Van tweede klasse naar cashmachine: het businessmodel van AS Monaco doorgelicht

© REUTERS

Woensdag komt AS Monaco op bezoek in Brugge. Een goede gelegenheid om het economische model van de club uit het prinsdom onder de loep te nemen. Dat behoort tot de meest winstgevende ter wereld.

Een ‘uitzonderlijk geval’. Dat zijn de erg afgemeten woorden van het CIES, het voetbalobservatorium. Over de periode van 2010 tot 2018 kan AS Monaco de beste financiële balans voorleggen van alle clubs ter wereld, met een winst van 288 miljoen euro. Alleen al voor het jaar 2018 wordt de winst op 66 miljoen becijferd. Weinig topclubs weten zich in de top tien te nestelen van de slimste clubs op planeet voetbal. We zien daar onder meer vier Franse verenigingen: Lille (2e, +166m), Lyon (6e, +129m), Montpellier (9e, +88m) en Nice (10e, +87m), samen met onder meer een referentie op het gebied van meerwaarde, FC Sevilla (5e, +144m).

In diezelfde tijdsspanne kan geen enkele club er prat op gaan meer geld geïncasseerd te hebben dan AS Monaco. Bijna een miljard euro (950 miljoen om precies te zijn) op acht jaar, dat is veel meer dan Liverpool (683m) en AS Roma (680m). Porto, dat zich zonder het toe te geven baseert op het model van de Monegasken, staat op plaats 11 (510m).

In de laatste minuten van de transferperiode in 2015 boeken de Monegasken een record qua meerwaarde. Anthony Martial, voor 5 miljoen gekocht van Lyon, vertrekt voor 60 miljoen (bonussen niet inbegrepen) naar Manchester United.

De rood-witten hebben ook de beste balans inkomsten-uitgaven over het voorbije seizoen (189m). Achter hen kunnen Bayern (69m) en Bilbao (52m) het tempo amper bijbenen. Ter vergelijking: de eerste Belgische club, AA Gent, staat op plaats 22 met een positieve balans van 23,27 miljoen euro.

Onnodig om te zeggen dat Monaco op de markt boven alle concurrentie uittorent. Sinds het in Russische handen kwam, eind 2011, breken de Monegasken alle records qua aan- en verkoop. Shabani Nonda, voor 20 miljoen gekocht van Rennes in 2000, DavidTrezeguet en Philippe Christanval, vertrokken naar respectievelijk Juventus en FC Barcelona, blijven de enige namen die uit een ander tijdperk stammen. Een analyse in drie delen van een cashautomaat.

2011: lancering van de raket

December 2011. AS Monaco bibbert in de onderste regionen van de Ligue 2, de Franse tweede klasse. De Rus Dmitri Rybolovlev, een magnaat in kalium, koopt de club op met als doel ze zo snel mogelijk weer naar de Franse en Europese top te brengen. Het klimaat is gunstig, op fiscaal vlak (inwoners van Monaco genieten fiscale voordelen), op sportief vlak (weinig druk van de fans) én op geografisch vlak. De nabijheid van Italië en het mooie weer zorgen voor een zachte omgeving en dus een ideale springplank voor bijvoorbeeld Zuid-Amerikaanse talenten.

Vanaf het begin haalt Rybolovlev zijn chequeboek boven. In de wintertransferperiode die op zijn overname volgt, landen er negen nieuwkomers in het prinsdom, onder wie Nabil Dirar en de Uruguayaan Gary Kagelmacher, de eerste naam van het nieuwe tijdperk, die van Beerschot komt.

Aan de andere kant blijft de Ligue 1 een van de competities die de meeste spelers exporteren. Fransen, over het algemeen goed opgeleid, trekken meer rond dan andere nationaliteiten. Wanneer AS Monaco in het seizoen 2013/14 zijn terugkeer naar eerste klasse viert, slaat het bestuur een slag.

‘De zaken kwamen in een stroomversnelling toen de voorzitter vernam dat RadamelFalcao eventueel geïnteresseerd was om naar Monaco te komen. Het was niet voorzien om zo snel te gaan, om een van de beste spelers ter wereld te nemen, om meteen zo zwaar te investeren. Het was dus een hele beslissing om op deze unieke kans in te gaan’, vertelde vicevoorzitter Vadim Vasiljev aan France Football. ‘Je kunt Falcao niet halen zonder andere grote voetballers aan te trekken. Hij zou zelf ook niet gekomen zijn zonder de garantie andere goeie spelers om hem heen te hebben. Daarom dat alles veel sneller gegaan is dan we gedacht hadden.’

