Hugo Broos, nieuwe werfleider van KV Oostende: ‘Ik dacht: amai, die verdienen hier goed hun brood’

© Nick Decombel
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Steen voor steen bouwt Hugo Broos (66) aan de fundamenten voor een realistisch voetbalbusinessmodel in Oostende. Een gesprek met de nieuwe werfleider.

‘Kom maar mee’, zegt Hugo Broos, terwijl hij met de tred van een twintiger naar zijn kantoor stapt. Nou ja, kantoor. Een container, ingeplant naast kleedkamer en oefenvelden. ‘ Charming‘, merken we op. De sportief directeur lacht. ‘Och, niet zo belangrijk. We zitten hier goed.’ Een groot bureau voor de sportief directeur en een iets kleiner exemplaar voor teammanager Rik Coucke, de nieuwe directeur van de jeugdacademie, die enkele weken geleden na het vertrek van Johan Plancke (naar Anderlecht) tijdelijk in zijn oude rol terugkroop. ‘Ik ben blij dat ik op Rik kan terugvallen, maar bij de jeugd hebben ze hem ook nodig. Die administratieve rompslomp… ( blaast) daar is hij een krak in.’ De teammanager/directeur knikt. ‘Ik heb het ook moeten leren, nu is dat routine geworden.’ Hij buigt zich opnieuw over zijn papieren.

Grote loonverschillen zorgen voor wrijving, dat proberen we dus in de toekomst te vermijden.

Hugo Broos

‘Mocht ik er eens een paar weken mijn gedachten op zetten, dan zou ik dat ook kunnen, maar daar heb ik geen zin meer in. Er komt nog iemand bij’, zegt Broos, die sinds maart de sportieve koers van KV Oostende moet bepalen. Drukke, maar ook leerrijke maanden. ‘Ik ken de grote lijnen van de reglementen, maar toch word ik soms nog verrast. Ik wist bijvoorbeeld niet dat een speler, wanneer je de optie licht, automatisch 20 procent bovenop zijn loon krijgt.’ Coucke bevestigt. ‘De cao, hé.’ Broos: ‘Stel je voor dat je aan vijf spelers een contract mét optie geeft, dan moet je er rekening mee houden dat er telkens een ferme loonsverhoging kan bijkomen.’

Het zijn de laatste dagen van de transferperiode en de onzekerheid ebt ook boven De Schorre stilaan weg. ‘Het is een geruststelling dat we eindelijk zullen weten met welke spelers we kunnen voortdoen. Of toch in ieder geval tot december, want dan begint het opnieuw. Maar nu redeneer ik: oef, ze kunnen niemand meer komen halen, anders moet ik wéér iemand anders zoeken. Ik denk dat iedere club tijdens die laatste dagen met die schrik leeft, ook omdat je nog weinig kunt terugdoen. In een normale situatie ben je daarop voorbereid, maar niet als je hier nog maar vijf maanden werkt. We anticipeerden wel door Laurens De Bock te halen.’

Werd je de afgelopen maanden nog meer verrast?

Hugo Broos: ‘In ieder geval door het aantal telefoontjes dat ik kreeg. Gisteren meer dan twintig! Naarmate de transferperiode vorderde, werd ik overstelpt met aanbiedingen van makelaars die nog een deal wilden sluiten. Voor een stuk is dat leuren, ja, want soms komen ze af met iemand van wie je zegt: ‘Wie is dat in godsnaam?’ In vijf jaar amper matchen gespeeld en elke transferperiode van club veranderd… Dat uitzoeken, daar kruipt veel tijd in, maar je moet het doen: een speler die je niet kent, kan óók interessant kan zijn.

‘Maar toch: door het wegvallen van de licentievereisten voor spelersmakelaars zijn er een pak opportunisten. In het begin ging ik met alle makelaars spreken die me contacteerden, tot ik steeds meer besefte: waarom heb ik dat gedaan? Gasten die ik niet ken, probeer ik al eens met een smoesje af te wimpelen. Anders blijf ik bezig. Die ballast zal ik volgend jaar niet meer meesleuren.’

