Romain Bardet: ‘Ik heb geen contract met de natie om de Tour te winnen’

© Reuters

‘Om het bastion van Team Sky te slopen zullen op het juiste moment risico’s moeten worden genomen’, zegt Romain Bardet. Laat koersinstinct nu net het sterkste wapen zijn van deze Fransman.

De afdaling van de Côte de Domancy, ooit de scherprechter op het door Bernard Hinault gewonnen WK van 1980 in Sallanches, ligt er in de plenzende regen spiegelglad bij. De kalk van rennersnamen op het wegdek, een relict van de tijdrit daags voordien, is veranderd in bruine zeep. In een verwoede poging om de ontsnapte Mikaël Cherel te volgen, slaat Bauke Mollema, de tweede in het klassement, tegen het asfalt. De Groninger zal in de stand terugvallen naar de tiende plaats.

Cherel begrijpt dat niet de slotklim maar deze afdaling het geschikte toneel vormt om paniek te zaaien. In zijn oortje hoort hij de vertrouwde stem van zijn vaste kamergenoot en kopman, die tegen de ploegorders in niet de slotklim heeft afgewacht. Cherel richt zich op. Pas wanneer hij zijn boezemvriend aan zijn wiel voelt, jaagt hij het tempo weer de hoogte in, tot aan de voet van de bijna tien kilometer lange slotklim naar Le Bettex, in de schaduw van de Mont Blanc.

Een witte lijn op het wegdek creëert ondertussen nog meer chaos. Samen met Vincenzo Nibali is ook de gele trui gevallen. Chris Froome zal de laatste beklimming moeten afwerken op de fiets van ploegmaat Geraint Thomas. Gelukkig is zijn voorsprong in het klassement comfortabel.

Op de slotklim rondt Romain Bardet het voorbereidende werk van maatje Cherel keurig af. Met de tanden op elkaar raapt hij de Portugees Rui Costa op, de laatste overlevende van de vroege vlucht, om op ruim drie kilometer van de finish onweerstaanbaar weg te rijden. Een solo die de kopman van AG2R La Mondiale de ritzege oplevert – de enige Franse in de Tour 2016 – én omhoog katapulteert in het klassement: van vijf naar twee. Hij zal die dichtste ereplaats niet meer afstaan.

Valstrikken en risico’s

Dat ik tweede ben geworden, vind ik al heel wat. Ik doe niet aan wielrennen om de Tour te winnen, maar voor mijn plezier.

Romain Bardet

Als er in de Tour 2016 één uitdager van Froome niets te verwijten viel, dan wel Romain Bardet. De anders bedachtzame man uit de Auvergne was de enige die het aandurfde om risico’s te nemen in een wedstrijd die voor de rest door Team Sky vakkundig op slot werd gegooid. Bijna een jaar later getuigt het eveneens van moed dat hij in tegenstelling tot veel van zijn collega’s niet voor de ontsnappingsroute van de Giro heeft gekozen, maar in juli opnieuw op zoek wil gaan naar een sleutel om de wedstrijd open te breken.

Verwacht je dit jaar in de Tour opnieuw catenaccio op twee wielen?

Romain Bardet: ‘De kans bestaat natuurlijk, want met Chris Froome heeft Sky de beste ronderenner en het is de sterkste ploeg. Logisch dus dat ze de koers maximaal proberen te blokkeren. Froome maakt het verschil in de tijdritten, dus kan in de bergen het slot erop. Maar wielrennen blijft onvoorspelbaar. Het parcours dit jaar ligt overal bezaaid met valstrikken, met heel wat middengebergte. Parcourskennis zal meer dan ooit belangrijk zijn.’

Wat is het recept om de grendel te breken?

Bardet: ‘Er is geen recept op voorhand. Het komt erop aan om op het juiste moment risico’s te nemen. Daarin slagen is het recept.’

Philippe Gilbert zegt: ‘Ik stel vast dat niemand Sky durft aan te vallen. De andere ploegen moeten hen meer durven te bestoken, zoals dat gebeurde in de Vuelta vorig jaar.’

Bardet: ‘Het is natuurlijk waar dat we de platgetreden paden moeten verlaten. Maar er zijn negen renners per ploeg en erg sterke blokken. Dat werkt dus niet altijd, misschien slechts in één rit op 21. Het is dus een kwestie van geduldig te zijn en het juiste moment af te wachten.’

Ben jij bereid om op zo’n moment risico’s te nemen?

Bardet: ‘Zeker, temeer omdat ik al eens tweede ben geworden in de Tour. Nu zal ik dus nog meer kunnen riskeren. Ja, de supporters mogen op me rekenen dat ik het maximum zal geven.’

