Wout Faes & Indy Boonen (20): ‘Jonge spelers moeten kunnen spelen’

© NICK DECOMBEL
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Wout Faes (20) en Indy Boonen (20) verlieten respectievelijk Anderlecht en Manchester United voor Oostende. Daar voelen ze zich voor het eerst echt profvoetballer. Woensdag spelen ze tegen Gent voor een plaats in de bekerfinale. Een elftal vragen.

Op stage delen Wout Faes en Indy Boonen een kamer. De ene is Kempenaar, verdediger, vroegrijp en al bijna vier jaar bij dezelfde vriendin. De andere is Limburger, aanvaller, laatrijp en brak onlangs met zijn Engelse vriendin. De eerste, van geboortejaar 1998, kreeg zijn opleiding bij Anderlecht, ging als jeugdspeler niet in op aanbiedingen van grote Europese clubs en kwam dit seizoen na uitleenbeurten bij SC Heerenveen en Excelsior met een definitieve transfer naar KV Oostende. De tweede, van geboortejaar 1999, verliet als jeugdspeler KRC Genk voor Manchester United en tekende vorige zomer ook voor KV Oostende. Faes is basisspeler, Boonen is het aan het worden.

1. Waarop is het optimisme waarmee jullie uit de winterstage kwamen precies gebaseerd?

Indy Boonen: ‘Er was een heel goeie sfeer en de intensiteit op training lag veel hoger. Met zoveel nieuwe jongens en een nieuwe staf kon niet meteen alles perfect gaan, maar op stage voelden we ons echt één groep.’

Wout Faes: ‘Niet dat we voorheen niet goed trainden, maar het was net of iedereen meer drive had om zich te tonen en in de ploeg te geraken. We kennen elkaar nu uiteraard al beter. Iedereen voelt zich meer thuis. Op het veld gingen we er voorheen ook wel altijd voor, maar misschien durfden sommige jongens nog niet genoeg. Het zit nu beter in de groep. Er is meer grinta. De trainingsintensiteit is veel hoger.’

Boonen: ‘Er zijn ook veel nieuwe jonge spelers en misschien durfden die hun mond nog niet open te trekken. Dat kun je niet forceren, daar is tijd voor nodig. Nu komt het er wel allemaal uit. In wedstrijdjes wordt er gestampt om te winnen.’

Faes: ‘Als je in het begin bij een tackle iemand raakte, was het: ‘Sorry!’ Nu wordt er meer geaccepteerd van elkaar. Geeft hij mij een stamp, dan is het niet: met hem praat ik niet meer. Dan redeneer je: die werkt… En na de training geef je elkaar een hand.’

2. Met welke ambitie zijn jullie aan het tweede deel van het seizoen begonnen?

Faes: ‘De beker is het hoofddoel en in de competitie willen we enkele plaatsen stijgen.’

Boonen: ‘Ik denk wel dat we dat kunnen.’

3. Waar liggen na de 2-2 in de heenwedstrijd tegen Gent jullie kansen in de terugwedstrijd op eigen veld?

Faes: ‘Werkkracht en wilskracht is wat onze ploeg typeert. Uit statistieken blijkt dat we maar in twee wedstrijden minder liepen dan de tegenstander.’

Boonen: ‘In blok spelen is belangrijk voor ons.’

Faes: ‘Eerst verdedigend ons werk doen en dan via snelle uitbraken en stilstaande fasen iets proberen. We weten dat we kwalitatief minder zijn dan grotere clubs en we spelen niet altijd mooi voetbal, maar we zijn wel moeilijk om tegen te spelen. Het is de beker van de underdog, dus wie weet wat er nog mogelijk is.’

4. Wat stellen jullie je dit seizoen persoonlijk nog tot doel?

Faes: ‘Alles spelen. En kleine dingen die nog niet zo goed gaan, proberen te verbeteren. De snelheid van uitvoering, iets meer lef tonen aan de bal, meer durven indribbelen en meer crossballen trappen. Ik probeer dat op training en dat wordt wel geapprecieerd. Ik bedoel: het is niet dat als het mislukt, je meteen kritiek krijgt.’