Omdat ze voelen: in Oostende valt niets te verdienen?

Broos: ‘Ook, maar we zullen veel beter voorbereid zijn. Als Gert Verheyen de evaluatie maakt en zegt dat hij een doelman, linksback en rechtsbuiten nodig heeft, dan zullen we kunnen terugvallen op een schaduwelftal, dat door ons scoutingapparaat is samengesteld. Daardoor zullen we sneller en beter kunnen anticiperen. Ik ben gelukkig niet iemand die snel panikeert. Wanneer je bepaalde keuzes hebt gemaakt, dan moet je daar vertrouwen in hebben. Aan de winterstop zien we wel waar we staan. Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik me snel zal laten verleiden tot een paniekaankoop.’

Ik denk niet dat ik me snel zal laten verleiden tot een paniekaankoop.

Hugo Broos

De trainerswissel

Je was nog maar net in dienst toen je Adnan Custovic moest bedanken. Was dat voor jou een moeilijk gesprek?

Broos: ‘Neen. ‘Ik geef je twee maanden’, had ik vooraf gezegd, maar Adnan is er altijd van uitgegaan dat ik toen al had beslist om Gert te pakken. Dat klopt niet. Als trainer kende ik hem niet, dus vond ik het niet meer dan fair om eerst te kijken hoe hij werkte. Na die korte evaluatieperiode vond ik – of denk ik – dat we afscheid moesten nemen. Tegenvallende resultaten, turbulent seizoen, wat wrevel binnen de spelersgroep…’

Hoe kom je dan bij Gert Verheyen uit?

Broos: ‘Mijn idee was om een kans te geven aan een jonge trainer, zoals een Philippe Clement vorig seizoen, en daar was het bestuur toe bereid. Ik had een lijstje met drie namen van wie ik dacht dat ze ons konden helpen. En daar stond Gert niet bij.’

Wie dan wel?

Broos: ‘Dat kan ik niet zeggen. Ik was Gert in oktober tegengekomen bij de voorstelling van mijn boek en hij was verbaasd dat ik nog altijd geen nieuw contract in Kameroen had gekregen. ‘De Afrika Cup winnen en niet mogen blijven, hoe is dat nu mogelijk?’ Hij was tevreden met zijn werk voor de voetbalbond en de televisie, ook omdat er net een pak trainers waren ontslagen. ‘Daar begin ik niet aan’, zei hij. Dus dacht ik niet meer aan hem, tot Patrick Orlans vroeg waarom Gert niet op mijn lijstje stond. Ik heb hem meteen gebeld en hij zei dat hij van mening was veranderd: ‘Ik wil eens een club trainen om te zien of ik dat wel kan.’ Vanaf die dag stond hij helemaal bovenaan.’

Hugo Broos: 'We willen geen grijze middenmoter worden. Play-off 1 is nog altijd onze ambitie, al zal dat misschien moeilijker waar te maken zijn dan in het vorige tijdperk.'
Hugo Broos: ‘We willen geen grijze middenmoter worden. Play-off 1 is nog altijd onze ambitie, al zal dat misschien moeilijker waar te maken zijn dan in het vorige tijdperk.’© Nick Decombel

Gebaseerd op wat?

Broos: ‘Zijn wedstrijdanalyses op televisie waren altijd to the point, dat vond ik een grote troef. Niet aan iedereen gegeven, zeker niet aan een jonge trainer. Ik heb links en rechts geïnformeerd hoe hij als trainer was en kende natuurlijk ook de mens Gert Verheyen: twee voeten op de grond, iemand die normen en waarden heeft. Ik heb hem thuis uitgenodigd, waar we twee uur hebben gepraat. Over zijn manier werken, hoe hij wilde spelen, hoe hij bijvoorbeeld FernandoCanesin wilde gebruiken.’