Je gaat van start met het idee dat je de Tour probeert te winnen?

Bardet: ‘Neen, ik ga van start met het idee om het zo goed mogelijk te doen. En plezier te beleven aan wat ik doe. Daartoe moet ik een aanvallende wedstrijd kunnen rijden. Ik ben van nature een aanvaller. Ik heb altijd een offensieve visie op wielrennen gehad. Van bij de jeugd. Als neoprof in 2012 reed ik in de Amstel Gold Race meer dan 200 kilometer in de aanval, in de Ronde van Lombardije meer dan 150. Ik vind dat nog steeds de beste manier om als jonge renner het wielrennen op het hoogste niveau te ontdekken: in de spits rijden en het maximum geven.’

Je ploegleider Julien Jurdie zei ooit dat je lange tijd beducht was om de wereldtoppers aan te vallen.

Bardet: ‘Ja, dat klopt, omdat heel vaak je inspanningen niet beloond worden als je aanvalt. Zeker in het moderne wielrennen is dat niet vanzelfsprekend. Op dat vlak is de Tour soms weinig inspirerend. Maar met de jaren en de ervaring ben ik echt open gebloeid op de fiets. Nu zit ik daar niet meer mee.’

Wetenschap versus gevoel

Sla je weleens een praatje met Froome?

Bardet: ‘Dat gebeurt. Maar over niets bijzonders, hoor. Over koetjes en kalfjes, dagelijkse dingen. Hij is ook iemand die ongelooflijk hard werkt. Buiten het wielrennen delen we niet echt hobby’s of zo, maar het is wel altijd aangenaam om met hem eens een babbeltje te doen. Hij stelt zich altijd heel hoffelijk en respectvol op, ook tegenover de jongeren in het peloton. Ik ga geen namen noemen, maar er rijden wel andere renners rond.’

Ik zie mezelf in een wedstrijd niet voortdurend naar mijn vermogensmetertje zitten te kijken.

Romain Bardet

Jij schijnt even perfectionistisch te zijn als Froome.

Bardet: ‘Ik denk dat we onze sport op dezelfde manier benaderen. Ik doe in elk geval zo goed mogelijk mijn best om achteraf van niets spijt te kunnen hebben.’

Naar verluidt ga je zo ver dat je zelfs wetenschappelijke tijdschriften over sportfysiologie leest.

Bardet: ‘Ja, dat doe ik soms. Het is niet mijn favoriete hobby, maar ik interesseer me er wel voor en ben graag op de hoogte van de nieuwste innovaties en de laatste studies over trainingsleer. Je moet weten: ik heb niet graag dat men mij dingen oplegt, ik wil ze zelf verifiëren.’

Waar heb je laatst over gelezen?

Bardet: ‘Over het nemen van ijsbaden na de ritten, voor de spieradaptaties ter bevordering van de recuperatie. Dat dit alleen goed is in bepaalde omstandigheden en dat we misschien onze positie moeten herzien van dat systematisch na elke rit te doen.’

Aan de ene kant benader je je sport heel wetenschappelijk à la Sky en aan de andere kant is je manier van koersen heel gevoelsmatig, zowat het omgekeerde van Sky. Je bent een paradoxale renner.

Bardet: ‘Dat lijkt alleen maar tegenstrijdig, want ik denk juist dat die twee dingen complementair zijn. Het zijn twee facetten van mijn persoonlijkheid. Ik zie mezelf in een wedstrijd bijvoorbeeld niet voortdurend naar mijn vermogensmetertje zitten te kijken.’

Niet zoals Froome?

Bardet: ‘Ik weet nu ook niet of hij dat de hele tijd doet, maar zelf kijk ik er in elk geval niet naar. Ik gebruik mijn vermogensmetertje alleen op training. Het staat in de koers wel geïnstalleerd, maar dat is alleen om achteraf mijn gegevens aan mijn trainer door te spelen. In de koers moet ik mijn temperament de vrije loop kunnen laten. Misschien is dat zelfs wel mijn sterkste wapen: mijn koersinstinct, mijn neus om de juiste beslissingen te nemen op de juiste momenten. Zoals in de rit die ik vorig jaar won.’

Romain Bardet
Romain Bardet© Belga Image

Troeven

Je reed toen weg in een afdaling, net als bij die andere twee grote overwinningen in je carrière, je ritzeges in de Dauphiné en de Tour in 2015.