Boonen: ‘In mijn eerste echte profjaar is het voor mij heel belangrijk om zoveel mogelijk speelminuten te verzamelen. En goaltjes mee te pikken, want zeker voor een jonge gast zijn goeie statistieken belangrijk.’

5. Wat leerden jullie bij KV Oostende al over jezelf?

Boonen: ‘Vooral dat ik moest leren om te gaan met op de bank of zelfs niet in de selectie te zitten. Dat was nieuw voor mij, want ik was gewoon om altijd te spelen. Op het moment zelf reageerde ik wel eens gefrustreerd, maar ’s anderendaags ging ik er weer volop tegenaan. Het zijn leermomenten die je ook buiten het veld tot een sterke persoon maken.’

Faes: ‘Ik maakte het zelf ook mee bij Anderlecht. Dus ik kende zijn frustratie en zei hem dat hij rustig moest blijven en goed moest blijven trainen, dat hij pas negentien was en dat zeker met een trainer als Gert Verheyen die kans wel zou komen.’

6. Worden jullie op je beste positie uitgespeeld?

Boonen: ‘Ja. De voorbije jaren speelde ik zowel op de flank als centraal. Maar het liefst speel ik zoals hier achter de spitsen, omdat je als flankspeler minder ballen krijgt. Ik ben wel niet de fysieke speler die de hele flank doet, maar Gert weet dat ook.’

Faes: ‘Ik denk dat die 3-4-3 voor ons gemaakt is. Die twee posities achter de spits, dat is ideaal voor hem. Het gebeurt wel eens dat we wisselen van systeem, zelfs in een wedstrijd, maar je moet je daaraan kunnen aanpassen. Soms word ik dan op het middenveld uitgespeeld, maar dat vind ik niet erg. Ik doe wat de trainer vraagt. Polyvalentie hoort bij het moderne voetbal en ik denk dat het ook niet slecht is voor mijn ontwikkeling als centrale verdediger.’

7. Wat vergde in Oostende de grootste aanpassing?

Faes: ‘Voor ons was het goed dat we Gert kenden van bij de nationale U19. ‘

Boonen: ‘Met grote mensen voetballen is helemaal anders dan met de jeugd. Jonge gasten kunnen nog eens lachen als ze verliezen, maar hier is het voor de knikkers en dat begint nu allemaal bij mij door te dringen.’

Faes: ‘Soms moet ik hem zeggen: ‘Ga maar eens goed door, zet je voet maar!’ Je mag ook eens roepen op een oudere speler.’

Boonen: ‘Van Wout zie je dat hij al echt volwassen is.’

Faes: ‘Of ik volwassen ben, weet ik niet. Maar het zit gewoon in mij om op het veld richtlijnen te geven. Ik probeer bij te sturen en dat wordt wel geapprecieerd.’

Boonen: ‘Het heeft met zijn persoonlijkheid te maken. Hij wordt gewaardeerd in de groep en er wordt naar hem geluisterd.’

Faes: ‘Dat is mee te danken aan de coach en aan de groep. Elders maakte ik het mee dat er kliekjes waren en dat voel je op het veld.’

8. Wat doet een jonge prof in zijn vrije tijd?

Boonen: ‘Meestal op het gemak in mijn appartement zitten. Als ik thuis bij mijn vrienden ben, is dat anders, maar hier ga ik niet veel weg. Ik rust en kijk veel tv. Familie, F.C. De Kampioenen …’

Faes: ‘Op stage keken we heel veel naar De Kampioenen.’

Boonen: ‘Soms kon ik niet slapen omdat hij nog aan het kijken was.’

Faes: ‘We hebben veel vrije tijd, maar we werken ook wel hard en we moeten veel laten. Op een gegeven moment moet je toch zeggen: stop, ik ga nu slapen. Of: ik leg mijn gsm weg.’

