen, maar met de overtuiging dat er iets goeds van te maken was. Dat loont. Nu moeten we er vooral nog wat offensief herkenbare patronen inslijpen, zodanig dat spelers in de wedstrijden sneller situaties herkennen. Zo ban je elke twijfel en de laterale passen. We staan goed in 4-3-3 en gaan dat voorlopig niet aanpassen.’

Structuur

Vond je bij AA Gent wat je verwachtte? Qua infrastructuur is het verschil met KV Oostende alleszins enorm: vanuit een container stapte je hier een gloednieuw oefencomplex binnen.

VANDERHAEGHE: ‘Het valt niet te vergelijken. Vanaf minuut één kwam ik hier ook terecht in een club met structuur. Mensen ontvingen me hartelijk en legden meteen alles uit. Niets werd aan het toeval overgelaten, alles was perfect voorbereid. De dag na mijn aanstelling al kreeg ik een mail van alle verschillende sectoren binnen AA Gent met als aanspreking ‘Welkom Yves!’. De ticketingdienst, de commerciële afdeling, de keukenploeg, de materiaalverantwoordelijken, perschef Marc, iederéén heette mij welkom. Alles is hier geregeld, iedereen kent zijn taak. Ik hoef alleen maar aan voetbal te denken. Maar nog nooit klopte ik zoveel uren, omdat er ook meer verwacht wordt. Zo trainen we met de technische staf ook eenmaal per maand op woensdag de jeugd, de Blue White Talents en de Buffalo Talents. Er zijn ook gewoon veel meer vergaderingen. En één keer per week ga ik met de voorzitter en algemeen manager eten.’

Is dat nieuw voor jou?

VANDERHAEGHE: ‘Ja, maar ik vind het goed, want het schept duidelijkheid. In het begin ging het er wel effectief over dat we moesten winnen. Die druk voelde ik constant.’

Zit je op dezelfde golflengte als het bestuur?

VANDERHAEGHE: ‘Als het over voetbal gaat, hoeft een trainer het niet altijd eens te zijn met zijn bestuurders. Ivan De Witte en Michel Louwagie zijn het gewoon om dagelijks meetings te houden, te onderhandelen en knopen door te hakken. We proberen altijd om constructief overeen te komen.’

Is het niet juist goed dat je wekelijks de kans krijgt om bestuurders uit te leggen waarom je bepaalde zaken doet?

VANDERHAEGHE: ‘Natuurlijk, want tegenwoordig is iederéén trainer, hé.’

Moest je De Witte en Louwagie overtuigen tijdens het eerste, verkennende gesprek?

VANDERHAEGHE: ‘Ja. Misschien hadden ze wat schrik dat ik gefrustreerd zou zijn door mijn ontslag of een mentale tik gekregen zou hebben, maar dat was niet het geval. Ik slaap nog altijd als een roos. Dat mag je mijn vriendin vragen.’

Naar KV Oostende bracht je de volledige staf van KV Kortrijk mee. Naar hier bracht je niemand mee. Hoe komt dat?

VANDERHAEGHE: ‘Omdat je soms ook oor moet hebben voor de noden van de club. Hier is een technische staf die met de vorige trainer al het een en ander bewees. Die mensen liggen ook nog allemaal onder contract. Ik maakte hen ook meteen duidelijk dat ik vertrouwen in hen had en met hen wilde samenwerken.’

Nooit voorheen werkte je met zo’n uitgebreide staf. Is het noodzakelijk bij een topclub?

VANDERHAEGHE: ‘Ja. Zeker door de differentiatie twee dagen voor een wedstrijd. Er zijn jongens die kracht moeten bijtrainen, er zijn tien tot elf spelers die net buiten de competitieselectie vallen. We volgen ook vaak de beloftenduels samen en maken samen analyses.’

Dat zie je bij weinig andere clubs: vijf mensen uit de technische staf van de eerste ploeg samen op een beloftenwedstrijd.

VANDERHAEGHE: ‘Het toont onze betrokkenheid. In principe moet je als hoofdtrainer bij elke thuiswedstrijd van de beloften aanwezig zijn, vind ik. Daar kun je die jonge gasten mee stimuleren. Dat is het minste wat je als trainer kunt doen.’