Bardet: ‘Ja, maar om die wedstrijden in de afdaling te winnen moest ik voordien wel altijd met de eersten mee over de top. Dat vooral. Vaak demarreer ik voor de top en maak ik daarna gebruik van de afdaling om mijn voorsprong uit te bouwen. Een spectaculaire én interessante manier om tijd te winnen.’

Je ploegmaat Jan Bakelants zegt dat jij je uitstekende daalcapaciteiten deels dankt aan het feit dat je een goede skiër bent.

Bardet: ‘Neen, dat is de reden niet. Het is trouwens ski de fond dat ik doe, langlaufen. Een leuke manier om het seizoen voor te bereiden. De voorbije winter heb ik ook weer gelanglauft, in de Auvergne, mijn thuisregio. Maar veel afdalingen op de latten doe ik niet. Neen, ik weet eigenlijk niet hoe het komt dat ik op mijn fiets goed kan dalen. Ik heb dat altijd goed gekund, van bij de jeugd, en het is niet dat ik daar specifiek aan werk.’

Een andere troef van jou is je mentale kracht, tenminste als we Loïc Varnet mogen geloven, de algemeen directeur van je vroegere opleidingsteam Chambéry Cyclisme Formation: ‘Romain Bardet is fysiek niet uitzonderlijk, toch heeft hij iets extra’s tegenover de meeste van zijn generatiegenoten: het mentale. Niets doet hem twijfelen.’

Bardet: ‘Zo heeft iedereen wel zijn commentaar. In elk geval kan ik je zeggen dat je lichamelijk sterk moet zijn om op het podium te staan van de Tour. En ook dat louter het fysieke niet volstaat, dat het mentale moet volgen.’

Jij komt mentaal stabieler over dan je landgenoot Thibaut Pinot.

Bardet: ‘Dat weet ik niet. Feit is dat het in Frankrijk moeilijk is om als jonge Franse renner het podium of de eindzege in de Tour te betwisten. Zo hooggespannen zijn de verwachtingen. Het is niet eenvoudig om daarmee om te gaan.’

En na je tweede plaats vorig jaar zijn de verwachtingen dit jaar nog groter.

Bardet: ‘Misschien. Maar dat ik al eens tweede ben geworden, vind ik al heel wat. Ik ben daar heel blij om. En ik doe niet aan wielrennen om de Tour te winnen, maar voor mijn plezier. Ik zal er alles aan doen en dan zullen we het resultaat zien.’

Dat is jouw manier om met de druk om te gaan?

Bardet: ‘Ja, ik heb geen verwachtingen, ik heb geen contract met de natie om de Tour te winnen. Ik zal mijn uiterste best doen om daarin te slagen, uiteraard, maar het is geen levensdoel. Zoals ieder jaar zal het ook nu weer met ups en downs zijn. Dat is de Tour. Het wordt mijn vijfde deelname, ik weet wat me te wachten staat.’

Wat als je nooit de Tour wint?

‘Als ik het op een dag beu ben, stop ik en kan ik me perfect omscholen in het leven.’

Bardet: ‘Dan zal ik daarmee kunnen leven, zolang ik maar het gevoel heb dat ik het maximum uit mijn carrière heb gehaald.’

Het doel is de weg

Je koos ervoor om je wielercarrière te combineren met hogere studies.

Bardet: ‘Ja, en dat heeft me veel geholpen voor mijn persoonlijk evenwicht. Er is niet alleen wielrennen in mijn leven. Ik ben heel gelukkig met wat ik momenteel doe, maar ik ben niet veroordeeld tot het wielrennen. Dat is echt een luxe. Als ik het op een dag beu ben, stop ik en kan ik me perfect omscholen in het leven. Ik ben niet geobsedeerd door wielrennen, ik weet dat er veel andere interessante levens te leiden vallen. Er is geen determinisme in mijn bestaan.’

Je hebt een ontsnappingsroute?

Bardet: ‘Geen ontsnappingsroute, het is een parallelle weg, een leven dat ik later zeker nog zal omarmen.’

Bijna tien jaar geleden, toen je nog junior was, vertelde je in een interview: ‘Als ik de kans krijg, wil ik natuurlijk wel profrenner worden, maar op dit moment denk ik daar niet aan. Ik zie mezelf wel notaris worden.’

Bardet: ‘Ik moet zeggen: nu zie ik me dat helemaal niet meer doen. Ik heb wel een juridische basis – terwijl ik bij de beloften koerste, behaalde ik mijn licentie rechten aan de universiteit van Clermont-Ferrand – maar juridisch werk is soms nogal saai. Momenteel spreekt management me veel meer aan. Na mijn studies rechten volgde ik via afstandsonderwijs nog een master in management aan de businessschool in Grenoble. Ik heb nog geen concrete plannen en weet ook nog niet in welke sector, maar ik zou later wel graag mijn eigen bedrijf oprichten. En daarna misschien mijn eigen wijnbar openen, wie weet?’