Bouw je dan geen reflex in: mocht het ooit mislopen, dan moet ik een vriend ontslaan?

Broos: ‘Door de jaren is er met Gert een vriendschapsband ontstaan, ja, maar dan kom ik terug naar wat ik zei over de mens Verheyen. Als ik hem ooit moet zeggen dat we stoppen, dan zal hij een gefundeerde uitleg aanvaarden, ook omdat hij het wellicht om diezelfde reden zal aanvoelen. Het is een nuchtere gast, die beseft dat we hier niet zomaar iedereen kunnen kopen en dat er limieten zijn.’

Was de komst van de Franky Van der Elst de logische volgende stap?

Broos: ‘Gert vroeg – niet ‘eiste’ – of Franky kon meekomen. Dat vond ik geen slecht idee. Het zijn goede vrienden en Franky heeft als T1 toch ook al wat meegemaakt, zodat hij hem in bepaalde situaties kan sturen en misschien bedaren, zonder dat Gert het gevoel heeft dat er aan de poten van zijn stoel wordt gezaagd. Als beginnende trainer word je met bepaalde zaken geconfronteerd die je vooraf niet kon inschatten.

‘Toen ik bij RWDM begon te coachen, dacht ik dat ik alles wist. Training geven, ploeg opstellen en de spelers voeren mijn opdrachten uit. Hola… Plots kom je in situaties terecht waarvan je als speler dacht: dat zal ik later nooit tolereren. En toch doe je hetzelfde als die trainer vroeger. ‘Hij scoort elke week, maar traint niet goed: moet ik hem dan uit de ploeg zetten?’ Iedereen gelijk voor de wet, dacht ik, maar als trainer spelen er méér zaken mee.’

Het lijkt niet het ideale moment om in het trainersvak te stappen: vorig seizoen werden er in 1A twaalf coaches ontslagen.

Broos: ‘Dat vind ik erg. En meestal uit een paniekreactie. Ik heb het zelf ook meegemaakt, de ene keer al wat properder dan de andere keer. Een trainer zeven of acht maanden laten doodbloeden, wat mij op Anderlecht is overkomen, dat zal ik nooit laten gebeuren. Ik zal voor Gert proberen te zijn wat ik in mijn trainerscarrière heb moet missen: iemand met wie je rond de tafel kunt zitten om te zoeken naar oplossingen. Een steun, zeker in de slechte momenten. Als je als trainer in de shit zit, dan gaan de oogkleppen dicht. Ik zie mezelf nog zitten, in mijn kantoortje in Brugge, met René Verheyen: ‘Wat kunnen we nog doen?’ Op zulke momenten is het nuttig om eens te praten met iemand die het vanop een afstand bekijkt – zonder dat ik hier zal zeggen wie de coach moet opstellen. Ik weet voor de match zelfs niet wie er speelt.’

Ik had een lijstje met drie namen van trainers. Daar stond Gert Verheyen niet bij.

Hugo Broos

Zaaien naar de zak

Je tweede opdracht was een kern samenstellen. Hoe begin je daaraan?

Broos: ‘Ik heb eerst naar de cijfertjes gekeken. Toen ik alle lonen zag, dacht ik meteen: amai, die mannen verdienen hier goed hun brood. Té goed, zeker in een club als KVO. In Brugge of Anderlecht komen de sponsors bij manier van spreken vragen of ze geld mógen geven, hier moeten ze vechten om een budget van 17 miljoen euro bij elkaar te krijgen. Ze zaten hier met iemand die veel geld had en, denk ik, redelijk gemakkelijk geld uitgaf en soms zelfs een beetje overbetaalde. Dat kan nu niet meer.’

Zegt u nu: dat is niet de manier waarop een goede huisvader een voetbalclub moet leiden?

