Nibali: ‘Het parcours van deze Tour is geschikt voor mijn karakteristieken’

© BELGA

Nog nooit kon Vincenzo Nibali zo gefocust en in balans met zichzelf naar de Tour toewerken als dit jaar. Het verslag van een weekend in het kielzog van de Haai.

Het is vrijdagavond, maar in de ontvangstruimte van hotel Ancora in Cattolica heerst nog meer opwinding dan gewoonlijk aan het einde van de werkweek. Het personeel is in opperste staat van paraatheid, dadelijk komt de Haai aangespoeld rond wie alles in dit Italiaanse badplaatsje aan de Adriatische Zee heel het weekend zal draaien. Vijf gesigneerde, ingekaderde shirts aan de muur kondigen sinds enkele dagen zijn komst aan: een tricolore kampioenentrui, een rode trui van zijn Vueltazege in 2010, twee roze truien van zijn gewonnen Giro’s in 2013 en 2016, en de meest gegeerde, een gele trui van zijn Tourwinst in 2014. Vijf relikwieën die het hotel voor een jaar in bruikleen heeft gekregen.

Zodra Vincenzo Nibali, geflankeerd door zijn pr-man Geoffrey Pizzorni, in de deuropening verschijnt, krijgt hij een indruk van het warme onthaal dat hem een weekend lang te wachten zal staan. Voortdurend wordt hij door bekenden en minder bekenden aangeklampt. ‘Ciao, come va?‘, reageert de goedgeluimde renner telkens weer oprecht geïnteresseerd, waarna hij even later plaatsneemt midden aan een lange tafel in het restaurant van het hotel. ‘Tussen de mensen, daar voelt deze kampioen zich thuis’, stopt Pizzorni ons toe.

Nibali is in Cattolica voor de vierde editie van de naar hem genoemde Granfondo, een cyclosportieve die het levenslicht zag in de nasleep van zijn Tourzege. Zijn vrouw Rachele en dochtertje Emma Vittoria zijn ook meegereisd voor wat zowat het laatste ‘familieweekend’ in maanden wordt. ‘Vincenzo heeft zich wat in het hoofd gehaald’, verklaart Johnny Carera, zijn makelaar. ‘Na dit weekend zet hij de laatste rechte lijn in naar de Tour, via een hoogtestage op Tenerife met – op Domenico Pozzovivo na – de volledige Tourploeg, vervolgens de Dauphiné, een nieuwe hoogtestage in San Pellegrino en het Italiaans kampioenschap. Na de Tour volgen de Vuelta en het WK in Innsbruck, dat hij ook met rood heeft aangekruist. Vincenzo heeft een gigantische workload voor de boeg, maar zowel fysiek als mentaal geeft hij mij een heel scherpe indruk.’

‘Ik volg dit voorjaar dezelfde voorbereiding als in 2014’, verklaart de renner wat later op het binnenterras van het hotel. ‘Mijn wedstrijdkalender is nagenoeg dezelfde, op de Ronde van Vlaanderen na, die ik dit jaar aan mijn programma heb toegevoegd. Maar het grote verschil met 2014 is dat ik toen niet zo goed uit de winter was gekomen. Na een erg succesvol 2013 was ik wat verzadigd en had ik een erg relaxed tussenseizoen. Zo kwam het dat die eerste maanden van 2014 de resultaten uitbleven, terwijl veel fans en media meer hadden verwacht. Dat maakte het erg moeilijk, ook al wisten de ploeg en ikzelf dat mijn beste conditie voor juli was voorbehouden. De voorbije winter was ik veel meer gefocust en vastberaden vanaf het begin. Heel de winter heb ik goed kunnen trainen en vanaf de eerste wedstrijden ging het goed, behalve dan in de Ronde van San Juan, waar ik door ziekte niet kon starten. Mijn eerste doel van het seizoen was Tirreno-Adriatico, al vond ik pas een week later de juiste pedaaltred, die me toeliet Sanremo te winnen.’