‘Ons doel is niet spelers verkopen, maar onze beste elementen kunnen we gewoon niet houden. De toeschouwersaantallen in het stadion zijn te laag, we hebben geen recettes en amper sponsoring.’

Vadim Vasiljev, vicevoorzitter

‘Zonder het te willen’, activeert het Russische bestuur ‘een gedroomde machine’. In totaal wordt er 160 miljoen euro uitgegeven op de markt. Behalve Falcao voegen zich ook James Rodríguez, João Moutinho en Geoffrey Kondogbia bij de roodhemden. PSG mag bang beginnen te worden. Of toch een beetje.

Monaco klokt bij zijn terugkeer in de Ligue 1 af op een fraaie tweede plaats, na de reus uit Parijs. Vervolgens worden enkele ambitieuze – of ongeduldige – clubs getroffen door de Financial Fair Play. Er komen sancties voor onder meer Manchester City en PSG. ‘In het begin lag het model dicht bij dat van PSG’, bevestigt Vincent Chaudel, sportexpert bij het adviesbureau Wavestone tegenover Ouest France. ‘Maar de persoonlijke problemen van meneer Rybolovlev ( hij werd veroordeeld tot het betalen van grote sommen aan zijn ex-echtgenote, nvdr) en de beperkingen die de Financial Fair Play oplegt, hebben het bestuur ertoe aangezet om het project in 2014 te herzien.’ Vasiljev, opnieuw in France Football: ‘We gingen ervan uit dat we een vermaning zouden krijgen en dat men ons één of twee jaar zou geven om ons met alles in regel te stellen. Maar dat is slechts één van de redenen waarom we het geweer van schouder veranderd hebben.’

2014: voorzichtig opstijgen

In feite onderschat de tandem Rybolovlev-Vasiljev de Monegakische ‘context’. De commerciële inkomsten (vooral de verkoop van shirts) en de bezettingsgraad van het stadion komen niet van de grond. Grote namen zoals Falcao volstaan niet. Dus gooit het duo het over een andere boeg. Ze investeren met name in het opleidingscentrum, dat al enige faam heeft verworven doordat het onder anderen vier wereldkampioen heeft voortgebracht (David Trezeguet, Thierry Henry, Emmanuel Petit en Lilian Thuram). Het doel is jonge talenten met veel economisch en sportief potentieel een kans te geven en hen vervolgens te koppelen aan ervaren spelers om hen te omkaderen. Een model zoals dat van Porto, ook al verwijst Vasiljev eerder naar de projecten van Lyon, Atlético Madrid of Dortmund. Slim denken dus, door in te zetten op een scoutingnetwerk dat eerder dan de anderen ‘de besten van de toekomst’ kan opmerken. Kortom: een hoogstaande postformatie.

Om de juwelen te doen schitteren heb je een diamantslijper van het zuiverste water nodig: Leonardo Jardim. Bij het begin van de zomer van 2014 volgt de Portugees Claudio Ranieri op. Hij is zich ervan bewust dat hem een moeilijke evenwichtsoefening wacht en dat hij zich constant opnieuw zal moeten uitvinden, omdat de kern na elke transferperiode gevoelig veranderd kan zijn.

Jardim moet waken over het project en spelers beter maken en hij toont zich steeds meer een buitengewone coach. Thierry Henry krijgt een rol als ‘grote broer’ toebedeeld. Jardim beschikt ook over het beste bewijs van de nieuwe strategie, namelijk Kylian Mbappé, een jaar eerder aangetrokken voor een appel en een ei, die helemaal ontploft in het seizoen 2016/17. Iets eerder springen Bernardo Silva, Anthony Martial en Layvin Kurzawa al in het oog.

Van tweede klasse naar cashmachine: het businessmodel van AS Monaco doorgelicht

Die laatste twee vertrekken in de zomer van 2015. In die periode strijkt Monaco 2.0 zijn eerste grote winsten op: het haalt 185 miljoen euro uit de verkoop van spelers. In de laatste minuten van de transferperiode boeken de Monegasken een record qua meerwaarde. Anthony Martial, voor 5 miljoen gekocht van Lyon, vertrekt voor 60 miljoen (bonussen niet inbegrepen) naar Manchester United. AS verliest eveneens Aymen Abdennour (naar Valencia), Geoffrey Kondogbia (naar Inter) en Yannick Carrasco (naar Atlético), maar versterkt zich met beloften als Mario Pasalic, Gabriel Boschilia, Rony Lopes, Helder Costa, Ivan Cavaleiro, Alain Traoré, Farès Bahlouli of Thomas Lemar.