Boonen: ‘Of je vrienden sturen: kom met ons mee!’

Faes: ‘Dan antwoord je: neen.’

9. Hoe erg is Gert Verheyen veranderd in vergelijking met de coach die hij bij de U19 was?

Boonen: ‘Ik kwam naar hier omdat ik hem ken, hem vertrouw en weet wat hij deed met jonge spelers. Ik kan zeggen dat hij helemaal dezelfde is gebleven.’

Faes: ‘Dat vind ik ook. Ik vroeg hem vooraf of hij het anders zou doen en hij zei neen. Dat is ook wel zijn sterkte. Hij is tactisch onderlegd, bleek al als analist, maar ik vind hem vooral in de omgang met zijn spelers sterk.’

Boonen: ‘Hij respecteert iedereen, maar zegt wel waar het op staat. Met jongens die ernaast vallen, gaat hij eens een praatje slaan.’

Faes: ‘Dat kan gewoon een klein zinnetje zijn, maar het helpt wel. Elders maakte ik het mee dat er in zo’n situatie niets gezegd wordt en dan kom je als jonge speler in een negatieve spiraal terecht. Gert managet dat goed.’

Boonen: ‘En als hij eens is uitgevlogen, komt hij na de training naar je toe.’

Faes: ‘Dat bedoel ik ook met dat hij niet veranderd is. Zo is hij meer en meer zijn stempel gaan drukken op de ploeg.’

Boonen: ‘Hij krijgt ook almaar meer respect van de spelers.’

Faes: ‘Sommigen zouden misschien kunnen denken: hij trainde nog nooit eerder een eersteklasser…’

Boonen: ‘… maar in deze groep zitten geen spelers met wie je ruzie gaat krijgen. En als er eens ruzie is, is het snel voorbij. Ik bedoel: geen vechtersbazen.’

Faes: ‘Geen rotte appels.’

10. Waarom worden veel jeugdinternationals, de besten in hun leeftijdscategorie, nooit prof?

Boonen: ‘Ik denk: daar is tijd voor nodig en tegenwoordig wordt er meer geïnvesteerd in buitenlanders.’

Faes: ‘Blessures op een slecht moment kunnen ook een reden zijn, pech, net als de keuzes die je zelf maakt. Het is vooral het mentale aspect dat bepaalt of je prof wordt of niet. De drive moet er zijn om het echt te willen en er veel voor te doen en voor op te offeren.’

Boonen: ‘Je sociaal leven is belangrijk.’

Faes: ‘Ja, veel heeft te maken met je entourage. Wij kenden thuis een stabiele situatie en dat helpt ook wel.’

Boonen: ‘Mijn vader is zelf prof geweest, hij was mijn voorbeeld en gaf mij altijd raad. Het eerste jaar zijn mijn ouders en mijn broertje mee geweest naar Manchester, het tweede is mijn vader nog bij mij gebleven en pas het derde woonde ik er alleen.’

Faes: ‘Mijn ouders hebben niets met voetbal en thuis voelde ik nooit druk om prof te worden, maar ze zegden mij wel: ‘Als je carrière wilt maken, moet je daarin investeren.’ Daarom laat ik mij begeleiden door Peter Smeets en een mental coach, een personal trainer en een eigen kine. Talent volstaat niet, het gaat om stabiel presteren.’

Boonen: ‘Mijn vader pushte mij ook niet, hij begeleidde mij in iets dat ik absoluut zelf wou. Mijn grootste werkpunt was volwassen worden.’ ( lacht)

Faes: ‘Het moeilijkste voor mij was dat halfjaar onder RenéWeiler. Van de beloften naar de eerste ploeg is een grote stap en daar was niemand om die overgang vlot te laten verlopen. Er werd niet met mij gepraat en dat was heel frustrerend. Je verliest vertrouwen, je trainingen worden minder goed en je wedstrijdniveau bij de beloften gaat achteruit omdat je mentaal diep zit. Gelukkig waren mijn vriendin, mijn ouders en Peter er toen voor mij. Uiteindelijk besefte ik dat het nodig was om van omgeving te veranderen.’