Het is van 2015 geleden dat de ex-Tourwinnaar zijn seizoen nog eens organiseerde in functie van de belangrijkste wielerwedstrijd ter wereld. ‘De voorbije twee jaar heb ik de overwinning in de Giro nagestreefd’, legt Nibali uit. ‘Ik voelde dat de tijd rijp was om nog eens terug te keren naar de Tour om voor de overwinning te gaan of toch minstens het podium te halen. Temeer omdat het een nerveus parcours is, geschikt voor mijn karakteristieken: lichtjes andere beklimmingen dan de voorbije jaren en etappes die moeilijk te interpreteren zijn. Ik denk aan de kasseienetappe, maar ook aan die bergrit van 65 kilometer, die toch een ontdekking wordt. Bovendien zijn er iets minder tijdritkilometers dan de voorbije jaren.’

Bondgenoot Bardet

De volgende dag, na een trainingstocht in de ochtend, spendeert de Haai van Messina grotendeels in zijn ‘natuurlijke biotoop’: aan het Acquario van Cattolica, de toeristische trekpleister waar Brigitte, met haar drie meter de grootste haai van Italië, de rest van het jaar de vedette is, en er onder een stralende zon ter gelegenheid van de Granfondo een Shark Arena neergepoot is. Meer dan zeventig standhouders proberen er de fietsliefhebbers tot koopjes te verleiden met alles wat hun hobby aanbelangt, van fietshelmen tot sportvoeding. Nibali, ‘disponibilissimo‘ zoals de speaker zijn beschikbaarheid bezingt, begeeft zich van de ene stand naar de andere, nu eens om een fiets te verloten, dan weer om zijn fans met een selfie te plezieren. Bij de stand van BiciSport, een Italiaans wielermaandblad, belandt de renner in een kleine overzichtstentoonstelling van alle covers die door de jaren heen aan hem gewijd zijn. Van augustus 2008, vlak na zijn debuut in de Tour, tot april 2018, na zijn spectaculaire raid in Milaan-Sanremo. ‘Ik ben altijd een offensieve renner geweest,’ vertelt de Siciliaan, ‘maar er is een evolutie. Vroeger was ik nog aanvallender. Alleen, toen ging ik nogal eens op de verkeerde momenten en liep daardoor misschien wel overwinningen mis. In de loop der jaren ben ik iets bedachtzamer en meer afwachtend geworden. Een evolutie die parallel verliep met mijn ontwikkeling als renner, waarbij ik mijn fysieke kwaliteiten ontdekt heb en me meer ben gaan concentreren op de grote rondes.’

We vragen of zijn aanvallende natuur dé garantie is op eindelijk nog eens een aantrekkelijke Tour dit jaar, na het verstikkende juk van Team Sky de afgelopen edities. Nibali lacht gecharmeerd. ‘Dat weet ik niet, maar ik bezit wel de gave van de improvisatie, ik heb altijd zo gekoerst. Het is een kwestie van een wedstrijd soms eens met andere ogen te bekijken dan hoe hij er op papier uitziet. Als er een goeie kans is om een actie op te zetten, dan vind ik dat ik mijn kans moet wagen. Maar in een wedstrijd hang je ook af van de rest, alle renners samen bepalen hoe interessant of spectaculair een koers is. Alberto Contador is er jammer genoeg niet meer bij, hij heeft het wielrennen heel veel gegeven. Als hij ten aanval trok, keek hij zelden naar de tegenstand en was het om te winnen. Maar ook iemand als Romain Bardet, die dit jaar een parcours op zijn maat krijgt, kan voor mij een natuurlijke bondgenoot zijn. Bovendien ontstaan bondgenootschappen vaak door gemeenschappelijke belangen onderweg. En in een koers moet je er rekening mee houden dat alles altijd kan veranderen. Van de vijf klassieke monumenten dacht ik bijvoorbeeld dat Sanremo, samen met Roubaix, degene was die me het minst ligt. Dit jaar ging ik van start in steun van Sonny Colbrelli, maar er kwam voor mij een fantastische race uit de bus. In de Ronde van Vlaanderen was mijn actie (die leidde tot de beslissende aanval van Niki Terpstra, nvdr) een ingeving van het moment. Het is niet dat ik van tevoren de beelden van de voorbije jaren heb zitten bestuderen, al heb ik de voorbije jaren de Ronde wel op tv gezien.’

