Kristof De Mey

‘Analyseren is zilver, zweten is goud’

Kristof De Mey Sporttechnologie en business developer bij Victoris, het consortium rond sportinnovatie van de UGent

‘De rol van sporttechnologie en data-analyse wint sterk aan belang, maar lijdt nog steeds onder beperkingen’, schrijft sporttechnoloog Kristof De Mey. Hij formuleert elf uitdagingen voor technologie in de sport.

Er is al veel over gezegd en geschreven. Sporttechnologie en data-analyse worden meer en meer ingezet om atleten en teams meer te laten winnen, spelers zich minder te laten kwetden en fans nauwer te betrekken bij hun club. In het algemeen kun je stellen dat dergelijke aanpak komt overgewaaid uit de VS. In sporten als baseball, American football, ijshockey en basketbal is het gebruik van data ondertussen standaard geworden.

Net daar, meer bepaald in Boston, ging dit weekend voor de elfde keer het ‘MIT Sloan Sports Analytics Conference‘ door. Twee dagen met acht parallelle sessies rond het gebruik van allerlei tools en cijfermateriaal, een hackathon, een startup en wetenschappelijke papercompetitie, workshops, en (voor het eerst dit jaar) zelfs een drone racing en e-sports wedstrijd. Met z’n 3500 aanwezigen is het congres uitgegroeid tot een jaarlijkse referentie op vlak van sporttechnologie en innovatie. Hét moment dus om te zien wat er de komende maanden staat te gebeuren bij de beste sportclubs, bedrijven en competities ter wereld.

Een groot deel van het event behandelde de belangrijkste tekortkomingen in de huidige technologie, dewelke meteen ook de te verwachten innovaties vormen voor de komende tijd. Toevallig of niet herkende ik doorheen het event elf uitdagingen (tja, voetbal…) waarvoor nu over de hele wereld onderzoekers, ondernemers en mensen uit de sport naar oplossingen aan het zoeken zijn.

1. Realtime. Zowel de coaches langs de zijlijn als de fans in het stadion willen zo snel als mogelijk alle relevante informatie (bijvoorbeeld op hun smartphone of tablet) te zien krijgen, liefst in real time. Alles gebeurt immers in the moment. Een bedrijf die daar (als een van de weinigen) al in slaagt, is bijvoorbeeld ShotTracker. Via een sensor op de (basketbal)schoen, in de bal en in de zaal, kunnen zij statistieken in real time genereren en verzenden.

2.Gepersonaliseerd. Sport gaat om mensen. En of het nu over atleten of fans gaat, iedereen wil enkel die informatie zien die voor hem of haar belangrijk is. Op vlak van training en revalidatie is men daar al iets of wat mee gevorderd. Grotere uitdagingen liggen er nog op het vlak van fan engagement (ticketing, merchandising, retail). Zelfs bedrijven als Nike en Ticketmaster hebben de grootste moeite om uit de massa aan gegevens die zij verzamelen net datgene te destilleren waardoor zij naar hun klanten toe gepersonaliseerde voorstellen voor nieuwe aankopen kunnen doen.

3. Geïntegreerd. Als atleet, trainer of therapeut wil je geen zeven verschillende apps of softwareplatformen gebruiken. We zijn echter nog niet zover dat bedrijven de openheid aan de dag leggen om hun data te linken aan die van andere organisaties, om daar dan weer nieuwe inzichten uit te halen. Elke onderneming wil zijn eigen systeem aan de man brengen, én er zijn issues rond privacy. Men ziet de noodzaak van integratie wel meer en meer in, omdat dat de klantentevredenheid kan verhogen. Daarom is het te verwachten dat er binnenkort meer en meer clusters van complementaire bedrijven zullen worden gevormd. In het bovenstaande geval zou je dan bijvoorbeeld een korting krijgen op een bepaald type schoeisel of kledij, omdat je recent tickets hebt gekocht voor die ene wedstrijd die je wou zien.

