De uitsluiting van Peter Sagan uit de Tour krijgt een rechtelijk staartje bij het Internationaal Sporttribunaal TAS.
De Slovaakse wereldkampioen werd op 4 juli 2017, na de vierde etappe van de Ronde van Frankrijk, door de jury van de Internationale Wielerunie UCI uit de koers gezet, wegens een sprintmanoeuvre waarbij Mark Cavendish zwaar ten val kwam.
Sagan en zijn ploeg BORA-hansgrohe vochten de uitsluiting aan. Volgens de ploeg had de UCI, op basis van haar eigen reglement, pas een besluit kunnen nemen als de betrokken renners de kans hadden gekregen hun standpunt te verdedigen bij de jurycommissarissen. Dat was volgens BORA-hansgrohe niet gebeurd.
Denk Pro Cycling GmbH & Co. KG (de vennootschap achter de Duitse ploeg) trok zelfs naar het Internationaal Sporttribunaal in Lausanne en diende een motie tot opschorting van de diskwalificatie in. Het wilde zo Sagan weer in koers krijgen, hoewel hij twee ritten niet had meegereden. Het TAS wees dat dringend verzoek op 6 juli echter af. De wereldkampioen bleef uitgesloten.
Daarmee is het verhaal echter niet ten einde, want op 5 december 2017 zal het Internationaal Sporttribunaal de zaak tussen Denk Pro Cycling GmbH & Co. KG en de UCI het beroep opnieuw behandelen, zo blijkt uit de kalender met de (niet openbare) zittingen die het TAS van de week bekend maakte.
De sponsors van de Duitse wielerploeg leden financieel verlies wegens een gemis aan publicitaire return door de uitsluiting van hun vedette. Of het TAS de beslissing van de UCI-jury nietig zal verklaren en Denk Pro Cycling een schadevergoeding zal toekennen is volgens specialisten echter twijfelachtig. Het is niet bekend of Sagan zelf aanwezig zal zijn op de zitting.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier