Wat voetbalsters over hebben voor hun sport

© Belga Image
Charis Bastin Freelancejournaliste

Topsport combineren met een fulltime job of studie is geen sinecure, maar in verscheidene sporttakken wel de realiteit. Niet het minst voor vrouwelijke sporters die het vaak met (nog) minder moeten doen dan hun mannelijke collega’s. Geen sport die dat beter illustreert dan het voetbal.

Terwijl Cristiano Ronaldo zich voor het tweede jaar op rij tot best betaalde sporter ter wereld mag kronen, hinken vrouwelijke voetballers nog ver achterop. Ook in België zijn er verschillen erg groot. Een studie uit 2016 toonde aan dat profvoetballers in België gemiddeld 255.157 euro bruto per jaar verdienen. Bij Anderlecht was dat zelfs 600.010 euro per jaar.

Het zijn bedragen waar speelsters uit de Super League, de hoogste voetbalklasse voor vrouwen, enkel van kunnen dromen. Zij moeten het stellen met onkostenvergoedingen en winstpremies. Velen betalen zelfs jaarlijks lidgeld.

Sommige Red Flames die vanaf zaterdag op het EK vrouwenvoetbal schitteren, kunnen van de sport rondkomen dankzij een contract bij een buitenlandse club. Letterlijk rondkomen, want ook die bedragen liggen mijlenver van wat hun mannelijke collega’s verdienen. Andere Red Flames combineren de sport met een fulltime job of studie.

Ze genieten meestal van winst-, gelijkspel en/of verliespremies en onkostenvergoedingen voor hun verplaatsingen van en naar de training. ‘En die winstpremies zijn eerder beperkt’, weet Betty Van Proeyen, voorzitter van KRC Genk Ladies. ‘Die zijn vergelijkbaar met de derde en vierde provinciale bij de mannen.’

11,5 uur voetbal per week

6u50: opstaan

7u30: vertrek naar werk

8u: werken

18u30: einde werkdag

Tot hier wijkt de agenda van een Super League-speelster weinig af van die van de modale Vlaming. Meestal volgt bij die laatste een avondje thuis met partner of gezin. Niet voor Lore, zelfstandige kinesiste en speelster bij KRC Genk Ladies. In haar weekagenda is een rustig avondje thuis eerder de uitzondering op de regel.

18u30: einde werkdag en rechtstreeks vertrek naar training

18u35: lichte maaltijd in de auto (smoothie, rijsttaartje, yoghurt)

19u45: begin training

21u15: einde training

22u00: lichte recuperatiemaaltijd

22u45: slapen

Zo gaat dat drie avonden per week naast de wedstrijd in het weekend. Tot afgelopen seizoen waren vier trainingen per week – drie met de club en één individuele conditie- en/of krachttraining – verplicht om als club te mogen uitkomen in de Super League. Op dinsdagavond geen training dus voor Lore, al bouwt ze tijdens haar middagpauze wel de individuele training in.

13u00: pauze + looptraining/krachttraining

15u00: hervatten werk

20u00: einde werkdag

Drie voetbalspeelsters – Lore, Gwen en Inge – hielden een weekagenda voor ons bij. Daaruit blijkt dat ze gemiddeld 11,5 uur per week aan het voetbal besteden. Naast studies, werk, sociaal leven, een partner en/of gezin. ‘Het is vaak puzzelen en jongleren met werk of studies’, weet Cedric Arijs, sportpsycholoog bij Psy4Sport. ‘Het is daarom niet uitgesloten dat speelsters afhaken als het werk niet langer verlof of lange verplaatsingen toestaat voor de sport.’

Wat voetbalsters over hebben voor hun sport
© Belga Image

‘School komt nét voor voetbal’

Gwen ging afgelopen schooljaar naar de topsportschool in Genk. Naast ongeveer vijftien uur les per week, heeft ze nog eens ruim elf uur voetbaltraining op school. ‘De combinatie met voetbal bij Genk valt goed mee’, vindt ze. ‘Mijn trainer op school is ook mijn trainer bij Genk dus hij houdt goed rekening met drukke periodes.’ In haar vrije tijd komt daar nog eens meer dan tien uur voetbal per week bij. In het weekend werkt ze daarom aan schooltaken voor later die week. ‘Omdat ik weet dat ik op maandag- en donderdagavond weinig voor school kan doen.’