Wout Faes (links): 'Dit is de beker van de underdogs, dus wie weet wat er nog mogelijk is.'
Wout Faes (links): ‘Dit is de beker van de underdogs, dus wie weet wat er nog mogelijk is.’© NICK DECOMBEL

Boonen: ‘Je mag je als jonge speler niet schamen om een stap terug te zetten. Van de U23 van Manchester United naar de eerste ploeg van KV Oostende bekeek ik trouwens als een vooruitgang.’

Faes: ‘Waarom zou je je schamen? LeonardoBonucci zette ook een stap terug naar Bari om van daar weer omhoog te klimmen. DriesMertens ging bij Aalst in derde spelen, NacerChadli trok naar AGOVV. Een jonge speler moet wekelijks spelen om beter te kunnen worden, ervaring op te doen en de druk te ervaren om te moeten winnen. Zelf mag je niet te snel tevreden zijn.’

Boonen: ‘Niet denken dat alles wel goed komt.’

Faes: ‘Je moet de lat altijd hoger willen leggen.’

Boonen: ‘Wat je ook vaak ziet: jonge spelers die op de sociale media gaan kijken wat profs doen en dat beginnen na te bootsen in plaats van zichzelf te blijven. Bij Manchester United mochten we geen Instagram en Facebook hebben. Er was een man die daarop toezag.’

Faes: ‘Dat is misschien wel wat extreem. Uiteindelijk kies je zelf hoe je daarmee omgaat, zoals je ook zelf je entourage kiest. Als de mensen om je heen down to earth zijn, denk ik dat er normaal niks mis kan gaan.’

Wout Faes & Indy Boonen (20): 'Jonge spelers moeten kunnen spelen'
© BELGAIMAGE

‘Moeilijk onder Mourinho’

Zijn jullie tevreden over jullie parcours tot nu toe?

Indy Boonen: ‘Het speet mij nog geen seconde dat ik naar Engeland ben gegaan. Je moet weten: op dat moment voetbalde ik al een halfjaar niet meer. Er waren bij Genk dingen gebeurd waardoor mijn vader zei: ‘Kom, we zijn hier weg!’ Als je dan naar Manchester United kunt, twijfel je niet. Ik was zestien, moest niet meer naar school en kon al prof zijn. Het is een goed leerproces geweest. Op het veld laat ik niet met mij sollen, dat leer je daar snel. Je hoopt er natuurlijk te kunnen doorbreken, maar met ouder te worden groeit het besef dat het moeilijk wordt. Zeker met iemand als José Mourinho, die niet naar jeugdspelers omzag. Ik ben blij dat ik hier wel mijn kans krijg.’

Wout Faes: ‘Ik begrijp zijn keuze, maar ik maakte een andere. Bij mij gaf de doorslag dat ik mijn diploma secundair onderwijs wou halen en mij goed voelde bij Anderlecht. Mensen waren er met mij bezig, met mijn lichaam, met extra trainingen, met een looptechniektrainer als Jacques Borlée onder meer. Op internationale jeugdtoernooien haalden we bijna altijd de finale en wonnen we die ook vaak, zoals in Eindhoven tegen… Manchester United.’ (lacht)

Boonen: ‘Met de penalty’s: 10-9. ‘

Faes: ‘Het perfecte parcours kun je vooraf niet uittekenen. Er is wat geluk nodig en zeker doorzettingsvermogen. Dan kom je er op de een of andere manier wel. Toen ik na twee uitleenbeurten voelde dat ze bij Anderlecht niet meer op mij rekenden en dacht ik: so be it, er zijn clubs genoeg. Ik koos voor Oostende en ben nu tevreden met mijn parcours. Zoveel wedstrijden kunnen spelen is niet slecht voor een twintigjarige centrale verdediger. Als ik zo voort doe, kan ik misschien ooit weer een stap omhoog zetten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content