Peter Sagan: de eerste noten van een koersende rockster

© Yuzuru SUNADA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In 2010 zong Peter Sagan, als pas 19-jarige, in de Tour Down Under zijn eerste strofes als profrenner. Acht jaar later schittert de koersende rockster weer in de Australische rittenkoers.

Nadat hij zondag al een opwarmertje, de People’s Choice Award – een criterium in Adelaide -, had gewonnen, behaalde Peter Sagan donderdagnacht in de vierde rit van de Tour Down Under nu ook zijn allereerste echte UCI-zege op Australische bodem, de 102e overwinning van zijn profcarrière. Een week voor zijn (pas) 28e verjaardag, en acht jaar na zijn debuut bij de elite in Australië, waar hij al het goede bevestigde wat kenners de jaren ervoor al hadden voorspeld.

Flashback naar 19 juni 2008, bijna tien jaar geleden. Op het WK mountainbike voor junioren degradeert de 18-jarige Sagan de tegenstand tot kleuters met zijwieltjes: de tweede, Arnaud Jouffroy, strompelt binnen op anderhalve minuut, het nummer vier al op vijf minuten. Op de persconferentie mompelt de introverte renner – in het Slovaaks, want Engels spreekt hij niet – enkele clichés, de rest van de antwoorden laat hij over aan zijn bondscoach.

Zo gering Sagans woordenschat echter is, zo veel pk’s schuilen er onder zijn motorkap. Bovendien geschikt voor alle terreinen: Sagan was dat jaar al tweede geworden op het WK veldrijden, op een seconde van… Arnaud Jouffroy, tweede in Parijs-Roubaix (na Andrew Fenn) en tweede in de Vredeskoers (na een duel met jeugdrivaal Michal Kwiatkowski).

Die prestaties springen in het oog van de Belgische bondscoach Rudy De Bie, die ingewijden op een nieuw supertalent wijst. ‘Over dat mannetje zullen we nog lang in superlatieven praten. Hij kan álles, het zou me niet verwonderen mocht hij ooit alle klassiekers winnen. Schrijf maar op: Peter Sagan.’ Patrick Lefevere, altijd speurend naar jong talent, heeft dat al langer gedaan. Na het WK mountainbike nodigt de Quick-Stepmanager de Slovaak uit voor een test bij inspanningsfysioloog Peter Hespel aan de KU Leuven. Daarin laat Sagan de meettoestellen roken – ‘Tot de beste vijf procent van alle junioren die we in vijftien jaar gezien hadden’, aldus Hespel – maar de moeilijke communicatie met de verlegen, louter Slovaaks sprekend tiener, zijn onprofessionele houding – hij vergeet zijn uitrusting mee te brengen – en zijn grote gulzigheid – over geld sprak de juniorenwereldkampioen wél – doen Lefevere afhaken.

Sagan is enorm ontgoocheld en overweegt te kappen met wegwielrennen, tot Liquigasmanager Stefano Zanatta in de dans springt. Na een test mag de renner in september 2008 een contract voor twee jaar tekenen. In 2009 weliswaar nog als lid van belofteploeg Dukla Merida Trencin en van het Cannondale Factory Racing Team, waarvoor de tiener zijn mountainbikeraces mag afwerken. Sagan verhuist ook naar de thuishaven van Liquigas in San Donà di Piave, bij Venetië. Geen makkelijke stap, aangezien hij ook geen Italiaans spreekt. Op zijn CFR-ploegmaats maakt hij niettemin grote indruk. Van hen krijgt hij de bijnaam Terminator , omdat hij met zijn grote kracht zijn mountainbikes letterlijk kapot rijdt.

Wanneer de Slovaak, na overwinningen in de GP Kooperativa en de Mazovia Tour, eind 2009 voor het eerst mee mag op trainingskamp met de profs van Liquigas, doet hij ook daar al monden openvallen. Wordt er een sprinttreintje opgezet, dan gaat Sagan er met opzet wat voor rijden. Om te tonen: iedereen gezien hoe snel ik ben? De kin van zijn ploegmaats zakt nog wat dieper wanneer hij Vincenzo Nibali afbluft met zijn stuurmanskunst. Nadat de Italiaan een wheelie showt, doet zijn jongere ploegmaat immers nog straffer. In een afdaling trekt de Slovaak het voorwiel van zijn mountainbike op, en rijdt hij naar beneden op zijn achterwiel, met beide benen los uit de pedalen en spelend met zijn remmen.