Voor volgend schooljaar maakt ze zich iets meer zorgen als ze verder gaat studeren. ‘Hogere studies zijn meer tijdrovend. School zal net voor voetbal moeten gaan. Ik zal proberen te trainen en wedstrijden mee te doen, maar tijdens de examens zal de focus meer op school liggen.’

Gwen is niet de enige jonge voetbalspeelster die realistisch is over haar toekomst als potentiële profspeelster, weet Arijs. ‘Ook speelsters die ik ontmoette die van het voetbal kunnen leven, hebben vrijwel allemaal een diploma op zak. Ze lijken me goed voorbereid op een leven na de carrière.’

Maar zij zijn de uitzondering op de regel. ‘Op dit moment zit de meerderheid van speelsters aan de andere kant van het verhaal – zij kunnen niet leven van het voetbal. Ze willen daarom verzekeren dat ze een diploma of job hebben (en behouden) en dit zo lang en goed mogelijk combineren met het voetbal. Ze zijn realistisch dat ze hun toekomst moeten verzekeren.’

Iets wat verschilt met jeugdspelers. Arijs werkt vooral met vrouwelijke voetballers en jongens uit de jeugd. ‘Jongens durven al sneller dromen van een profcarrière en het grote geld. Zij laten hun studies al wat sneller links liggen of halen al op veel jongere leeftijd een loon uit het voetbal.’

Voor de sport of het geld?

Voor volgend seizoen versoepelde de KBVB de licentievoorwaarden in de hoop dat er acht – in plaats van zes – ploegen zouden aantreden in de Super League. Daarbij wordt het aantal trainingen van vier naar drie teruggebracht. Maar die aanpassingen brachten geen soelaas. Geen enkele eersteklasseclub vroeg een licentie aan. ‘Veel meisjes spelen liever voor hun plezier dan zich te manifesteren op het hoogste niveau’, verklaarde Marc Lesenfants, voorzitter van het Belgisch vrouwenvoetbal eerder aan Sport/Voetbalmagazine.

Jacques Borremans, voorzitter van KSK Heist herkent dat. ‘Bij de start van de BeNe League in 2012 vroegen we onze speelsters of ze wilden deelnemen. “Wat gaan we tegen die Nederlandse ploegen doen?”, was toen de reactie. ‘Verre verplaatsingen met bovendien wedstrijden op vrijdagavond om – gezien het klassenverschil – waarschijnlijk te gaan verliezen'”, vat hij het samen.

Ook aan het einde van afgelopen seizoen vroeg hij naar de motivatie om verder te gaan in de Super League. ‘Hadden ze “liever niet” gezegd, dan stapten we eruit’, aldus Borremans. ‘Het goede nieuws is dat ze mee willen en weten dat het nu drie keer trainen is. Je hebt natuurlijk een paar speelsters die liever afhaken omdat ze het niet (meer) kunnen opbrengen om drie keer te trainen en liever in provinciale spelen. Zo hebben we ieder jaar één of twee die dat doen.”

Zoals Inge. De werkende mama speelde afgelopen seizoen nog bij Heist op het hoogste niveau, maar besliste om volgend seizoen verder te gaan in tweede klasse bij KV Mechelen.

Arijs bevestigt. ‘Elke speelster wil uiteindelijk speeltijd verzamelen.’ Als een speelster dan vier – of binnenkort drie – keer per week moet trainen om opgesteld te kunnen worden, gaat dat gepaard met heel wat opofferingen. ‘Als een werkgever dan niet flexibel is, loop je als speelster het risico dat je trainingen mist en niet opgesteld wordt. Hetzelfde geldt voor studenten die hun materiaal verwerkt moeten krijgen.’