Weinigen blijken een succes te zijn, maar het Monegaskische bestuur lijdt quasi nooit verlies. ‘De club koopt min-20-jarigen vrij duur aan, rond de 5 à 10 miljoen euro’, gaat Vincent Chaudel voort. ‘Omdat het talenten zijn en ze in de kijker staan in de Champions League, die de waarde van spelers met 30 à 40 procent doet stijgen, slaagt ze er later in om hen te verkopen voor bedragen tussen 50 en 100 miljoen, zodat de kost ruimschoots wordt terugverdiend.’

2017: bewogen landing

2016 is een keerpunt. Monaco verliest geen sleutelspelers, maar sluit het seizoen af met een bittere nasmaak: derde in de competitie en vroegtijdig uitgeschakeld in de derde voorronde van de Champions League. In juni neemt Luís Campos, de speciale adviseur van Vasiljev en een goeie vriend van Jorge Mendes, ontslag om het veld vrij te laten voor zijn opvolger Antonio Cordón. De voormalige sportief directeur van Villarreal bouwde een reputatie op door de meerwaarden die hij wist te realiseren bij de yellow submarine. Plots gaf AS Monaco die zomer meer uit dan het incasseerde. Benjamin Mendy (Marseille), Djibril Cissé (Lille) en Kamil Glik (Torino) kwamen, Radamel Falcao (Manchester United, Chelsea) keerde terug en Mbappé ontplofte. Een mix van talent en ervaring en de mayonaise pakte. AS Monaco werd tot kampioen van Frankrijk gekroond en bereikte de halve finales van de Champions League, met de vruchtbaarste aanval van Europa (129 goals, alle competities samen).

Het project van het prinsdom blijft alleen leefbaar als de resultaten volgen. De tv-rechten, gekoppeld aan het eindklassement in de Ligue 1, en de inkomsten van de UEFA, in verhouding tot de prestaties in de Europabekers, vormen een conditio sine qua non om de ‘producten’ van het huis te laten bloeien. Zo komen de Monegaskische spelers ook in de aandacht van de Europese topclubs. ‘Ons doel is niet spelers verkopen, maar onze beste elementen kunnen we gewoon niet houden. De toeschouwersaantallen in het stadion zijn te laag, we hebben geen recettes en amper sponsoring’, zucht Vasiljev. ‘Als morgen Barcelona aanklopt en een speler vraagt ons om te mogen vertrekken, dan gaan we praten.’ Een duidelijke stelling.

Dit seizoen speelt Monaco de barrages, geeft het weinig uit op de transfermarkt en zijn er geruchten over een verkoop van de club, maar dat maakt allemaal weinig uit: de Franse vicekampioen vestigt nog maar eens een record door ruim 315 miljoen euro te cashen.

In Monaco is de deur nooit dicht. Het feuilleton-Mbappé begint. Bernardo Silva, Benjamin Mendy, Ibrahima Bakayoko, Nabil Dirar en Valère Germain gaan zeker al weg. Doordat clubs tegen elkaar opbieden, ontvangt ASM bijna 250 miljoen in één transferperiode.

Enig minpunt: het vertrek van Cordón, half augustus 2017. Michael Emenalo, ex- Chelsea, volgt hem op maar weet niet meteen te overtuigen. Ondertussen wordt de helft van het binnengekomen geld gerecycleerd om ‘aan de toekomst te bouwen’. Op de foto: Terence Kongolo, Diego Benaglio, Soualiho Meïté, Youri Tielemans en Jordi Mboula. Dat zijn minder in het oog springende transfers, die eerder doen denken aan 2015. Allemaal hebben ze het lastig om te bevestigen. Op het veld worden de prestaties middelmatig, vooral in de Champions League, waar Monaco niet door de poulefase geraakt.

Dit seizoen speelt Monaco de barrages, geeft het weinig uit op de transfermarkt en zijn er geruchten over een verkoop van de club, maar dat maakt allemaal weinig uit: de Franse vicekampioen vestigt nog maar eens een record door ruim 315 miljoen euro te cashen. Thomas Lemar, die in 2015 voor 4 miljoen euro van Caen overkwam, gaat naar Atlético Madrid voor 66 miljoen méér. Dat is de op zeven na hoogste meerwaarde die ooit in het voetbal werd gerealiseerd. ‘Niemand geloofde in het project. Iedereen zei dat het met AS Monaco bergaf zou gaan. Maar we staan er nog altijd. Wie doet beter? Je mag geen appelen met peren vergelijken, dus moet je kijken naar onze directe concurrenten, de twee Olympiques ( Lyon en Marseille en dus niet PSG, nvdr)’, zegt Vasiljev voor een keer bescheiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content