Artiest op pedalen

Van de Shark Arena drijft de Haai ’s avonds af naar het Piazza Primo Maggio, waar hem een nieuwe onderdompeling in een mensenzee te wachten staat. De tweehonderd stoelen op het plein hadden er misschien wel drie keer zoveel moeten zijn. Nibali is de eregast in een talkshow waarin de lokale politici graag het belang van de Granfondo en het fietshotelnetwerk TerraBici voor het fietstoerisme onderstrepen. De ex-Tourwinnaar stapt het podium op met een grote pluchen haai onder de arm en benut de gelegenheid om wat reclame te maken voor zijn nieuwe merchandisinglijn sleutelhangers in de vorm van een haai én voor zijn nieuwe boek, opgetekend door Marco Pastonesi, een van de in Italië vermaarde pennen van La Gazzetta dello Sport. De titel, La quinta tappa, is een verwijzing naar de vijfde rit van de Tour 2014. ‘Die dag, op de kasseien van Parijs-Roubaix, leerde Vincenzo een belangrijke les’, verhaalt Pastonesi. ‘Hij finishte als derde, maar begreep dat wielrenner zijn betekent: je niet laten ontmoedigen en telkens weer je rug rechten. Precies zoals twintig jaar tevoren, toen hij in het vijfde leerjaar zat en op zijn schoolrapport een vechtersbaasje genoemd werd, waarop zijn vader als straf zijn fiets in drie stukken doormidden zaagde.’

In ronkende volzinnen zingt de journalist vervolgens de lof over zijn landgenoot: ‘Nibali is een moderne coureur, maar tegelijk een antieke die ook in de tijd van Coppi en Bartali had kunnen koersen. Hij rijdt van februari tot de Ronde van Lombardije. Ooit heeft men mij gevraagd met wie ik hem zou vergelijken als hij een kunstenaar was. Maar Nibali heeft geen penseel, hamer of beitel nodig, hij ís een artiest. Op de pedalen, door zijn manier van koersen, met zijn aanvallen.’ De applausmeter staat op ontploffen. Voor Nibali begint dan een volgende signeersessie, waarbij ook nu weer zijn geduld opvalt en hij zijn fans bij de minste twijfel naar de schrijfwijze van hun naam vraagt. ‘Hij is een kampioen, maar nederig en benaderbaar’, zegt Filippo Magnani, eigenaar van hotel Ancora en de drijvende kracht achter de Granfondo. ‘Als je een biertje met hem drinkt, is hij als een van ons. Hij heeft een palmares dat tot in de sterren reikt, maar hij stelt geen bijzondere eisen. Hij wou in mijn hotel als een gewone gast behandeld worden. ‘Ik wil onder de mensen kunnen zijn’, zei hij me.’

De haai en de dolfijn

De volgende ochtend vroeg staat Nibali, uiteraard met rugnummer 1, op de eerste rij aan de start van een indrukwekkend peloton van bijna 2800 granfondisti uit een dozijn landen, onder wie oud-voetballer Fabrizio Ravanelli en een vijftiental Belgen. Aan de zijde van de Haai: de Dolfijn van Bibbione, Franco Pellizotti, de geschrapte bolletjestruiwinnaar van 2009, die negen jaar later op zijn veertigste zijn comeback viert in de Tour. ‘Franco was bij Liquigas een van mijn eerste kopmannen’, legt Nibali uit. ‘Nu zijn we slaapkamergenoten. Het is de tranquillità die ons verbindt.’

