Vrije Tribune

Redelijkheid, geloofwaardigheid en verantwoordelijkheid

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De actuele ontwikkelingen en de historiek van de politieke malaise doet ons vragen stellen over redelijkheid, geloofwaardigheid en verantwoordelijkheid.

Neen, maar…? De formateursnota van Di Rupo heeft politieke vriend en vijand verrast. Het product leek moedig en relatief evenwichtig. Zelfs de verzamelde pers – niet zelden het forum van de afkraaklogica – was gematigd positief. Besparingen en nieuwe inkomsten, een (relatief) propere splitsing van BHV, bestuurlijke vernieuwing, activering, responsabilisering met solidariteit, een hogere en langere werkzaamheidsgraad, grotere lasten voor sterkere schouders,…

Die nota kan vanuit de partijen en belangengroepen een ja met vele “maars” uitlokken en je kan er een (“perfide”?) strategie achter vermoeden om de N-VA als regeringspartij buiten spel te zetten.

Het zou evenwel moeilijk worden het werkstuk zo maar af te schieten. Toch waren de eerste reacties niet “Ja, maar”. De vakbonden waren (te) vlug met hun afwijzende kritiek. De N-VA kraakte op basis van een eenzijdige lezing onverbiddelijk de nota.
De CD&V kon moeilijk zonder N-VA duidelijk kleur bekennen.

De actuele ontwikkelingen en de historiek van de politieke malaise doet ons vragen stellen over redelijkheid, geloofwaardigheid en verantwoordelijkheid. Die deugden of houdingen zouden zowel onderhandelaars, partijen, vakbonden, maar evenzeer kiezers en burgers moeten uitstralen en uitdragen.

Politieke en maatschappelijke actoren
Je kan het moeilijk verantwoordelijk gedrag noemen als je als partij de interne verdeeldheid tussen separatisten en gematigde confederalisten wil verbergen door een afzijdige of afwijzende houding in te nemen. Geloofwaardigheid is niet hetzelfde als consequent neen blijven zeggen, tenzij men open en volmondig zegt dat men geen verantwoordelijkheid wil opnemen in een land dat er niet hoeft te zijn. Het is ook niet geloofwaardig als je enerzijds stelt dat België gaat verdampen tussen sterkere deelgebieden langs de ene kant en een sterker Europa, langs de andere kant, om vervolgens Europa die mogelijkheid tot (fiscale) versterking toch te ontzeggen. Het is niet zo geloofwaardig om enerzijds een discours te voeren dat vertrekt vanuit de (volks)gemeenschap om vervolgens eenzijdig op een liberale wijze enkel de (fiscale) belangen van de hardwerkende middenklasse te verdedigen.

Maar evenmin getuigt het van verantwoordelijkheid en moed als de CD&V eenzijdig haar kar hangt aan de N-VA teneinde verloren stemmen te recupereren. Het is trouwens niet redelijk om te verwachten dat ze zo terugkomen. Impliciet bevestigt dit het groot gelijk van de gangmaker-gijzelaar. De poging om de christendemocratische identiteit te herijken is in alle stilte weggedeemsterd en door ongelukkige statements ongeloofwaardig gemaakt.

Vakbonden zien een bedreiging op korte termijn voor verworven rechten van de werknemers en vrezen dat van effectieve herverdeling en tewerkstelling geen werk wordt gemaakt. De maatregelen die werknemers en uitkeringstrekkers treffen zullen (wellicht?) vlugger realiteit zijn dan die die vermogenden treffen.

Maar hebben ze niet te snel een “neen” gezegd en met acties gedreigd? Hebben ze wel voldoende de lange termijn op het oog, m.n. de houdbaarheid van de verzorgingsstaat die in grote mate hun eigen kind is? Ook al weet men dat belangengroepen een eigen rol hebben, ze hebben bij velen de perceptie van corporatisme gevoed. Met hun gestaag werken aan een eenheidsstatuut arbeiders-bedienden gaven ze aanvankelijk wel de indruk in staat te zijn corporatisme te overstijgen. Een gemiste kans?

Ook kiezer en burger moet zich aangesproken voelen Sommigen schieten eenzijdig op de politieke actoren die hun werk niet doen. Toch mogen we niet vergeten dat de kiezer-burger mee aan de basis ligt van de politieke impasse. Het verloop van zovele kiezers in de richting van de N-VA heeft ervoor gezorgd dat die partij gesterkt werd in haar houding van het stijf houden van haar been.

Dat communautaire polarisatie vervolgens om de hoek loert, is dan wat je redelijk mag verwachten. Toch liet het ISPO-onderzoek blijken dat de gemiddelde nieuwe kiezer van N-VA niet meer maar minder (!) Vlaams is dan de doorsnee Vlaming. Een redelijke en verantwoordelijke kiezer had moeten weten dat die stem door de partij zou uitgelegd worden als steun aan Vlaamse hardleersheid.

Stemde men dan toch voor de N-VA dan was het (onder meer) omwille van de perceptie (!) van geloofwaardigheid die de kiezer op de valreep deed beslissen om voor die partij te stemmen. Die vele late roepingen geven niet onmiddellijk de indruk van een redelijke en doordachte keuze. Perceptie speelt dan een belangrijke rol.

