‘Coureur’: film van ex-renner Kenneth Mercken over de destructieve kant van wielrennen

© KOEN MORTIER
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Kenneth Mercken leerde als semiprof in Italië de harde wetten van het wielermilieu kennen. Doping, interne concurrentiestrijd, zwart geld, druk van sponsors. Nadat epo bij hem niet bleek te werken, borg Mercken zijn wielerdroom op. Hij maakte er een film over: Coureur.

We zijn vijftien jaar nadat Kenneth Mercken (42), in 2000 nog Belgisch kampioen bij de elite zonder contract, na een doktersbezoek besliste dat zijn leven meer waard was dan een wielerdroom najagen. Voor ons in het prachtige gebouw van het Vlaamse huis van de film (VAF) te Brussel zit een gelouterd man, die zichzelf van dopingzondaar succesvol omturnde tot regisseur.

Met een bewonderenswaardige nuchterheid fileert hij nu zijn eigen verleden, zowel filmisch als verbaal. Koersen doet hij nog steeds – vorige zomer reed hij mee in de Druivenkoers in Overijse, als lid van een Oekraïens team – want ondanks de zware materie die hij in zijn langspeeldebuut Coureur toont, blijft de passie voor het wielrennen intact.

Kenneth Mercken: ‘Mensen vragen mij dikwijls: heb je eigenlijk plezier beleefd aan die periode? Natuurlijk. Dat was een enorme rush. Wielrennen is zo zwaar en veeleisend dat je 24 uur per dag met niets anders in je hoofd zit. Je slaap- en eetpatronen: alles is afgesteld op dat ene doel. Ik wil dat de kijker voelt hoe die sport in je hoofd kruipt. Mijn eindwerkfilm The Letter ging al over dat thema. Dat was therapeutisch, je komt in confrontatie met je demonen tijdens zo een filmproces. Omdat ik zelf ervaren heb hoe verslavend die sport is en hoe makkelijk je daarin mee gezogen wordt, zal ik niet snel veroordelen.

Toen ik boven op de kamer kwam, waren de ploegmaats met spuiten bezig, terwijl ze over het weer keuvelden. Alsof het de normaalste zaak van de wereld betrof.

Kenneth Mercken

‘Nu zag ik hetzelfde bij Niels ( Willaerts, nvdr), die de hoofdrol vertolkt. Tijdens een scène in Italië, bij meer dan dertig graden, is hij helemaal gecrasht. Hij lag tussen de zonnebloemen. Bleek dat hij zijn ontbijt had overgeslagen, terwijl hij al op een heel strak dieet leefde. Ik herkende die anorexiaverschijnselen vanuit mijn eigen ervaringen. De crew wilde niet verder filmen zolang Niels niet at, maar hij wilde echt niets meer.

‘Ik vond het heel lastig om daarmee om te gaan. Enerzijds had ik een verantwoordelijkheid als zijn regisseur, anderzijds begreep ik hoe het hoofd van een wielrenner werkt. Uiteindelijk heeft hij gedaan alsof hij een voedingszakje opnam en hebben we dat onder ons gehouden. Maar het toont exact hoe ver je soms gaat in die obsessie. Die euforie van je grenzen aftasten, voelen dat je leeft. Ik hoop dat de film die insteek toch ook illustreert. De destructieve kant van het wielrennen heeft me altijd aangetrokken.’

Dat obsessionele treffen we ook in het amateurwielrennen aan. Apps als Strava, waarbij iedereen zijn statistieken afmeet tegen elkaar, helpen daar niet bij. Een gevaarlijke evolutie?

MERCKEN: ‘Ik train zelf via Zwift, virtueel koersen thuis op je fiets. Heel intensief, het gevaar van overtraining loert constant om de hoek. Ik vermoed dat die constante zoektocht naar endorfine en erkenning evolutionair bij de mens hoort. Die hang naar waardering zit heel erg in mijn film, op twee niveaus: in relatie met de vader en met het wielermilieu.’

Waarom wilde je een amateurwielrenner als hoofdrolspeler en geen echte acteur?