'Ik ben eerlijk. En dat is niet altijd nodig in het voetbal'
© KOEN BAUTERS

‘ Wat moet je nog gaan vertellen als je buitenvliegt?’

Bewust sprak Yves Vanderhaeghe nog niet gedetailleerd over zijn ontslag bij KV Oostende. ‘Ik kende er een mooie periode’, zegt hij. ‘Dat blijft toch het gevoel dat overheerst.’ Voorzitter Marc Coucke beloofde hem maar te zullen evalueren na 10 speeldagen, maar ontsloeg hem uiteindelijk al na 7 speeldagen. Een aantal gesprekken, verklaarde hij, hadden hem geleerd dat het niet meer goed zou komen. ‘Met wie hij toen sprak, weet ik niet’, zegt Vanderhaeghe. ‘Maar ik vraag me dat ook niet af. Je moet niet te veel peinzen. Ik ben de gelukkigste mens als ik niet moet nadenken.’

Was je er zelf nog van overtuigd dat je het zou kunnen keren?

VANDERHAEGHE: ‘Jawel, dat ging in orde komen. Je ziet nu toch ook dat ze genoeg kwaliteit hebben.’

Na je ontslag kwamen de verhalen…

VANDERHAEGHE:’Welke verhalen? Dat ze gepanikeerd hebben?’

Dat de ploeg ziek was, dat het op was met een aantal spelers, …

VANDERHAEGHE: ‘Ik zou niet weten wie.’

Hoe vernam je je ontslag?

VANDERHAEGHE: ‘De voorzitter belde mij, maar ik wist al van journalisten dat ik buiten lag. Hij zei dat hij het niet meer ‘voelde’ en dat als ik wou we nog eens konden afspreken om erover te praten. Maar daar bedankte ik beleefd voor. Als het gedaan is, is het gedaan. Punt. Dat is de harde realiteit. Wat moet je nog gaan vertellen als je buitenvliegt?’

Is het niet beter om in schoonheid afscheid te nemen, elkaar de hand schudden en het beste wensen?

VANDERHAEGHE: ‘Neen. Maar ik ben ook niet rancuneus. Als ik Coucke, Devroe of Custovic zie, zal ik hen vriendelijk de hand schudden. In voetbal is er geen plaats voor emoties, tenzij voor het winnen van een titel of een beker. Wanneer dat gebeurt, beschouw je dat als de beloning voor alle inspanningen. Zo zwart-wit bekijk ik het nu. Je moet presteren en resultaten voorleggen. Ik ben een sympathieke kerel, zachtaardig, maar eenmaal op een voetbalveld is het met een harnas aan en met een getrokken sabel.’

Adnan Custovic, de T2 die je van KV Kortrijk naar KV Oostende meebracht, nam het van jou over en zei: ‘Ik hoop dat we vrienden blijven.’

VANDERHAEGHE: ‘Blijkbaar twijfelt hij daaraan, nadat we drie jaar fantastisch samenwerkten. Misschien zegt dat voldoende.’

Blijkbaar kreeg hij bij het verlengen van zijn contract vorige zomer de garantie dat hij na jou een kans zou krijgen als T1.

VANDERHAEGHE: ‘Dat hoorde ik ook al. Misschien best dat ik dat vooraf niet wist, want anders had ik om een andere assistent gevraagd.’

Hij zei: ‘Ik heb ook een gezin te onderhouden.’

VANDERHAEGHE: ‘De ene zijn dood is de ander zijn brood, hé.’

Wordt het tegenwoordig dan zo hard gespeeld?

VANDERHAEGHE:’Ja hoor. Hoeveel trainers werden er al niet ontslagen? Het wordt almaar erger. Telkens krijgt de coach de zwartepiet toegeschoven. Terwijl er soms vóór het seizoen al verkeerde dingen zijn gebeurd. Dat weten ze bij Oostende ook wel. Maar er is er maar één die de rekening betaalde, terwijl ze allemaal hun fouten toegaven. Maar opeens heette het dat het gevoel weg was.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content