Niet bang van Armstrong

Enkele weken later, op 17 januari 2010, maakt de pas 19-jarige Sagan zijn profdebuut in Australië, in het criterium dat traditioneel voorafgaat aan de Tour Down Under. De twee wedstrijden ook waarin ene Lance Armstrong op zijn 38e zijn veelbesproken comeback maakt. Tot blijdschap van Sagan: ‘Als Armstrong demarreert, zal ik zorgen dat ik erbij ben. Dan gaan ze automatisch ook over mij praten’, zegt hij tegen zijn ploegmaats. De lefgozer houdt woord en haakt zijn wagonnetje aan wanneer The Boss een aanval plaatst. ‘Anders was ik gewoon in het peloton gebleven, maar nu was het fantastisch om met Lance mee te koersen. Als kind keek ik thuis op tv naar Armstrong in de Tour. En nu reed ik naast hem. Een vreemd gevoel. Jammer genoeg liet het peloton ons niet gaan’, vertelt Sagan in het interview achteraf. Daarin blikt hij ook al vooruit: ‘Ik weet dat Armstrong 19 jaar ouder is dan ik, maar ik zou ook graag zolang koersen. Ik hou van fietsen.’ De Amerikaan zelf bewierookt het talent van de Slovaak, al mist hij wel van nationaliteit wanneer hij spreekt over ‘that young Slovenian‘.

De Tour Down Under valt aanvankelijk minder goed mee. In de eerste massasprint, gewonnen door André Greipel, eindigt de Liquigasrenner anoniem als tachtigste en in de tweede etappe kwakt hij tegen het asfalt. In zijn fel gehavende elleboog en knie worden na de finish achttien hechtingen aangebracht, maar van opgeven wil Sagan niet weten. Wanneer koersdirecteur Mike Turtur passeert, grijpt hij hem bij de arm. ‘I start tomorrow!‘, smeekt hij – bang dat de racedokter hem wegens zijn blessures de start zou verbieden. Sagans doorzettingsvermogen levert hem bij zijn ploegmaats een nieuwe bijnaam op: Rambo.

Die laat al de volgende dag voor het eerst zijn spierballen rollen, op een hellende finishstrook in Stirling. Na de Portugese winnaar Manuel Cardoso, en wereldtoppers als Alejandro Valverde en Cadel Evans, sprint Sagan naar een vierde plaats. In de volgende massasprint wordt hij zeventiende, maar zijn echte coming-out party geeft hij in de vijfde rit, over de bekende Willunga Hill. Wanneer op de tweede beklimming Cadel Evans versnelt, zetten drie renners de achtervolging in: Caisse d’Epargneploegmaats Luis León Sánchez en Alejandro Valverde, en de 19-jarige Sagan, die de twee Spaanse toppers helpt de kloof met de regerende wereldkampioen te overbruggen. Hun namen of palmares is Sagan onbekend, maar hij werkt voluit mee. Van Armstrong, of ene Chris Froome, die zijn debuut maakt bij Team Sky, is geen spoor te bekennen.

De vier vechten twintig kilometer lang om een jagend peloton, met de Team Columbiaploegmaats van leider André Greipel op kop, achter hen te houden. Sagan zelf valt nog aan op twee kilometer van de finish, maar wanneer de lepe Luis Léon Sanchez in de slotkilometer zijn jump plaatst, moet hij passen. Net voor het aanstormende peloton, finisht hij als vijfde, na Luke Roberts (die uit de groep is gesprongen), Valverde en Evans. Greipel behoudt zijn leiderstrui, maar het gespreksonderwerp is een Slovaakse Rambo met (toen nog) gemillimeterd haar. Drie dagen later zal hij zijn… twintigste verjaardag vieren.

Debuut in België

Terug in Europa eindigt Sagan een maand later als vijftiende en zestiende in de Italiaanse openingswedstrijden GP Costa Degli Etruschi en Trofeo Laigueglia – telkens een massasprint – en maakt hij zich op voor zijn debuut op Belgische wegen, in de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. In 2007 had hij, als junior, wel al de veldrit in Diegem gewonnen, maar de Vlaamse Ardennen zijn volledig onbekend terrein. Dat blijkt wanneer hij in het gewring richting de hellingen van de Omloop leergeld betaald. In Gent bolt hij als 66e over de finish, in een groep op ruim vijf minuten van winnaar Juan Antonio Flecha. ’s Anderendaags haalt hij de aankomst in Kuurne niet, maar niet verwonderlijk: tachtig procent van het peloton stapt af in de heroïsche sneeuweditie, gewonnen door Bobbie Traksel. ‘Leuke’ kennismaking met Vlaanderen…

Een week later blijkt de koude geen impact te hebben gehad op Sagans benen: in de proloog van Parijs-Nice, over 8 kilometer, zijn alleen Lars Boom, Jens Voigt, Levi Leipheimer en Alberto Contador een tikje sneller. Een veelbelovende start van een test van de Liquigasploegleiding, die wil zien hoe de Slovaak ook op een hoger niveau en over een langere afstand – in de Tour Down Under was de langste rit slechts 150 km – meekan met de besten. Al is Sagans hoofdopdracht in de Franse rittenwedstrijd: werken, voor klassementsrenner Roman Kreuziger en voor sprinter Francesco Chicchi, die al drie keer won in de Rondes van San Luis en Qatar.