MERCKEN: ‘Dat was cruciaal. We hebben een aantal acteurs uitgeprobeerd, maar je zag dat zij niet natuurlijk op een fiets zaten. Dat kun je moeilijk aanleren op enkele weken tijd. Je zag te veel dat ze een wielrenner speelden – de fout in de meeste sportfilms, vind ik. Terwijl Niels echt een renner is, zoals de meesten nogal introvert maar koppig en een binnenvetter die dan plots kan uitbarsten. Ik was onder de indruk van wat Niels met zijn lichaam kon uitdrukken. Want de film gaat toch heel erg over het fysieke aspect. Ik vond het ideaal dat Niels nog jong genoeg was om naïef in die wereld te staan. Hij zou dus samen met ons, tijdens de opnames, die donkere zijde van het wielrennen ontdekken. Dat zorgt voor oprechte emoties. Ik denk dat je dat voelt in de film.’

Als je terugkijkt op die periode dat je met doping experimenteerde en daarbij je gezondheid op het spel zette, denk je dan nooit: waar was ik in godsnaam mee bezig?

MERCKEN: ‘Op die momenten ben je je realiteitszin volledig kwijt. Toen ik als semiprof in Italië koerste wist en zág ik dat zowat iedereen epo gebruikte. Dat werd zelfs iets banaal. Je kreeg van de ploegleider een ampul in de handen gestopt, hij vroeg: “Ken je dit?” Ik loog en zei neen. Hij vroeg me alles weg te stoppen, wat vreemd was, want als ik boven op de kamers kwam waren de ploegmaats met spuiten bezig, terwijl ze over het weer keuvelden. Alsof het de normaalste zaak van de wereld betrof. De jongeren keken er echt naar uit om daar aan te kunnen beginnen… De volgende stap! Zo is het echt.

Coureur is evenzeer een verhaal over een turbulente vader-zoonrelatie. Koen De Graeve (links in beeld) speelt de vader van Felix (rechts), Karlijn Sileghem de moeder (midden).
Coureur is evenzeer een verhaal over een turbulente vader-zoonrelatie. Koen De Graeve (links in beeld) speelt de vader van Felix (rechts), Karlijn Sileghem de moeder (midden).© KOEN MORTIER

‘Maar zet mij terug in die tijd en ik doe waarschijnlijk weer net hetzelfde. Ik herinner mij hoe ik me gefrustreerd voelde omdat epo bij mij niet werkte. Integendeel, mijn bloedwaarden gingen zelfs omlaag. De arts zei dat er maar één andere optie was: groeihormonen. Maar dat zou de kans op kanker aanzienlijk verhogen. Op weg naar huis heb ik toen besloten: ik ga filmschool doen.’

Wat deed je beslissen dat het genoeg was?

MERCKEN: ‘Dat vooruitzicht op kanker was een wake-upcall. Even drong de ratio door. Ik wilde niet meer leven op die manier. Wat mij daarbij opviel: ik ben nooit iemand tegengekomen – geen arts, geen ploegleider of ploegmaat – die mij zei: ‘Gast, waar zijt gij mee bezig?!’ Het was altijd: ‘We zullen dat wel oplossen…’ Maar zoals gezegd: ik begrijp die redenering, iedereen wil een stukje invullen van de droom.’

Evenepoel

Ondanks alle dopingverhalen blijft wielrennen zijn aantrekkingskracht behouden op pers, publiek en aspirant-wielrenners. Hoe verklaar je dat?

MERCKEN: ‘Omdat het een fantastische sport is. Die schandalen en dramatiek dragen net bij tot de rijke historie van het wielrennen. Wat niet wegneemt dat we ervoor moeten blijven vechten om de sport zo clean mogelijk te maken. Na ieder schandaal wordt weer gezegd dat het een probleem uit het verleden is – waarschijnlijk zal de reactie op mijn film net zo zijn. Terwijl ik weet dat die dopingproblemen nog niet uit de wereld zijn. Het is niet enkel iets van begin de jaren 2000. ‘

Die echo’s hoor jij uit het huidige wielerpeloton?