4. Aanvaardbaar. Heel wat technologieën zijn al beschikbaar in de markt, maar wie zit daar allemaal op te wachten? Momenteel vormen de technologie en de coaches vaak twee verschillende werelden, die zeker in teamsporten elk een andere taal spreken. De analist denkt met cijfermateriaal en grafieken al aan de volgende stap, maar de coach moet eerst die match van komend weekend zien te winnen en wil daarvoor meteen de juiste video’s kunnen (her)bekijken, zodat de training kan starten. Het komt er dus op aan deze twee dichter bij elkaar te brengen, vandaar ook de conferentie.

5. Relevant. Willen technologie bedrijven en data-analisten voet bij stuk krijgen in de sport, zullen zij net die zaken moeten ontwikkelen die relevant zijn voor de trainer en coach. Een bedrijf die hier mijn inziens erg goed op inspeelt is Metrica Sports. Hun voetbal software is opgebouwd op basis van de input van tientallen gesprekken met Europese toptrainers. Per team die bij hen klant wordt, bouwen zij vervolgens specifieke algoritmen om net datgene in de match of training te kunnen detecteren wat niet zomaar met het blote oog te zien valt. Clubs als Villareal en FC Barcelona zijn dan ook snel klant geworden van deze jonge maar veelbelovende startup.

6.Gebruiksvriendelijk. Net zoals met zovele producten die we overwegen te kopen, moeten ook sporttools gemakkelijk in gebruik zijn. Dat betekent: snel en intuïtief, zonder er veel bij na te hoeven denken. Op vlak van fitness, loop- en fietsapps blijkt dit nogal mee te vallen, maar bij veel van de ietwat meer geavanceerde tools valt dit nog dik tegen.

7. Accuraat. Daar wringt het schoentje nog maar al te vaak. De grote intrede van technologie in de sport, is voornamelijk gedreven vanuit het bedrijfsleven. U raadt al wat daar telt: winst maken. Vele ondernemingen hebben dan ook goed overwogen hoe ze een zo groot mogelijke markt kunnen bereiken met een zo laag mogelijke ontwikkelings-, productie- en distributiekost. Zo meten heel wat van de beschikbare wearables nog helemaal niet zo precies wat ze horen te meten. Hetzelfde geldt voor spelerstracking technologie in stadions.

8.Uniform. Aansluitend op het vorige punt, maar zeker even belangrijk, is de vraag of je wel appels met appels aan het vergelijken bent. Zo kun je als fervente fietser bijvoorbeeld een nieuwe powermeter kopen zonder dat je weet hoe de gegevens te intepreteren in vergelijking met die van je vorige toestel.

Dat principe geldt ook in competities. Als je daar slimmer wil worden door gebruik van (big) data, moet natuurlijk elke club hetzelfde systeem gebruiken of moeten de diverse systemen aan bepaalde standaarden voldoen. Momenteel is dat nog absoluut niet het geval. De Amerikaanse basketbalcompetitie is daar een uitzondering in.

9. Automatisch. Idealiter komt technologie ter hulp waar de mens tekort komt, met dan liefst zo weinig mogelijk extra inspanning van wie dan ook. Personeel drijft immers de kosten op. Zo heeft het bedrijf Keemotion een technologie klaar waarmee zij automatisch professionele video opnames maken van basketbalwedstrijden, net zoals een hele cameraploeg ter plaatse zou komen filmen. Je kan bedenken welke kosten je daarmee kunt besparen en hoeveel meer teams kunnen doen om hun wedstrijden online te verspreiden.