In de tweede rit, met een hellende aankomst in Limoges, kan de Italiaan Sagans wiel echter niet volgen. Die strandt zelf als… tweede, vloekend, op een zucht van de Fransman William Bonnet . Een dag later, in een venijnige finale richting Aurillac, neemt Sagan het heft zelf in handen. Op drie kilometer van de finish knallen Contador, Voigt, Nicolas Roche, Tony Martin, Joaquim Rodríguez en hijzelf weg op een klim. De benjamin van het peloton kruipt in het wiel, laat Voigt slim op kop beuken en blaast zijn medevluchters weg in de sprint, waarin hij zich triomfantelijk met de rechtervuist op de borst klopt. Op het podium mag Sagan de hand van ceremoniemeester Bernard Hinault schudden. Zonder enig besef wie dat is, maar het maakt zijn glimlach er niet minder om.

Bij Liquigas verwachten ze dat hun jonge ster in de laatste ritten een terugslag zal krijgen, maar het tegendeel is waar. Een dag later eindigt hij op de Montée Laurent Jalabert in Mende – 3 kilometer aan 10 procent – als 19e, op amper een minuut van winnaar/volbloedklimmer Contador. In de volgende rit schiet The Terminator opnieuw raak, met een verwoestende aanval op een hellende strook twee kilometer voor de finish in Aix-en-Provence. Ploegleider Mario Scirea vloekt in de volgwagen bij zo veel vermetelheid: ‘Waar denkt Peter naartoe te gaan!!!???’

De Slovaak sterft duizend doden, maar houdt aan de streep twee seconden over op het peloton, waarna hij een minuut lang, als een spartelende vis, op het asfalt naar zuurstof hapt. Adem heeft hij echter nog genoeg over om in een interview met een uitgestreken gezicht te zeggen dat het zijn ambitie is om zo veel mogelijk geld te verdienen. Dat doet bij velen de wenkbrauwen fronsen, maar het blijkt om een weddenschap met zijn ploegmaats te gaan. ‘Durf je nooit’, hebben die hem opgejut. Olijke Peter doet het wel, en heeft zijn 25 euro binnen.

Bij Liquigas realiseren ze zich nu pas écht dat ze een wonderkind in hun rangen hebben. Meteen na Parijs-Nice mag Sagan zijn contract verlengen, tegen sterk verbeterde voorwaarden. Maar nu al starten in Milaan-Sanremo vinden ze – tot grote tegenzin van de renner – te vroeg: de pas twintigjarige krijgt vier weken rust voorgeschreven, tot Parijs-Roubaix, zijn enige voorjaarskoers. Met de Hel van het Noorden heeft hij, van bij de jeugd, wel al ervaring, maar verder dan de tweede bevoorradingszone raakt Sagan niet – net als in de Omloop betaalt hij leergeld.

In de daaropvolgende Rondes van Romandië en Californië is die rekening echter al vereffend, wanneer Rambo er drie ritten wint en tweemaal als tweede eindigt. In Romandië onder meer voor Philippe Gilbert, die later niet toevallig naar vertrouweling Dirk De Wolf zal sms’en: ‘Sagan wordt in de toekomst mijn grootste tegenstander.’

De Slovaak heeft echter een ander jeugdidool. ‘Ik wil ooit zo sterk worden als Jan Ullrich. Fantastisch hoe hij bergop dat grote verzet altijd ronddraaide’, verwoordt hij zijn ambitie na een ritzege in Californië. Aangevuld met: ‘Ik wil zo veel mogelijk winnen, het maakt niet uit waar.’

Een ronderenner als Ullrich is hij niet geworden, Gilberts voorspelling heeft Sagan wél met verve waargemaakt. Meer dan de Duitser en de Belg samen is hij zelfs tot dé rockster van het peloton uitgegroeid. Een rockster die, acht jaar na zijn eerste optreden, niet meer als onbekende artiest, maar als headliner, met een rist wereldhits op zijn repertoire, op de affiche van de Tour Down Under staat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content