‘Bij de vereffening heb ik dagen aan een stuk geweend’

© koen bauters

Voetbal is passie. Dat geldt evenzeer voor vrouwen. Om de twee weken laten we een vrouw aan het woord die de sport met overgave beleeft. Deze week: Céline Mawet (22), teammanager en communicatieverantwoordelijke bij Excel Mouscron.

‘Mijn hele leven draait rond voetbal, voor andere zaken is eigenlijk geen tijd. Ik beheer de social media, ben teammanager en engageer me voor de sociale projecten van de club – zoals de Homeless Cup. Thuis praten we constant over voetbal, in de weekends ga ik mee met de ploeg en met mijn vader kijk ik naar zowat alle wedstrijden uit de Jupiler Pro League. Vroeger zorgde die voetbalpassie wel eens voor onbegrip bij mijn vrienden. Als ik op donderdag niet mee op stap ging in Gent -waar ik journalistiek studeerde – of als ik weer eens een verjaardagsfeestje miste. Ondertussen zijn ze dat gewoon. Bovendien heb ik veel aan mijn collega’s, bij Moeskroen werken we met een jong team, we zijn als vrienden.

Hoewel ik even oud of zelfs jonger ben dan de spelers, voel ik me dikwijls de mama van de groep.’ – Céline Mawet

‘Al sinds mijn vier jaar ga ik naar Moeskroen. Toen mijn vader, afkomstig uit Luik en Standardsupporter, eind jaren negentig naar Menen verhuisde om samen te wonen met mijn moeder zocht hij een nieuwe club. Bij KV Kortrijk vond hij niet wat hij zocht, zo kwam hij bij Moeskroen terecht. Mijn ouders, ik, mijn neef, nonkel… we trokken met een hele bende naar het voetbal. Ik volgde zowel thuis- als uitwedstrijden, ook na de degradatie en fusie met Péruwelz in 2010. Moeskroen is in mijn ogen altijd die familiale club gebleven, daarom heb ik nooit goed begrepen waarom er steeds weer zo slecht over wordt gesproken.

‘We voelen ons het lelijke eendje dat de andere clubs liefst zo snel mogelijk uit eerste klasse zien verdwijnen. Zeker als ook nog eens een populaire traditieclub als KV Mechelen degradeert nadat Eupen van ons won, weet je dat het op dat vlak niet zal beteren. Er is veel te doen geweest rond die match van ons tegen Eupen, maar ik ben ervan overtuigd dat ons daarin niets te verwijten valt. Ik was er zelf bij toen onze CEO Paul Allaerts in de kleedkamer een vurig pleidooi hield om voluit te gaan, net omdat hij wist dat Moeskroen anders weer iedereen over zich heen zou krijgen. We hebben na die match een pak haatberichten ontvangen. Door één wedstrijd waren al onze inspanningen van een heel seizoen teniet gedaan. Zeer jammer.

‘Elk seizoen opnieuw worden we aangevallen door andere clubs, maar iedere keer bewijzen we dat er niets ontbreekt aan ons licentiedossier. Dat mag eens ophouden. Dat we in Thaise handen zijn, speelt eigenlijk amper een rol. Stap per stap moeten we de mensen weer naar Le Canonnier krijgen. Veel Excelsupporters haakten af ten tijde van de fusie met Péruwelz. Als financieel beperkte club moeten wij vooral mikken op wedstrijdbeleving, ongeacht winst of verlies moet het hier een feest zijn.

‘Ik ben eens naar Anderlecht in de Champions League en Gent in de Europa League gaan kijken, maar Moeskroen blijft mijn clubje. Al heb ik ondertussen geleerd meer afstand te nemen van de resultaten. Bij de vereffening in 2009 heb ik dagen aan een stuk geweend. Bovendien voelde ik me verantwoordelijk, want ik had een embleem – zo eentje dat je op een kledingstuk kunt strijken – van Moeskroen en ik had het gevoel dat de club overeind zou blijven zolang ik dat goed bewaarde. Kort nadat ik het toch kwijtraakte, ging Moeskroen failliet. ( lacht) Tegen de degradatie strijden zorgt elk seizoen weer voor stress: voor de clubmedewerkers hangt hun job ervan af. De voetballers vinden meestal snel een andere club.

‘Ik kom met alle spelers goed overeen, tegelijkertijd probeer ik duidelijk te maken dat er afstand moet zijn, want ik wil deze droomjob niet op het spel zetten. Uiteraard delen de spelers geregeld plaagstoten uit, daar heb ik geen problemen mee, ik geef zelf ook graag een stekske. Vroeger was ik grote fan van Adnan Custovic en Luigi Pieroni, nu heb ik veel bewondering voor Dimitri Mohamed, onze kapitein, iemand die echt voor de club leeft. Ook Taiwo Awoniyi beschouw ik als een goede vriend. Omdat hij niet graag alleen in zijn appartement zat, kwam hij in zijn beginperiode vaak zijn administratie doen bij ons op bureau – hij is zijn eigen manager. We hebben serieuze conversaties gevoerd over zijn geloof. Je leert in mijn functie zoveel bij, doordat je met verschillende nationaliteiten en religies in aanraking komt. Hoewel ik even oud of zelfs jonger ben dan de spelers, voel ik me dikwijls de mama van de groep.’ ( lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content