MERCKEN: ‘Ik ken een aantal Italianen die op het hoogste niveau hebben gekoerst of nog steeds rijden. Zij beweren dat het gebeterd is, maar dat het nog steeds niet zuiver gebeurt, neen. Epo, groeihormonen… dat blijft moeilijk op te sporen. Cortisone is controversieel, met al die attesten. Ook al bestaat er nu een bloedpaspoort, valsspelen blijft mogelijk. Je kunt je ook al afvragen wat de gevolgen zullen zijn van de steeds meer ontwikkelde gentechnologie. In theorie is het nu al mogelijk om de bloedcellen beter te reproduceren.

Ik ben toch wat bang voor de manier waarop Remco Evenepoel voor de leeuwen gegooid wordt.

Kenneth Mercken

‘Maar ik geloof erin dat jonge gasten nu op een propere manier hun kans kunnen gaan. We zitten in een fase waarin de jagers de valsspelers hebben bijgebeend, vraag is voor hoelang… Met mijn film wil ik niet alleen waarschuwen voor de dopingexcessen, maar evenzeer voor de corruptie en vooral de druk van ouders en entourage. Zoals een Remco Evenepoel: wat daar allemaal al van verwacht wordt, die jongen vraagt daar zelf niet om. Ik ben toch wat bang voor de manier waarop hij voor de leeuwen wordt gegooid.’

Doet doping afbreuk aan iemands palmares?

MERCKEN: ‘Voor mij blijft Lance Armstrong een van de grootste coureurs aller tijden. Al heb ik het dan niet over het menselijke aspect. Maar wat een atleet! Talent komt altijd bovendrijven, in welke omstandigheden ook. Hij was maniakaal met zijn vak bezig.’

Ook Frank Vandenbroucke is zo een persoonlijkheid die mensen blijft fascineren.

MERCKEN: ‘Frank Vandenbroucke was een zeer tragisch figuur en net daardoor inspireert hij. Narcistisch, altijd op zoek naar waardering, waardoor hij zichzelf opblies tot het barstte. Het correspondeert met de boodschap in mijn film: dat iedereen meehelpt aan de creatie van zulke tragedies. Hetzelfde gebeurde met Marco Pantani. Mensen willen hun droom vervuld zien door anderen. In mijn film is het de vader die zijn zoon zo ver drijft.’

Jouw verhaal toont een getroebleerde vader-zoonrelatie. Waarin fysieke agressie en alcoholisme aan te pas komen. Hoe reageerde je vader op de film?

MERCKEN: ‘Hij heeft de film gezien op het Filmfestival van Gent. Zijn eerste reactie luidde: “Je hebt me nogal gespaard.” Ik denk dat het zo een typische machoreactie was van hem om zichzelf te beschermen. Een paar biertjes later werd hij plots stil en zei hij: “Ik ben fout geweest.” Zoiets had hij nog nooit gezegd en ik wist niet hoe ik daarmee moest omgaan.

‘Profwielrenner worden was mijn droom, ik stimuleerde mijn pa om me zo te pushen. Maar hij kon niet aanvaarden dat zijn eigen vlees en bloed zwakker was. Ik had een vertraagde puberteit, ik groeide niet. Zeker niet als ik te hard trainde. Wanneer een vader ervan uitgaat dat wat het beste is voor hem ook geldt voor zijn zoon, is dat eigenlijk een uiting van liefde. Zo liet ik me toch vertellen door een psychologe.’

Je kende een jeugd die bestond uit kermiskoersen, haantjesgedrag, gebrek aan erkenning. In welke mate heeft dat jou gevormd?

MERCKEN: ‘Ik vind dat ik een heel mooie jeugd gekend heb. Ik zat al jong in die koerswereld, via de wedstrijden van mijn pa, en daar werd ik geconfronteerd met drank, doping, vechtpartijen… toch een fantastische context om in op te groeien? ( glimlacht) De dingen werden eerder uitgedrukt met de vuisten dan met woorden, maar eigenlijk hadden wij onderling best een goede band. Het was wild, maar er was ook veel liefde en warmte.’