Het blijft een merkwaardige paradox. Zo agressief zijn manier van koersen, zo rustig Nibali karakterieel overkomt. ‘Maar vergis je niet’, nuanceert hij. ‘Als kleine jongen was ik helemaal anders, heel agressief. Ik schopte veel herrie, was altijd in beweging en creëerde veel problemen thuis. Mijn ouders verwachtten dat ik ging slapen, maar ik liep dan weg van huis om buiten te spelen, waardoor ze niet wisten waar ik rondhing en ze me moesten zoeken. Een echte deugniet was ik. Met de jaren ben ik meer verantwoordelijkheid gaan nemen. De fiets was de ideale uitlaatklep.’

De Granfondo Vincenzo Nibali ontstond in 2005 als een evenement op Sicilië, verhuisde vorig jaar naar de hak van de Laars en is vandaag als special edition van de Granfondo Squali in de buurt van Rimini aanbeland, de streek van de betreurde Marco Pantani. De Siciliaan mag dan (nog) niet de mythische status hebben van de Tourwinnaar van 20 jaar geleden, zijn Tourzege katapulteerde hem vier jaar geleden wel in een wereld die ook hij niet kende. ‘Een overweldigende wereld, zelfs al had ik al de Vuelta en de Giro gewonnen’, zal Nibali ons na de Granfondo vertellen. ‘Als uittredende winnaar ging ik gebukt onder een ongelooflijke druk. Dat woog op me, zowel fysiek als mentaal. Met als resultaat dat ik het jaar nadien, in 2015, maar heel langzaam aan de Tour begon en veel achterstand opliep. Dag na dag werd ik wel beter, van de dertiende plaats schoof ik nog op naar de vierde, op een gegeven moment op een minuut van het podium. Maar eerlijk gezegd ben ik er dat jaar nooit in geslaagd om mijn topconditie te bereiken. Wellicht was het me gelukt tijdens de Vuelta, maar helaas is toen gebeurd wat er is gebeurd (Nibali werd uit koers gezet omdat hij aan de ploegleiderswagen had gehangen, nvdr), al heb ik daarna nog wel de eer hersteld in Lombardije. Ik was mentaal bevrijd, het jaar nadien volgde Girowinst.’

‘Als de Granfondo aan een diaspora over de Laars bezig is’, merkt Magnani op, ‘is dat omdat Nibali zelfs tot op de heilige grond van Pantani een grote schare supporters opgebouwd heeft en uitgegroeid is tot nationaal patrimonium.’ Italiaans erfgoed dat, als we ene Makoto Tanaka mogen geloven, vermaard is tot in het land van de rijzende zon. De Japanner, voor de Granfondo in de roze trui van de Giro, mag zich bij de start tot bij de Siciliaan wurmen en hem een persoonlijk cadeau overhandigen: een rood shirt bedrukt met enkele vreemde tekens in kanjischrift. ‘Er staat ‘haai”, verklaart Tanaka, die de dag van zijn leven beleeft wanneer hij even later een poosje naast Nibali mag rijden.

De kopman van Bahrain-Merida, die onderweg zoveel mogelijk fans probeert te plezieren – niet alle deelnemers mikken op een goeie uitslag – zal na 136 kilometer en met bijna 2200 hoogtemeters op de teller als negende over de finish bollen, met Pellizotti in zijn spoor. Vanaf morgen begint het echte werk.

De namiddag is al een eind gevorderd wanneer Nibali een laatste reeks plichtplegingen met supporters, pers en fotografen achter de rug heeft. Eindelijk is er wat tijd om zich in de straten van Cattolica op een elektrische step op het trottoir te vermaken met dochtertje Emma Vittoria. Onder het goedkeurende oog van Rachele, zijn vrouw die nog bij hem in het krijt staat sinds ze hem in een weddenschap een Porsche beloofde in geval van winst in Milaan-Sanremo. Voor de Tour heeft ze haar les geleerd. ‘Neen, aan weddenschappen begin ik niet meer’, lacht ze.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content