Broos: ‘Ik wil niet de naam krijgen dat ik alleen maar kritiek op Marc Coucke geef. Ik heb ongelofelijk veel respect voor hetgeen hij hier in vijf seizoenen heeft verwezenlijkt. Structuur neergezet, stadion verbouwd, spelers met veel winst verkocht, twee keer play-off 1 én Europees voetbal gehaald. Wie ben ik om te zeggen dat hij de club niet als een goede huisvader heeft geleid? Alleen: de erfenis is zwaar. We zijn er al in geslaagd om dat voor een groot deel weg te vlakken, volgend seizoen moet KVO op een realistisch niveau zitten. Zonder dat we onze ambities terugschroeven, want we willen geen grijze middenmoter worden. Play-off 1 is nog altijd onze ambitie, al zal dat misschien moeilijker waar te maken zijn dan in het vorige tijdperk.’

Moest je in de eerste plaats spelers naar de uitgang duwen?

Broos: ‘Neen. AntonioMilic en KnowledgeMusona zijn vertrokken omdat we veel geld voor hen kregen, terwijl Zinho Gano zich vorig seizoen niet kon manifesteren. Hij scoorde bij Waasland-Beveren met de ogen dicht, had 2,5 miljoen euro gekost en kwam hier in een ploeg terecht die niet onmiddellijk draaide. Zo’n type heeft voorzetten van op de flank nodig en die had KVO niet. Je moet het hele verhaal zien. En, daar moeten we eerlijk in zijn: een hoog loon. Ik heb hem gevraagd: ‘Doen we nog een jaar verder, met de kans dat het opnieuw tegenvalt, of zoeken we een andere club?’ Daar had hij begrip voor, want hij wilde ook niet blijven. Ik was niet verbaasd dat Genk interesse had, want Philippe kent hem heel goed.

Hugo Broos: 'Ik denk dat we voor transfers de lat rond de 500.000 euro moeten leggen.'
Hugo Broos: ‘Ik denk dat we voor transfers de lat rond de 500.000 euro moeten leggen.’© Nick Decombel

‘Van een aantal spelers dat einde contract was – Joseph Akpala, Siebe Van der Heyden, Victor Vandewiele – hebben we de contracten niet meer verlengd. Jongens van wie we vonden dat ze niet het niveau van KVO haalden, zoals bijvoorbeeld Mathias Bossaerts, probeerden we weg te doen. Alleen moet je er ook nog voor zorgen dat je een competitieve ploeg hebt. Aanbiedingen genoeg hoor, maar een transferprijs van 1,5 of 2 miljoen euro kunnen we niet meer betalen. Vroeger was dat hier wel mogelijk.’

Ik heb veel respect voor wat Marc Coucke hier heeft verwezenlijkt. Alleen: de erfenis is zwaar.

Hugo Broos

Wat kan dan wel nog?

Broos: ‘Ik denk dat we de lat rond de 500.000 euro moeten leggen. Ze hebben hier een fortuin ( 10 miljoen euro, nvdr) verdiend aan LaandryDimata, een speler uit de beloften van Standard die niemand op dat moment wilde, maar in zijn eerste seizoen ontplofte. Dat lukt niet elk jaar, maar het moet wel onze manier van werken worden: jonge spelers vinden die weten dat ze hier een kans zullen krijgen en op wie we een meerwaarde kunnen creëren. En als het tegenvalt, dan hebben ze niet veel gekost. Ik stel ook vast dat we Wout Faes en Indy Boonen vrij gemakkelijk konden overtuigen, omdat ze opnieuw met Gert wilden samenwerken. Jordi Vanlerberghe heeft voor ons gekozen en krijgt kansen. Het is misschien nog niet wauw, maar hij blijft wel staan. Dat voelen die jongens ook.’

Binnen de groep waren de loonverschillen heel groot. Was dat een ongezonde situatie?