Reacties uit het wielermilieu

In Coureur toon je ook hoe een profcontract gekocht kan worden. Echt gebeurd?

MERCKEN: ‘Absoluut. Zo werkte dat in die tijd. Met zwart geld kocht je jezelf in bij een team. Ik heb het meegemaakt toen ik in de jeugd reed voor Kortrijk Groeninge Spurters, het team van Tom Boonen ook. Daar werden na de laatste koers van het seizoen jongens bij de sportbestuurder in de auto geroepen: je kreeg er te horen hoeveel geld je moest meebrengen om aan profcontract te geraken. In Italië golden dat soort witwaspraktijken nog meer, daar pakte de manager tien procent op elk contract.

‘Ik was Belgisch kampioen bij de elite zonder contract, dus ik ging ervan uit dat ik bij TopSport Vlaanderen of iets dergelijks zou kunnen tekenen. Dat gebeurde niet. Ik was al wat ouder en ik kwam een beetje uit het niets, omdat ik voornamelijk koersen reed in het veteranenverbond bij mijn vader. Ik heb toen zelf gebeld naar Roger Swerts ( toen ploegdirecteur bij Vlaanderen 2002, nvdr), maar ik maakte geen kans: via politieke inmenging werden daar postjes verdeeld. Op mijn 24e heb ik daarom als semiprof getekend bij een Italiaanse ploeg.’

Vrees je de reacties van ex-ploegmaats wanneer je film uitkomt in de bioscoopzalen?

MERCKEN: ‘Neen, waarom zou ik? Ik hóóp zelfs dat er veel reactie op komt, want dat is een van de redenen waarom ik de film maakte. Er moet het een en ander verteld worden, zodat die toestanden eruit gaan.’

Kenneth Mercken maakte deel uit van een Italiaanse semiprofessionele wielerploeg en deelt die ervaringen in zijn debuutfilm.
Kenneth Mercken maakte deel uit van een Italiaanse semiprofessionele wielerploeg en deelt die ervaringen in zijn debuutfilm.© KOEN MORTIER

Coureur vanaf 13 maart in de bioscoop

Coureur is de eerste langspeelfilm van Kenneth Mercken. Hij baseerde het verhaal op zijn eigen wielerverleden en jeugd. Hoofdpersonage Felix (een rol van debutant Niels Willaerts) hunkert naar erkenning van zijn vader (gespeeld door Koen De Graeve), een gecontesteerd figuur in het lokale kermiskoersencircuit, en droomt van een eigen wielercarrière. Hij krijgt een kans bij een Italiaanse semiprofessionele ploeg. Doping en zwart geld tieren er welig. Zonder compromissen gaat regisseur Mercken het gevecht aan met zijn demonen: zowel de getroebleerde relatie met zijn vader als met zijn wielerverleden worden in vol ornaat getoond. Samen met de protagonist ontdekt de kijker de rauwe realiteit achter de wielerdroom. De pompende soundtrack en de realistische koersbeelden zorgen voor een haast fysieke ervaring.

Cast: Koen De Graeve, Niels Willaerts, Karlijn Sileghem, Fortunato Cerlino

'Coureur': film van ex-renner Kenneth Mercken over de destructieve kant van wielrennen
© TOON AERTS

Wie is Kenneth Mercken?

Geboren op 24 augustus 1976 in Genk.

Kroont zich in 2000 tot Belgisch kampioen bij de elite zonder contract.

Tekent in 2001 een contract als semiprof bij een Italiaanse opleidingsploeg.

Stopt een jaar later met koersen omdat epo bij hem niet aanslaat en groeihormonen te veel risico op kanker inhouden.

Gaat film studeren aan het RITCS en studeert in 2012 af met de kortfilm The Letter over zijn dopingverleden, waarmee hij de VAF Wildcard wint.

Brengt in 2015 een tweede kortfilm uit: Feel Sad for the Bunny.

Eind 2018 gaat zijn langspeeldebuut Coureur in première op het Filmfestival van Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content