10.Voorspellend. Voor vele doeleinden, zoals doelpunten maken, de training optimaliseren of letsels voorkomen, ben je pas iets met inzichten als die een voorspellende waarde hebben. Enkel op die manier kan je gericht op de juiste aspecten ingrijpen om zo een beter resultaat te bekomen. Zo deden de mensen achter de Britse wielerploeg op het congres hun model uit de doeken die ze gebruiken voor de selectie van potentiële medaille winnaars voor Tokio 2020 en Los Angeles of Parijs 2024. Over het algemeen blijft de toekomst moelijk te voorspellen.

11. Goedkoop. Om ervoor te zorgen dat niet enkel de absolute top van de voordelen van al die technologie kan genieten, moeten de kosten van die technologie worden gedrukt. In de consumentenmarket is dat door de schaalbaarheid al goed gelukt, maar in veel sporten is er weinig tot geen geld beschikbaar om zulke zaken aan te schaffen. Ondernemingen als Myagonism, Hudl en NBN23 spelen daar handig op in. Het is hun missie om ook aan de subtop en jeugdteams te kunnen aanbieden wat anderen aan de top doen. Er ligt echter nog een hele markt open waar men nu nog niet in de verste verte denkt aan het gebruik van dergelijke systemen.

Kunnen cijfers dan echt het verschil maken? De algemene opinie in de sector daaromtrent is meer en meer: ja! Uit onderzoeken, getuigenissen uit de praktijk, enz. kan je duidelijk afleiden dat een meer wetenschappelijk onderbouwde manier van werken tot resultaten leidt. Al zijn er nogal wat randvoorwaarden en beperkingen te vermelden (zeker als het over teamsporten gaat), zo gaven sprekers van clubs als Aston Villa, Arsenal en Midjylland duidelijk aan.

In een club moet eerst en vooral vanuit het management een visie aanwezig zijn rond die zaken. Als dat er is, moet het gebruik van technologie en data analyse ook passen binnen, en afgestemd zijn op de filosofie van de club én de coach. Vervolgens moet een soort cultuur geïnstalleerd worden die deze nieuwe benadering faciliteert. Het is dus niet een kwestie van wat spullen aan te kopen en/of mensen aan te trekken en daar dan snel de vruchten van te plukken. Het vraagt iets meer inspanning dan dat. Zo staan Borussia Dortmund en Sevilla in het voetbal bekend voor hun beleid op iets langere termijn, met een commitment van verschillende partijen in en rond de club. Dergelijke clubs houden hun beleid aan, ook bij bijvoorbeeld een trainerswissel. Een trainerswissel kan immers nefast zijn voor de doorheen de jaren opgebouwde knowhow. Dergelijke clubs houden echter hun beleid aan, en zijn daarop voorbereid. Denk in het wielrennen ook aan Team Sky. Gebruik van de nieuwste wetenschappelijke inzichten is daar deel van hoe het team werkt, en dat zal niet ineens zomaar veranderen. Het is deel van de identiteit van het team.

Wat blijkt voor zo een aanpak nog goed te werken? De aanwezigheid van de nodige rolmodellen (als zij het doen, ik ook), het opleiden van spelers in het waarom, hoe en wat van een datagedreven beleid, en sterke krachten op het veld die dagelijks het beste van zichzelf geven, ook al is het maar om de spelers dagelijks hun gps-toestelletje om te doen.

En last but not least, er moet nog altijd gezweet worden! Om te winnen heb je mensen nodig die niet willen verliezen. Punt. Er komt tegenwoordig zoveel kijken bij een sport(club), dat men het nog zou vergeten. Passie, hard werk en een goede teamgeest zullen steeds onontbeerlijk blijven om, ongeacht op welk niveau of met behulp van welke technologie ook, progressie te boeken en wedstrijden te winnen. Maar clubs en trainers die met de ingesteldheid die hierboven beschreven is aan de slag gaan, plukken daar op termijn de voordelen van, zo blijkt dus. En is er eens discussie omtrent hoe die volgende tegenstander aan te pakken of dat nieuwe talent al dan niet een kans te geven, weet de betere sportdata-analist ongetwijfeld raad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content