Het sprookje van Beerschot Wilrijk, nu zelfs mét een prins

© BELGA

Vijf promoties op rij, meestal lukt dat enkel in computerspelletjes. Beerschot Wilrijk wil er een realiteit van maken. Vijf jaar na hun failliet bonken de Ratten weer op de poort van de hoogste klasse. Maar wie trekt er nu eigenlijk aan de touwtjes op het Kiel?

Abdullah bin Mosaad bin Abdulaziz Al Saud ofte ‘de Saudische prins’. Geen kat of Rat die hem ooit al op het Kiel zag en toch is hij dé man over wie iedereen in het Olympisch Stadion praat. Zijn ingewikkelde naam – of toch een stukje ervan – gonst al door de paarse gangen sinds de herfst van 2017. Eind oktober lekt uit dat de Saudische prins, mede-eigenaar van Sheffield United in de Engelse tweede klasse, wil investeren in Beerschot Wilrijk, dat kapitaal zoekt in zijn groeispurt richting 1A. Maar als de Antwerpse club op 12 januari 2018 de pers bijeenroept, kondigt Beerschot Wilrijk aan dat hoofdsponsor De Clercq Aannemingen (DCA) de club zal overnemen, een Kempens bouwbedrijf zonder ervaring in de voetbalwereld. Er komt een vennootschap met aandelen rond de bestaande vzw van de club en in die vennootschap zal DCA het voortouw nemen, luidt de boodschap.

De mensen van DCA hebben de Saudische prins blijkbaar nog nooit ontmoet.

Dubbele boodschap

Bestuurslid Walter Damen legt tijdens de persconferentie de klemtoon op de lokale verankering van Beerschot Wilrijk. Dat lijkt het benadrukken waard: op dat moment zijn zes van de acht clubs in Betaald Voetbal 1B in handen van buitenlanders. Wanneer een journalist nog even polst naar de afloop van de gesprekken met de Saudische prins, wimpelt voorzitter Eric Roef die vraag vlug af. Na het officiële gedeelte van de persconferentie reageert Luc Neefs, bestuurder bij DCA, een pak rustiger op dezelfde vraag. Neefs laat verstaan dat DCA graag nog andere investeerders in het bad wil trekken en ziet geen reden om daarbij prins Abdullah vooraf uit te sluiten. Maar volgens Neefs heeft DCA op dat moment nog niet gesproken met het Saudische kamp. En, zo voegt hij eraan toe: ‘Ik weet niet in welke mate er vanuit die hoek nog interesse is in een minderheidspositie. Wij willen een minimumengagement behouden van vijftig procent.’ Met die dubbele boodschap spuit Neefs op dat moment al wat mist, want als je praat over een minderheidspositie voor andere aandeelhouders, hoort daar voor jezelf een minimumengagement bij van net iets méér dan vijftig procent, een cruciaal verschil.

Begin februari 2018 stapt Frederic Lenders op uit het clubbestuur van Beerschot Wilrijk. Enkele dagen later kondigt Beerschot Wilrijk op zijn website aan dat DCA en prins Abdullah een principeakkoord hebben bereikt om samen te investeren in de club. Als de uitleg van Neefs klopt, is dat dus beklonken in amper een drietal weken. Pikant detail: de mensen van DCA hebben de Saudische prins blijkbaar nog nooit ontmoet. ‘De contacten met hem zijn tot nu toe indirect verlopen’, vertelt Neefs. ‘Onze gesprekspartner is enerzijds het Brusselse advocatenkantoor dat door de prins belast is met de juridische en financiële afhandeling van de transactie en anderzijds Jan Van Winckel voor het sportieve verhaal.’ Van Winckel, die in het bestuur van Sheffield United zit, kent de Saudische prins sinds hij in Saudi-Arabië bij voetbalclub Al-Hilal werkte, tussen 2002 en 2004. Prins Abdullah was daar toen voorzitter.De Saudische prins zal in de nieuwe vennootschap van Beerschot Wilrijk evenveel aandelen bezitten als DCA, zo legt Neefs nog uit: elk vijftig procent. Van Winckel, die voorlopig geen interviews wil geven, treedt toe tot het bestuur van Beerschot Wilrijk. Hij is – in tegenstelling tot DCA – wel gepokt en gemazeld in het voetbalmilieu. In 2011 en 2012 was Van Winckel op het Kiel al even assistent-trainer.

De Saudische prins Abdullah zette nog geen voet op het Kiel, maar hij investeert er wel.
De Saudische prins Abdullah zette nog geen voet op het Kiel, maar hij investeert er wel.© Belga

Nieuwe nuance

Terwijl begin dit jaar nog de indruk werd gewekt dat DCA een leidende rol zou opnemen in de nieuwe vennootschap en dat Beerschot Wilrijk aangevuurd zou worden door Vlaamse investeerders bij zijn bestorming van 1A, is de realiteit vandaag dus iets genuanceerder. DCA heeft zich vastgekluisterd aan de Saudische prins. ‘Theoretisch gezien en vanuit juridisch standpunt hebben de prins en DCA evenveel te zeggen’, zegt Neefs. ‘We hebben mekaar nodig om beslissingen te nemen. Maar in de praktijk zal het wel zo zijn dat wij als Belgische aandeelhouder vanuit DCA het bestuur van de club voor een groot stuk zullen trekken en dat de inbreng van prins Abdullah zich veeleer op het sportieve en financiële vlak zal situeren.’