Romain Bordet
Romain Bordet

Je bent ondertussen afgestudeerd?

Bardet: ‘Sinds december nog maar, ik heb uiteindelijk acht jaar gestudeerd: drie jaar rechten en vier jaar management, in plaats van de gebruikelijke twee. Door mijn sportieve verplichtingen had ik er daarna ook nog een thesisjaar bij.’

Waarover heb je je eindverhandeling gemaakt?

Bardet: ‘Over de omscholing van topsporters na hun sportcarrière. De conclusie was dat er nog veel zaken onderontwikkeld zijn om sporters tijdens hun carrière in hun vrije momenten al in bedrijven te integreren. En dat ook de bedrijven zelf er echt belang bij kunnen hebben om overstapmogelijkheden te creëren voor sporters.’

Na je rennerscarrière zou jij bijvoorbeeld ook kunnen rentenieren.

Bardet: ‘Neen, om te beginnen denk ik niet dat dat mogelijk zal zijn. Bovendien zal ik nog jong zijn. Op zo’n leeftijd vallen er nog veel projecten te realiseren en ik wil me daar dan op storten. Ik heb iets nodig dat me honderd procent meesleept. Wanneer ik gestopt ben als renner, zou ik me met dezelfde energie willen inzetten voor die nieuwe projecten als momenteel voor het wielrennen. Want dat is waar ik van hou in mijn huidige vak: dat ik me er helemaal in kwijt kan, voor honderd procent.

‘Ik vind de weg ergens naartoe belangrijker dan het doel. Dat geldt ook voor de Tour. Het doel is niet om de Tour te winnen, het doel is mijn uiterste best te doen. Ik ben niet gebonden aan een resultaat, dat hangt van te veel onbekende variabelen af, zoals het niveau van de tegenstand en de koersomstandigheden van de dag. De filosofie is geconcentreerd te blijven op mijn eigen atletisch niveau en op basis daarvan te evalueren. De enige plicht die ik heb is me op een onberispelijke manier voor te bereiden. Het is precies dat besef dat mogelijkheden schept om op instinct te koersen.’

Blijven vooruitgaan

Ook al vind je het resultaat niet doorslaggevend, denk je ooit de Tour te kunnen winnen?

Bardet: ‘Het is nog te vroeg om daar met ja of neen op te antwoorden. Zolang Chris Froome er is met Sky, wordt het moeilijk. En zelfs als hij niet meer zal meedoen of op zijn retour zal zijn, zal er de generatie van 1990 zijn. Die telt veel troonpretendenten die de hoop mogen koesteren om ooit de Tour te winnen (naast Romain Bardet zelf zijn ook Nairo Quintana, Esteban Chaves, Thibaut Pinot, Fabio Aru en Tom Dumoulin in 1990 geboren, nvdr). Dat gaat een spannende strijd opleveren.’

Hoeveel jaar wil je nog investeren?

Bardet: ‘Heel goede vraag. Een vraag die ik mezelf ook stel. Ik ben nu 26. Tot mijn 30e? Tot mijn 34e? Ik zie mezelf dit nog wel enkele jaren echt à fond doen, maar de dag dat ik zal vaststellen dat ik geen vooruitgang meer maak, zal ik er misschien genoeg van hebben. Want dit vergt veel opofferingen op persoonlijk vlak, voor het gezinsleven. Maar zolang het avontuur interessant blijft, ga ik door.’

Nu maak je nog vooruitgang?

Bardet: ‘Van bij de jeugd liep ik lichamelijk altijd achterop ten opzichte van mijn generatiegenoten. Ik ga er dus van uit dat ik nog niet tot volle fysieke wasdom ben gekomen. Ik merk dat ook aan mijn vermogensgegevens. Ieder jaar blijf ik vooruitgaan. Ook dit jaar zijn mijn gegevens beter dan vorig jaar (volgens zijn trainer Jean-Baptiste Quiclet met twee tot drie procent op kortere inspanningen van vijf, tien en vijftien minuten, nvdr). Dat geeft me telkens zin om nog harder te trainen om er te komen.’

Wanneer zal de Tour voor jou geslaagd zijn?

