Rafael van der Vaart: ‘Ik zou 11 Isco’s opstellen. Lekker voetballen’

© Belga Image

Rafael van der Vaart hing eind vorig jaar zijn voetbalschoenen aan de haak. Hij blikt voor Sport/Voetbalmagazine terug op zijn rijk gevulde carrière. Een aantal fragmenten.

Over de evolutie van zoontje Damian en de arrogantie van Ajax:

‘Ik zie mezelf terug in mijn zoontje Damian, die in Hamburg woont. Twaalf jaar is hij nu en voetbal is alles voor hem. Het is traditie dat we samen een uur gaan trainen, elke keer als we bij elkaar zijn. Hij is rechtsbenig en snel. Ha, wat dat betreft zijn we dus tegenovergesteld. Vroeger was Damian een ventje dat de kat rustig uit de boom keek, maar inmiddels is het een zelfbewuste jongen. Dat heb ik hem meegegeven in de opvoeding: geloof in jezelf. Ik ben daarmee opgegroeid bij Ajax. Daar leer je dat je de beste bent omdat je bij Ajax speelt. Ik kan me goed voorstellen dat die arrogantie weerstand oproept bij mensen van andere clubs. Maar voor jezelf is het goed zelfvertrouwen te hebben en uit te stralen.’

Over zijn eerste keer bij Oranje:

‘Je had me in die eerste periode moeten zien zitten, tijdens de maaltijden bij Oranje. Ik sprak geen woord aan tafel en kreeg geen hap door mijn keel. Bang om de verkeerde dingen te zeggen. Bang ook om te smakken en dan afgezeken te worden. Dan at ik liever een broodje op mijn kamer, in mijn eentje. De enige dingen waarvan ik volop kon genieten, waren de trainingen en de wedstrijden.’

Over hoe hij als trainer zou denken:

‘Als ik zie dat Isco op de bank zit bij Real Madrid en Casemiro wél altijd speelt, dan begrijp ik daar helemaal niets van. De liefhebber in mij zou altijd Isco als eerste op het wedstrijdformulier zetten. Terwijl het voor de balans misschien inderdaad beter is om soms andere keuzes te maken. Ik zou het liefst elf Isco’s of elf Van der Vaarts opstellen. Lekker voetballen. Maar dan sta ik als trainer vrij snel weer op straat waarschijnlijk.’

Simon Zwartkruis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content