Broos: ‘Als het té is, dan wel. Als je in Brugge kijkt naar het loon van een jongere en de best betaalde speler, dan is dat verschil ook groot, maar in een groep als KVO is het moeilijker te aanvaarden. Toen Nicolas Lombaerts vorig jaar tekende, wisten de andere spelers: ‘Na al die jaren bij Zenit voetbalt hij hier niet aan ons tarief.’ Daar is in de media veel ruchtbaarheid aan gegeven, zonder dat de club ontkende dat hij een heel goed contract had. Dat lag moeilijk en zorgde voor wrijving, zeker toen hij in het begin niet speelde. Zulke reacties zijn menselijk, ook daarom proberen we de verschillen te beperken.’

Om af te sluiten: je hebt vorig jaar aan je vrouw beloofd dat je in de zomer van 2019 zou stoppen. Is dat nog altijd de bedoeling?

Broos: ‘Ik heb haar moeten ontgoochelen. ( lacht) Maar ze begrijpt ook dat ik dit altijd al heb gewild. Toen ik in Oostende de kans kreeg, zei ze meteen: ‘Doe het maar.’ Maar eerlijk: ze kijkt er net als ik toch naar uit om eens een avond thuis te zitten zonder dat ik constant telefoontjes krijg.’

Hugo Broos over…

Mathias Bossaerts

Mathias werd hier goed betaald, zonder dat hij een grootverdiener was, en hij heeft zijn kansen gekregen, maar zijn carrière was aan het doodbloeden. Ik zei hem dat hij de mooie kanten van het profvoetbal – leuk gekleed zijn, een goed leven – even moest vergeten en vooral moest presteren. Hij kon zijn contract uitdoen en dan een nieuwe ploeg zoeken, maar dat zou moeilijk worden. Er was nu al weinig interesse. NEC en Nijmegen zijn misschien niet de club of stad van zijn dromen, maar dat moest hij opzij zetten. Ik hoop echt dat hij daar zal slagen.’

Nicolas Lombaerts

‘Een andere situatie dan Mathias, die nog aan het begin van zijn carrière staat. Mijn eerste gesprek was met Nicolas, nadat ik zijn ongenoegen in een krant had gelezen. Hij was ontgoocheld in Marc Coucke. Teruggekeerd naar België om nog drie jaar te voetballen bij een ambitieuze club waar hij nog veel geld kon verdienen, maar een jaar later was de situatie helemaal anders. Zijn loon woog zwaar op de begroting en Gert kon niet garanderen dat hij nog elke wedstrijd zou spelen, waardoor wij bereid waren om hem te laten vertrekken. Maar ik begrijp ook zijn standpunt: waarom zou hij zomaar vertrekken om elders aan de helft van zijn huidig loon te voetballen?’

Een beetje meer blauw-zwart

Hugo Broos, Gert Verheyen en Franky Van der Elst hebben een verleden bij Club Brugge, maar ook de nieuwe scoutingcel – geleid door Guy Ghysel, Oostendenaar en KVO-man pur sang – kleurt voor een groot deel blauw en zwart: Jos Volders (1974-1982) en René Verheyen (1983-1987, assistent en T1 tussen 1992 en 2006) zijn de twee spelersscouts, terwijl ook wedstrijdscout Kurt Hinderyckx midden de jaren 80 in Brugge voetbalde.

‘Jos scoutte al voor de voetbalbond, terwijl ik René sinds jaar en dag ken. Als hij zegt dat het een goeie is, dan is dat ook zo. En niet van: ‘Ja, maar we moeten nog een keer gaan kijken.’ Daar houd ik niet van. Ook Kurt en Gilbert Hermans, de twee wedstrijdscouts, hebben de opdracht om ons namen te signaleren, zodat we een database kunnen aanleggen van spelers die bruikbaar en financieel interessant kunnen zijn. Zonder dat we daarom de wereld rondvliegen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content