Redelijkheid en verantwoordelijkheid gaan evenwel verder dan impressionistisch stemmen op basis indrukken. Evenmin is het weinig geloofwaardig om eerst een radicale stem uit te brengen om dan eenzijdig te schieten op de politieke onderhandelaars die geen akkoord kunnen sluiten. De gemiddelde kiezer moet deemoedig mee haar verantwoordelijkheid opnemen voor de actuele impasse. Een redelijke kiezer ziet nu wèl in wat de consequenties zijn van het kleuren van zijn bolletje en voorkomt een volgende keer dat zijn stem opnieuw verkeerd wordt gebruikt of uitgelegd. Recent onderzoek wijst trouwens uit dat steeds meer mensen zich zorgen maken omwille van de (mogelijke) sociaaleconomische consequenties van de actuele politieke impasse. Dat de (onverantwoordelijke) ratingsbureaus over de schouders mee loeren, maakt hen bovendien angstig.

Geloofwaardig en redelijk is dat de kiezer dat laat verstaan bij de volgende stembusgang. Dat het ons nog redelijk goed gaat op dit moment wiegt ons wat in slaap en maakt dat we nog altijd meer op korte dan op lange termijn denken. Niet bepaald een teken van verantwoordelijkheid voor onze eigen toekomst én het nageslacht.
Bovendien kan men de vraag stellen wat geloofwaardigheid als impressie is. Doen wat men zegt is er een aspect van. Maar veel zeggen en niets doen door afzijdig te blijven in een afwijzingsfront hoort er o.i. niet bij. Als geloofwaardigheid identiek is aan voet bij stuk houden dan is het een eufemisme voor radicaliteit, onverzoenlijkheid, dogmatisme. Dan is er geen luisterbereidheid naar anderen. Dan wordt een vergelijk bij voorbaat vies en ruikt het naar verraad of het nemen van een bocht. Wie geloofwaardig wil opkomen voor samen-leven met anderen (op welk niveau ook) strijdt tegen deze eenzijdige interpretatie van de term geloofwaardigheid. Als bovendien die hardleersheid gevoed wordt door historische rancune of door gevoelens van wrok en weerwraak omwille van boute afwijzing door de andere, geraakt alle redelijkheid zoek. Verantwoordelijkheid voor het algemeen belang wordt dan ondergesneeuwd door irrationele afrekening. Als burger zwijgen of dit niet ontmaskeren heeft dan veel weg van verantwoordelijkheidsvlucht of schuldig verzuim. Laat ons dus spreken.

Voor wat komen we op? Voor wat komen we dan op? Voor een verantwoordelijke houding van alle actoren: onderhandelaars, partijen, media, vakbonden, …én de kiezer; voor politieke moed die de vrees voor de kiezer (morgen of overmorgen bij de gemeenteraadsverkiezing) overstijgt; voor partijen die niet uit electorale berekening hun identiteit op het spel zetten; voor een netwerkpolitiek met alle maatschappelijke actoren in de mate ze corporatisme kunnen overstijgen; voor bestuursniveaus (en kopstukken ervan) die niet met elkaar rivaliseren om het meeste gewicht in de schaal te werpen; voor een termijndenken dat wakker ligt van de grote vraagstukken (duurzame, rechtvaardige ontwikkeling, kwaliteit van leven, tewerkstelling, beveiliging van onze verzorgingsstaat, vergrijzing, duurzame energievoorziening, sociale cohesie en insluiting, interculturaliteit en respect) en zich realiseert dat dit vandaag al inspanningen vraagt; voor goed bestuur dat niet verengd wordt tot “meer bevoegdheid voor de deelgebieden”; voor een multi-level beleid dat complementair deze doelstellingen ondersteunt vanuit de verschillende bestuursniveaus; voor verantwoordelijkheid met (activerende) solidariteit; voor responsabilisering die niet los kan gezien worden van een kansenbeleid; voor collectieve identiteiten die meervoudig gelaagd zijn (Vlaming, Belg, Europeaan, wereldburger) en getuigen voor openheid naar derden; voor eerbare compromissen waarbij niemand zijn gezicht moet verliezen en die getuigen van onderling respect, partnerschap of goed nabuurschap; voor speltheoretische samenwerking die niet door historische rancune onmogelijk wordt gemaakt; voor een meerderheid die de minderheid respecteert en niet gijzelt maar ook voor een minderheid die de meerderheid niet blokkeert;….

We beseffen dat deze “wollige” opties in de concretisering problematisch zijn en in een pluralistische samenleving geenszins eenstemmig. Met velen moeten we nadenken over de vertaalslag om vervolgens onderling de democratische dialoog aan te gaan. Tenslotte pleiten we ook voor mondige burgers en bewuste kiezers die nu in hun lange baard krabben (….) om te zien hoe ze meer dan symbolisch kunnen bijdragen tot de uitweg uit de politieke impasse. Kritisch en actief burgerschap willen we ook in het onderwijs vertalen. Ondertekenaars willen alvast op hun niveau hiervan werk maken.

Etienne Beel, Geert Boutsen, Leen Bruyninckx, Gunter Gehre, Marleen Matthys, Flor Orij, Peter Raymaekers, Trui Schellens, Hilde Theyskens, Maurits Wysmans, Ief Nijsmans, Marc Maes, allen docenten van het departement sociale school Heverlee van de KHLeuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content