Lenders denkt er kennelijk het zijne van. Zijn vertrek uit het clubbestuur verraadt een diepe ontgoocheling en een gebrek aan vertrouwen in de nieuwe wending. Lenders geldt als een van de dragende figuren van het project Beerschot Wilrijk in de voorbije vijf jaar. Zijn vertrek krijgt wel wat weerklank gezien zijn verleden als vurig Beerschotaanhanger. Een luidruchtige groep fans, niet de braafste, zagen Lenders als hun verlengstuk in het bestuur. De afkeer van Lenders voor de Saudische piste is ook de hunne. In dat licht was het niet verwonderlijk dat Roef, die graag iedereen te vriend houdt, op de persconferentie in januari zo ontwijkend reageerde op vragen over de prins, terwijl de voorzitter wel te boek staat als een voorstander van de Saudische piste.

De mensen van het vroegere KFCO Wilrijk proberen zich staande te houden tussen bestuurders wier hart uitsluitend paars kleurt.

Opvallend is overigens ook dat Beerschot Wilrijk geen nieuwe persconferentie belegde om de intrede van de prins aan te kondigen. Nochtans was het nieuws even groot als in januari. Alleen was de boodschap in de ogen van sommigen minder sexy: ook Beerschot komt voor de helft in de handen van een onbekende, rijke buitenlander, die het Kiel niet kent en van wie geen Beerschotziel kan inschatten in welk perspectief zijn investering moet gezien worden. Dat wekt argwaan. Aan de andere kant valt daar tegenin te brengen dat een Vlaamse geldschieter niet per definitie meer garanties biedt op transparantie en continuïteit. Dat ondervindt onder meer KV Oostende, dat wezenloos achterblijft nu sterke man Mark Coucke plots bij Anderlecht zit.

Jan Van Winckel treedt toe tot het bestuur van Beerschot Wilrijk en wordt er de link met prins Abdullah.
Jan Van Winckel treedt toe tot het bestuur van Beerschot Wilrijk en wordt er de link met prins Abdullah.© Belga

Razende machine

Voor de fanatieke fans op het Kiel is Lenders al de tweede vertrouwensfiguur die verdwijnt uit het bestuur. Een jaar geleden verongelukte algemeen directeur Marc Steenackers, die de Beerschot-diehards ook zagen als ‘een van hen’. Steenackers was rechtdoorzee, soms cru, maar wel duidelijk. Ingewijden stellen dat Beerschot Wilrijk met hem een brugfiguur kwijt is tussen het Beerschotkamp in de club en het Wilrijkkamp, waarvan voorzitter Roef de bekendste is.

Roef supporterde vroeger al voor Beerschot, maar tot 2013 was hij ook en vooral de voorzitter van KFCO Wilrijk. Dat is de eersteprovincialer die vijf jaar geleden, na het failliet van Beerschot, bereid gevonden werd om een verbond aan te gaan met de overblijfselen van de paarse club. Naast Roef zetelen er, in zijn zog, ook nog enkele mensen van het vroegere KFCO Wilrijk in het bestuur van Beerschot Wilrijk. Zij proberen zich staande te houden tussen bestuurders wier hart uitsluitend paars kleurt. Die Beerschotstrekking ziet Beerschot Wilrijk als een voortdenderende trein. Volgens hen kunnen enkele Wilrijkbestuurders die razende machine allang niet meer volgen. Wilrijk was dat kleine clubje met enkele tientallen supporters, redeneren zij, dít is een snelgroeiend modern voetbalbedrijf. Maar Beerschot is natuurlijk wel schatplichtig aan Wilrijk: zonder dat clubje hadden de resten van het failliete Beerschot niet in eerste provinciale kunnen geplant worden, wat hadden de Ratten dán moeten beginnen? Maar hoelang en in welke mate blijf je schatplichtig? Want een andere realiteit is dat het vervolg ná de samensmelting van Beerschot en Wilrijk, het succesparcours met vier promoties op rij, vooral te danken is aan de Beerschotinbreng in het project. Het wordt interessant om te volgen hoe de nieuwe eigenaars omgaan met die situatie. Tijdens de persconferentie in januari werd alvast ijverig gehamerd op de stelling dat van DCA het huidige clubbestuur op post mag blijven. En wat Roef betreft, geeft Neefs aan dat de huidige voorzitter in de nieuwe structuur een leidende én bezoldigde rol krijgt.

Beerschot Wilrijk heeft de voorbije vijf jaar een prachtig verhaal geschreven. Daar heeft zowel de Wilrijkzijde als de Beerschotzijde verdienste aan. De fricties tussen beide kampen hebben de afgelopen seizoenen niet de bovenhand gehaald, wel de successen op het veld en het enthousiasme van de fans. Een club die na het failliet van 2013 compleet in as lag, is op de kortst mogelijke tijd helemaal verrezen. Zeker voor een voetbalfamilie met een anarchistisch kantje is dat allesbehalve evident. Iedereen die meegebouwd heeft aan het parcours van de laatste jaren, verdient het om met een vijfde promotie op rij dat sprookje straks compleet te maken. Zeker de mensen die vlak na het failliet van Beerschot de rug rechtten en op een wit blad dit project uittekenden, mogen zich dan eens flink op de borst kloppen. Zij bliezen de paarse passie nieuw leven in.

En na de promotiefinale tegen Cercle Brugge, die zondag begint, wordt het dan reikhalzend uitkijken of Beerschot Wilrijk, DCA en de Saudische prins nog lang en gelukkig zullen samenleven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content