De spreidstand van de Nations League

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

In een post WK-jaar kan je nieuwe Rode Duivels brengen. Rijmt dat wel met de druk die het halen van de eindstrijd (en goeie uitslagen) in de Nations League meebrengt?

Op 2 december wordt in Dublin geloot voor de kwalificatieronde van het EK, met voor de eerste keer 55 landen in de urnes: Kosovo is de debutant. Die kwalificatiewedstrijden beginnen komend voorjaar, vanaf 21 maart, met ook nog duels in de maanden juni, september, oktober en november 2019.

De Nations League, waarin België momenteel in groep 2 de leiding deelt met Zwitserland (beiden landen hebben zes punten, de Zwitsers hebben wel een wedstrijd méér gespeeld) speelt in deze loting een belangrijke rol. Als de Rode Duivels de eindstrijd van de Nations League in League A halen – de laatste twee duels tegen IJsland en Zwitserland zijn in november, die finale is in juni – dan komt ons land bij de loting in Dublin terecht in een poule met vijf teams. Wordt Zwitserland de groepswinnaar, dan komen we in een poule met zes teams ploegen terecht. De nummers één én twee uit elke poule plaatsen zich voor het EK. De finale bereiken van de Nations League betekent dus de facto in de kwalificatiegroep één tegenstander minder op weg naar het EK.

De Nations League is om nog een tweede reden belangrijk: de indeling van de potten bij de loting. Die 55 landen worden straks onderverdeeld in groepen, en die ranking gebeurt op basis van de resultaten in de Nations League. Opnieuw: daar goed scoren is dus belangrijk.

Dat maakt dat je je eigenlijk niet kan veroorloven om in die Nations League te gaan experimenteren. En dat bezorgt bondscoaches in een post WK-periode best wel wat kopzorgen.

Neem Joachim Löw. Uitgeloot in een groep met Nederland, in volle heropbouw, en Frankrijk, dat als nieuwe wereldkampioen een pak talent heeft lopen en dat wil tonen. Löw moet na een teleurstellend WK Duitsland vernieuwen én verjongen, maar heeft daar eigenlijk geen tijd voor. Had Duitsland nu oefenwedstrijden kunnen spelen tegen zelfgekozen en dus makkelijke tegenstanders, dan was die vernieuwing inzetten geen probleem geweest. Nu kan dat niet. Dus staat hij, de lijn sportief doortrekkend, met het mes op de keel, na drie teleurstellende partijen, en slechts één punt.

Hetzelfde geldt eigenlijk ook een beetje voor Roberto Martínez. Zijn verdediging veroudert, dus moet hij experimenteren. Dat kon hij wat tegen Schotland en gisteren Nederland, maar tegelijk wil hij in zo’n derby der Lage Landen ook niet afgaan. En de Nations League is té belangrijk om voluit voor vernieuwing te gaan. Geen makkelijke spreidstand. Vandaar amper nieuwe jongens tegen IJsland of Zwitserland en een paar in die andere oefenduels, waar het niveauverschil en de concentratie dan plots veel minder is.

In die omstandigheden moesten de voorbije maand jongens als Vanaken, Verstraete, Trossard (in september en voor de Bruggeling ook in oktober) en voetballers als Castagne, Praet, Denayer of Mechele zich laten zien. Vooral op training.

Wat blijkt: de kloof met de kern van het WK is nog groot – voor iedereen – en zeker als de concentratie bij de anderen wat minder is, of het gebrek aan automatismen duidelijk.

In die zin is de Nations League geen geschenk. Misschien wel voor de fans, die nog meer wedstrijden met inzet zien, maar niet voor nieuwe spelers of coaches. Geen van die partijen krijgt nog veel tijd om iets te tonen of om te experimenteren.

En nog een ander nadeel van de Nations League: in maart 2020 worden de gebuisden uit de kwalificaties opgevist en opnieuw op basis van hun eerdere prestaties in de Nations League gerangschikt. Op basis van die rangschikking krijgen ze in een minitornooi nog een extra kans om zich te plaatsen voor de eindstrijd.

Dat betekent dat we pas in het laatste weekend van maart 2020 gaan weten wie de laatste vier deelnemers aan het EK zijn. Opvallend: op 1 december 2019 wordt al de groepssamenstelling op het WK geloot. Omdat vier landen dan nog niet bekend zijn, krijgen die nummers toegewezen. Op die manier weten bonden al wel waar ze in juni gaan spelen, maar nog niet helemaal zeker tegen wie.

UEFA laat, omdat er geen echt gastland is, ieder land wél toe om de eindstrijd voor eigen volk voor te bereiden. De hele duur van het EK zullen de Belgen dan ook in Tubize hun trainingen afwerken. Dat wordt de komende tijd nog uitgebreid met vier extra velden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content