Flexibiliteit op het werk is geen overbodige luxe. Bij een uitwedstrijd op vrijdagavond vertrekt de bus al om 16u. Die week werkt Lore op vrijdag tot 12u, zodat ze zich in de namiddag kan voorbereiden en op tijd vertrekken. Ook Gwen stopt vroeger met haar lessen – om 14u30 in plaats van 15u50 – zodat ze mee kan met een uitwedstrijd.

Maar niet alleen het werk beïnvloedt keuzes om op het hoogste niveau te (blijven) voetballen. ‘Dat wil ook zeggen dat je moet stoppen met de Chiro. Zo zijn er ook al meisjes bij ons geweest die moesten kiezen’, geeft Riete Loos, kapitein bij KRC Genk Ladies als voorbeeld.

Begripvolle partner

Arijs waarschuwt daarom voor de gevaren van dergelijke levensstijl. ‘Wie het rond krijgt, moet voldoende aandacht besteden aan fysiek, sociaal en mentaal herstel om niet het risico te lopen op overtraining of burn-out.’

Als sportpsycholoog besteedt hij onder meer aandacht aan zaken als spanningen met partner, omdat de speelster weinig thuis is, time management om deadlines van school en werk te halen en omgaan met (on)zekerheden over selectie.

De steun van een begripvolle partner is belangrijk, zeker als er kinderen zijn. Dat weet Inge maar al te goed. Ze heeft twee dochters van 1 en 3,5 jaar oud en speelde tot vorig seizoen bij Heist in de Super League. Ze kan gelukkig rekenen op haar partner in het huishouden. ‘Maar hij werkt wel in shiften, dus als hij een late shift heeft als ik moet gaan trainen, springt mijn moeder in om op de kindjes te passen. Gelukkig kunnen we allebei ook op onze ouders rekenen voor steun en opvang.’

Ook Lore kan rekenen op veel begrip van haar vriendin. ‘Als ik training heb, gaat ze zelf sporten of spreekt ze af met vrienden. Ze zorgt er ook voor dat ik na de training nog iets lekker heb om te eten en niet meer zelf hoef te koken.’

Lidgeld

Om meer zicht te krijgen op wat voetbalspeelsters over hebben voor de sport, werd een vragenlijst verspreid bij Belgische clubs. 177 speelsters van alle niveaus vulden de lijst in. Hieruit blijkt dat een speelster gemiddeld 218 euro lidgeld betaalt per seizoen. Opvallend is dat het bedrag toeneemt op hoger niveau (als de speelster effectief lidgeld betaalt): tot 332 euro gemiddeld op BeNe League (de hoogste competitie die tussen 2012 en 2015 met Belgische en Nederlandse teams werd gespeeld) en Super League niveau ten opzichte van 178 euro op provinciaal en lager niveau.

Wat voetbalsters over hebben voor hun sport
© Charis Bastin

(uit 170 antwoorden afgeleid)

Winstpremies

Bijna de helft van de Super League-speelsters die de vragenlijst invulden, leggen meer dan dertig kilometer af naar hun club. Onkostenvergoeding voor die verplaatsingen zijn dus geen overbodige financiële luxe. ‘Die vergoeding is enkel voor de reiskosten. Ik rijd bijna duizend kilometer per week en heb ook onkosten aan mijn auto’, merkte een Super League-speelster op in de vragenlijst.

‘En de winstpremies zijn eerder beperkt’, weet Betty Van Proeyen, voorzitter van KRC Genk Ladies. “Die zijn vergelijkbaar met de derde en vierde provinciale bij de mannen.

Wat voetbalsters over hebben voor hun sport
© Charis Bastin

(uit 103 antwoorden)

Afhaken of afzakken naar lager niveau

89 speelsters stopten met voetbal of zakten naar een lager niveau af. In 47 gevallen zakte de speelster af van een (hoger) nationaal niveau naar provinciale of een lagere nationale klasse. Alles bijeen gaven ze 106 verschillende redenen voor die keuze:

Wat voetbalsters over hebben voor hun sport
© Charis Bastin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content