Bardet: ‘Tot nu toe heb ik alleen nog maar geslaagde Rondes van Frankrijk gekend. Zelfs in 2015, toen het slecht begon. Ik verloor veel tijd in het algemene klassement, maar daarna heb ik ervan genoten om met ontsnappingen te kunnen meegaan. Ik wilde een ritzege. Ik behaalde twee podiumplaatsen, won uiteindelijk nog een etappe, de prijs van de superstrijdlust en bijna de bolletjestrui – alleen Froome en Quintana eindigden in het bergklassement voor mij. Er zijn dus veel manieren om een Tour te doen slagen. Zolang ik maar het gevoel heb dat ik me ten volle kan uitdrukken en me voor honderd procent van mijn mogelijkheden kan geven. Je veux être acteur. Want als ik niet in de aanval kan gaan, veroordeeld ben tot volgen en de feiten moet ondergaan, is er geen plezier aan.’

Wijnboeren als coureurs

Zijn wespentaille en spichtige benen verraden het niet, maar Romain Bardet koestert een grote passie voor gastronomie en in het bijzonder voor wijn. Een hobby die hij deelt met zijn vriendin Amandine, die enkele jaren een blog bijhield met gevarieerde recepten voor smakelijke gerechten, gericht op sporters (amandinecuisine.over-blog.com). ‘We houden allebei van lekker eten en drinken’, vertelt Bardet. ‘We zijn erg Frans op dat vlak.’

Onder anderen met Clément Chevrier, sinds dit jaar zijn ploegmaat, maakt Bardet in het tussenseizoen reisjes, telkens naar een andere wijnregio in Frankrijk, waar ze dan plaatselijke wijnboeren bezoeken. ‘Via de wijn maken we kennis met een streek en het vakmanschap van mensen. Een complexe wereld, maar ik vind het boeiend om me onder te dompelen in het werk van de wijnboeren: de druivenpluk, de vinificatie, enzovoort. Ik zie ook een parallel tussen hun ambacht en het onze. Zoals zij hun terroir bewerken om in de loop der jaren een zo goed mogelijk product te maken, bewerken wij ons lichaam om een van de beste sporters te worden.’

Bardet is zelf een eigen wijnkelder aan het uitbouwen, intussen heeft hij ruim honderd flessen. Zijn dierbaarste is een Château Mouton Rothschild, een premier grand cru uit de Bordeauxstreek. ‘Na mijn podiumplaats vorig jaar in de Tour gekregen van een heel grote Franse kampioen: monsieur Jean-Claude Killy (drievoudig olympisch kampioen in het alpineskiën op de winterspelen van 1968 in Grenoble, nvdr). De kostprijs ervan? De waarde van zo’n fles valt niet in geld uit te drukken!’

Schop onder de kont

‘Romain heeft ons een schop onder de kont gegeven. Hij zette ons ertoe aan om uit onze routine te treden. Zonder hem weet ik niet of de ploeg vandaag nog in de WorldTour zou zitten.’ Bij AG2R La Mondiale onderstreepten ze in 2015 in Vélo Magazine al Bardets invloed op de ploeg en vandaag bevestigt Jean-Baptiste Quiclet, de hoofdcoach van het team, opnieuw de stelling. ‘De ploeg bestaat nu 26 jaar en had vroeger ook al een heel solide basis, maar ze moest meer inpikken op het cyclisme moderne. Voornamelijk op Romains vraag zijn ze dan in eerste instantie op zoek gegaan naar een trainer – die ben ik dan geworden – en van daaruit is een nieuwe structuur gegroeid.’

Quiclet, die een master in sportfysiologie behaalde aan de universiteit van Besançon bij Frédéric Grappe, directeur van de wetenschappelijke cel van FDJ, tekent sinds eind 2013 de globale voorbereidingsstrategie van AG2R La Mondiale uit. ‘De organisatie van de ploeg is de voorbije jaren ingrijpend veranderd met de uitbouw van een cellule performance: oud-sportdirecteur Nicolas Guillé als man van het terrein, wetenschappelijk onderzoeker Samuel Bellenoue als universitair profiel en Mickaël Bouget als verantwoordelijke voor onderzoek en ontwikkeling van materiaal. Ikzelf coördineer het geheel. Via deze prestatiecel sluit de ploeg nu dichter aan bij de nieuwe wetenschappelijke stromingen en de Angelsaksische trainingsaanpak. Met een budget van 12 à 13 miljoen euro, afhankelijk of je de materiaalsponsoring meerekent, komen we lang niet in de buurt van Team Sky, maar qua werking wordt de kloof steeds kleiner. Het verschil zit vooral in de loonmassa van de renners. Froome heeft helpers die bij ons kopman zouden kunnen zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content