Het Openbaar Ministerie (OM) is volgens de rechtbank ontvankelijk in de vervolging van Wilders en de rechtbank bevoegd om de zaak te behandelen.
De rechtbank van Amsterdam heeft beslist om het proces tegen de Nederlandse extreemrechtse politicus Geert Wilders (PVV) voort te zetten. Het Openbaar Ministerie (OM) is volgens de rechtbank ontvankelijk in de vervolging van Wilders en de rechtbank bevoegd om de zaak te behandelen.
Wilders’ advocaat Bram Moszkowicz had twee weken geleden betoogd dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Ook zou de rechtbank volgens hem niet bevoegd zijn om de zaak te behandelen.
Op één onderdeel van zijn bezwaren kreeg Moszkowicz gelijk van de rechtbank: het OM mag Wilders niet vervolgen voor vergelijkingen die hij maakte tussen de islam en het fascisme. Dat is echter niet voldoende om het proces te stoppen.
De rechtbank bepaalde voorts dat het OM Wilders’ anti-Koranfilm Fitna in zijn geheel op de tenlastelegging mocht zetten. Ook de beschuldiging van groepsbelediging wegens ras mag van de rechtbank.
Vervolgd
Wilders wordt verdacht van het aanzetten tot haat en tot discriminatie en van groepsbelediging, met zijn uitspraken over de islam en moslims.
Het OM wilde aanvankelijk niet tot vervolging overgaan, maar kreeg daartoe de opdracht van het gerechtshof in Amsterdam.
Op 22 oktober kwam het proces stil te liggen, toen Wilders’ advocaat de rechtbank met succes wraakte. Daardoor moesten andere rechters de zaak opnieuw behandelen. Het proces was toen zo goed als klaar. Het openbaar ministerie had om de volledige vrijspraak gevraagd en Moskowicz had zijn pleidooi gehouden.
(Belga/KVDA)
