Anthony Englebert

© EMILIEN HOFMAN

Vijfendertig jaar nadat hij met Standard een Europese bekerfinale bereikte, werkt Anthony Englebert in zijn geboortedorp Tenneville. De gewezen linksvoetige verdediger ruilde antiek en brocante in voor burgers en frieten.

De N4 tussen Marche-en-Famenne en Luxemburg krijgt veel vrachtverkeer over zich heen. Vijfentwintig kilometer voorbij Marche-en-Famenne ligt Tenneville, waar chauffeurs geregeld halt houden om een hapje te eten in een van de snackbars of frituren. Een daarvan wordt uitgebaat door oud-voetballer Anthony Englebert. In de jaren 80 en 90 speelde Englebert bij Standard, Winterslag, Seraing en het Luxemburgse Ettelbrück en in april van dit jaar opende hij in zijn geboortedorp een eettent. De geur van de kleedkamer maakte plaats voor die van versgebakken frieten.

Tony, zoals hij steevast wordt genoemd, trok al een hele tijd geleden een streep onder zijn voetbalverleden. ‘Na mijn ervaring bij Seraing in 1993 kon ik in Frankrijk aan de slag bij Sarreguemines, maar uiteindelijk koos ik voor Ettelbrück omdat ik daar minder vaak moest trainen. Na één seizoen in het Groothertogdom Luxemburg nam ik de familiezaak over, antiek en brocante.’

Meer dan twintig jaar schuimde hij antiek- en brocantemarkten af in de provincie Namen, in Brussel en zelfs in Frankrijk. ‘In het begin kende ik het wereldje uiteraard nog niet zo goed en deden de andere handelaars me veel te veel betalen voor hun oude meubels. Maar koppig als ik ben, hield ik vol en leerde ik het spel goed te spelen.’ Authentieke regionale stukken trokken Englebert zo hard aan dat hij er soms tien keer meer voor betaalde dan hij aanvankelijk in zijn hoofd had. ‘Maar dan wist ik wel zeker dat ik een koper zou vinden achteraf.’ (grijnst)

De laatste jaren draaide zijn business niet meer zoals het moest en begon hij na te denken over zijn reconversie. Het werden burgers en frieten in het pand waar zijn oom in de jaren 70 een bistro uitbaatte én waar Anthony zelf zijn eerste aansluiting bij Standard ondertekende. ‘Veertien jaar was ik toen’, vertelt hij. ‘Het is toch wel heel opmerkelijk dat ik nu een zaak openhoud op de plaats waar mijn voetbalavontuur begon.’

Gemiste finales

Van de moeizame weg tussen Tenneville en grootstad Luik op zijn vijftiende tot de eerste zware trainingen met de A-kern kweekte de Ardennees een stevig karakter aan de oevers van de Maas. ‘Toen ik aansloot bij de eerste ploeg moest ik opletten dat mijn benen niet werden kapot gestampt door Renquin of Gerets.’

Zijn eerste proftrainer, Ernst Happel, liet bij hem geen grote indruk na op tactisch vlak. ‘De richtlijnen waren heel eenvoudig: ‘Aanval, aanval!, toutà l’attaque‘, legt Englebert uit. ‘We moesten één doelpunt meer maken dan de tegenstander. De manier waarop dat gebeurde, maakte niet uit. Nu, dat beviel me wel, want we ontwikkelden een heel offensief voetbal.’

Door de aanwezigheid van Gerard Plessers en Michel Renquin kwam Englebert in de competitie niet veel aan spelen toe, maar in de beker kreeg hij wel zijn kans. Zoals in 1981, toen Standard in de finale Lokeren met ruime 4-0-cijfers versloeg. In die wedstrijd zelf bleef Tony echter de hele tijd op de bank. ‘Ik heb nooit precies geweten waarom Happel mij aan de kant zette, want hij was een man van weinig woorden. Enkele dagen voor de finale tackelde ik zijn assistent, die met ons meetrainde, nogal stevig. Nadien kwam ik onder Happel niet meer aan spelen toe.’

Gelukkig voor Englebert was de Oostenrijker einde contract en nam Raymond Goethals het seizoen nadien het sportieve roer over. Onder Raymond la science ontpopte de linksbenige verdediger zich tot basisspeler. ‘Omdat Renquin naar Anderlecht vertrokken was, probeerde Goethals me uit als linksachter. Hij toonde zich tevreden en gaf me vertrouwen op die positie.’ Onder de nieuwe trainer was het ook heel anders werken dan onder Happel. ‘Alles was tot in de puntjes geregeld en elke dag herhaalden we keer op keer dezelfde oefeningen, zodat we perfect wisten wat er van ons verwacht werd. Alle ploegen lieten zich vangen door onze buitenspelval.’

De Europese campagne van 1981/82 vormde er het beste bewijs van. Standard bereikte de finale van Europacup II tegen het grote FC Barcelona, dat de wedstrijd in het eigen Camp Nou mocht spelen. Vreemd genoeg was er ook in deze finale geen plaats voor Englebert, nochtans titularis in de competitie en maker van een prachtig doelpunt in de kwartfinale tegen Porto. ‘Ik begrijp nu nog altijd niet waarom Goethals verkoos om de Zwitser René Botteron op mijn plaats te zetten.’ Standard kwam op voorsprong, maar verloor uiteindelijk met 2-1, zonder Englebert.

Dagelijks één frietje

Na zijn laatste seizoen bij Ettelbrück kreeg hij nog een aanbod van UR Namur om er als assistent-trainer aan de slag te gaan, maar Englebert bedankte vriendelijk en trok de deur van het voetbal definitief achter zich dicht. Na brocante en antiek koos hij nu dus voor frieten en hamburgers. ‘Ik wist dat een snackbar op de N4 het goed zou doen, maar ik wilde ook het verschil maken met andere eetgelegenheden in de buurt.’ Op zijn menukaart staan vijf verschillende recepten voor hamburgers, bereid met vers vlees en met ‘echt brood’.

Het is zoals met antiek, zegt hij. ‘Ik heb nooit anderen willen kopiëren en ik heb altijd gewerkt met kwaliteitsvolle producten.’ Om de kwaliteit te controleren, proeft hij dagelijks één frietje, niet meer. ‘Omdat ik de neiging heb om snel bij te komen’, verantwoordt hij zich. ‘Desondanks word ik nog af en toe herkend. Onlangs hielden twee mannen me de hele tijd in de gaten. Ik dacht: wat willen die nu weer? Het bleken twee ploegmaats van 40 jaar geleden.’

DOOR EMILIEN HOFMAN – FOTO EMILIEN HOFMAN

‘Ik begrijp nog altijd niet waarom Goethals in de Europacupfinale Botteron op mijn plaats zette.’ Anthony Englebert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content